Advertentie
sociaal / Nieuws

Ambtenaar krijgt recht op thuiswerken

Een individueel loopbaanbudget voor elke ambtenaar en recht op thuiswerken. Op deze punten zijn de gemeentelijke werkgevers en de vakbonden in principe akkoord.

11 september 2009

Op 21 september doen werkgevers en bonden een poging de cao-onderhandelingen voor de 190.000 gemeenteambtenaren af te ronden. Onderhandelaar Ruud Kuin van ambtenarenbond Abvakabo FNV zegt nog ver van een akkoord af te zijn, maar hij is wel positiever gestemd na de laatste overlegronde. De in mei begonnen onderhandelingen verliepen uitermate stroef. ‘Ik dacht vorige week: we gaan clashen, als er weer niets gebeurt’, zegt Kuin.

 

Op een aantal belangrijke onderdelen lijken de onderhandelingsdelegaties van de gemeenten en de bonden het eens te zijn. Zo hebben de werkgevers toegezegd in de cao het recht op thuiswerken op te nemen. ‘In de huidige cao is daaromtrent niets geregeld. Elke ambtenaar moest die gunst op individueel niveau bevechten. In de nieuwe cao wordt dat recht op thuiswerken nu vastgelegd’, aldus Kuin. Werkgevers hebben zich er volgens hem altijd tegen verzet, omdat ze niet in de lokale bedrijfsvoering wilden treden. ‘Wat ook een rol speelde, was de ouderwetse vrees dat als je niet ziet dat iemand werkt, de vraag steekt of-ie dan wel werkt,’ zegt hij.

 

Thuiswerken is van belang voor alle medewerkers en wordt vooral door hoger opgeleiden als een belangrijke arbeidsvoorwaarde gezien. ‘Als je als sector aantrekkelijk wilt blijven, is de mogelijkheid thuis te werken erg belangrijk’, zegt de vakbondsman. De nieuw af te sluiten cao zal gemeenten wat hem betreft op meerdere fronten als aantrekkelijke werkgever op de kaart zetten.

 

Vaders

 

Zo wordt het betaald ouderschapsverlof gemoderniseerd: het kan straks gesplitst worden opgenomen, zodat vaders een aantal verlofdagen kunnen plannen vlak na de bevalling en het resterende deel later. Verder is de verwachting dat het bieden van mantelzorg een vastgelegd recht wordt, zodat ook dat niet langer op individueel niveau hoeft te worden bevochten.

 

Nieuwe afspraken komen er ook op het gebied van loopbaan en mobiliteit van medewerkers. Sinds 2003 werken gemeenten met persoonlijke ontwikkelingsplannen, de zogeheten pop’s. Uit diverse onderzoeken blijkt dat daar weinig gebruik van wordt gemaakt. ‘Er komt geen toestemming voor opleidingswensen of medewerkers - met uitzondering vaak van de high potentials - krijgen te horen dat het geld op is’, zegt Kuin. ‘In personeel dat al lang bij de gemeente in dienst is, wordt nauwelijks geïnvesteerd.

 

Dit deel krijgt vaak het verwijt niet mobiel te zijn. Vanaf 2010 komt de grote uitstroom op gang van vooral hoog opgeleide medewerkers. Zeker gezien de te verwachten krapte op de arbeidsmarkt zou je die mensen beter moeten benutten door een impuls te geven aan het loopbaanbeleid.’

 

Wat er volgens Kuin mis ging met pop’s, is dat het de medewerkers aan regie ontbrak. ‘Waar we het nu over eens zijn met de werkgevers, is dat er voor elke ambtenaar jaarlijks een individueel loopbaanbudget komt gericht op het toekomstig functioneren binnen dan wel buiten de sector.

 

Over de hoogte van dat budget, moeten we het nog hebben’, zegt hij. Er is ooit een bedrag genoemd van één procent van het salaris, wat neerkomt op zo’n 500 euro per medewerker per jaar. Een heikel punt in de cao is nog het garanderen van de werkzekerheid voor gemeenteambtenaren. Het is weliswaar traditie in de sector dat er bij reorganisaties geen gedwongen ontslagen vallen, maar dat werd altijd op lokaal niveau geregeld.

 

‘Wij willen dat nu wel vastleggen. Zeker nu het erop lijkt dat er over twee jaar flink gaat worden bezuinigd’, zegt Kuin. Het vastleggen van de werkzekerheid sluit volgens hem ook aan bij het Sociaal Akkoord dat het kabinet in april met de werkgevers en vakbonden sloot. ‘Mensen met werk blijven geld uitgeven. In die zin is werkzekerheid - naast koopkrachtbehoud - van belang voor de economie. Het gaat wel om 190.000 mensen’, zegt hij.

 

Looneis

 

De bonden zien afspraken over de werkzekerheid ook als goedmaker voor gematigde looneisen. De werkgevers houden nog steeds vast aan de nullijn, de vakbonden gaan voor een stijging van minimaal 1,5 procent. ‘Het Sociaal Akkoord gaat uit van koopkrachtbehoud. De inflatie is met 0,3 procent weliswaar veel lager dan gedacht, maar wij kijken ook naar wat er in de markt gebeurt. Vóór 1 april 2009 stegen de lonen met 2,3 procent, erna met 1,4 procent. Gemiddeld is dat dus een stijging van 1,8 procent. Daar gaan wij voor, met 1,5 procent als bodem. Als we er niet uitkomen, hebben we straks nog de AOW-discussie’, zegt Kuin dreigend. Als er geen unaniem advies van werkgevers en bonden komt en het langer doorwerken desondanks wordt doorgedrukt, is het volgens hem maar zeer de vraag of het Sociaal Akkoord nog wel geldt. ‘Dan zal in elk geval onze looneis worden bijgesteld’, zegt hij.

 

Financieel hebben gemeenten volgens Kuin de ruimte. ‘2009 is een goed jaar voor de gemeenten. Het gemeentefonds blijft op peil en in de begrotingen zit verdisconteerd dat de loonkosten met drie procent toenemen. Daar verdienen ze dus geld op, want het wordt veel minder. Volgens het tussen het Rijk en de gemeenten gesloten bestuursakkoord is er in 2010 en 2011 sprake van koopkrachtbehoud voor gemeenten.

 

Gemeenten houden de komende twee jaar dus hun koopkracht. Dan zeggen wij: ambtenaren ook.’ Andere punten waarover nog stevig moet worden onderhandeld zijn onder andere een seniorenregeling en een vaste reiskostenvergoeding. ‘Over reiskosten is landelijk niets geregeld. De helft van de gemeenten heeft een lokale regeling, de andere gemeenten hebben niets of hooguit individuele regelingen met mensen. Wij vinden dat je als sector aantrekkelijk wil zijn, je ook een reiskostenvergoeding moet hebben. Het oude adagium dat je als ambtenaar woont waar je werkt, is niet meer van deze tijd waar partners in veel gevallen beiden werken’, aldus Kuin. ‘Het Rijk, dat het openbaar vervoer vergoedt, is voor ons een voorbeeld. Maar de werkgevers zijn absoluut tegen. Zij stellen zich op het standpunt dat het een lokale afweging moet blijven.’

 

Vooralsnog geven de werkgevers evenmin thuis op speciale regeling voor senioren. Speciaal voor de groep ouderen die langer moet doorwerken (de niet fpugerechtigden) willen de bonden een combinatie van taakvermindering en minder uren. Kuin: ‘Dit ter voorkoming van een toenemend verzuim en een hoop negativisme onder de oudere werknemers. Onderzoek wijst uit dat dat het gevolg is. Als je dat onderkent moet je er als werkgever wat mee, dunkt ons.’

 

Waterschappen: ‘Sigaar uit eigen doos’
De cao voor de waterschappen eindigt op 1 oktober. Onlangs hebben zowel de werkgevers als de vakbonden hun inzet voor de komende onderhandelingen kenbaar gemaakt. De grootste ambtenarenvakbond zegt geschrokken te zijn van de inzet van de werkgevers. ‘Nul procent voor twee jaar; daar komt deze inzet eigenlijk op neer’, aldus Bert de Haas, landelijk cao-onderhandelaar voor de waterschappen van Abvakabo FNV. De werkgevers zien geen ruimte voor een inkomensverbetering. De werkgevers stellen aan die afspraak te hebben voldaan door de medewerkers in april 2009, zoals was afgesproken in de lopende cao, een loonsverhoging van 1,4 procent toe te kennen.

 

Wel willen de werkgevers de eindejaarsuitkering verhogen en een individueel keuzebudget aan medewerkers toekennen. Die ‘extra’s’ worden volgens De Haas echter door de medewerkers zelf betaald. De eindejaarsuitkering kan namelijk alleen groeien als medewerkers inleveren op onder meer hun verlofrechten en levensloopbijdrage. ‘Een hele dikke sigaar uit eigen doos’, zegt De Haas over de werkgeversinzet.

 

Provincies: ‘Niet pingelen’
Eenmalig een uitkering van 400 euro. Dat is volgens de vakbonden alles wat de werkgever ambtenaren bij de provincie wil geven in de nieuwe cao. De huidige cao liep op 1 juni af. Met een eindbod van eenmalig vierhonderd euro voor alle provincieambtenaren en geen toezegging over werkgelegenheid, legt de werkgever volgens de bonden een bom onder eerder gemaakte afspraken in het Sociaal Akkoord. De provinciale koepelorganisatie IPO is het oneens met die conclusie, omdat provincieambtenaren dankzij het huidige aanbod wel degelijk hun koopkracht behouden, in elk geval in 2009. Het is voor de koepelorganisatie onmogelijk structurele loonafspraken te maken, omdat ze eerst de onderhandelingen over de aangekondigde verhoging van de pensioenpremies per 1 januari 2010 willen afwachten. Het vooruitzicht van hogere pensioenpremies maakt het voor de provincies lastig om nu een structurele salarisverhoging toe te zeggen.

 

Provinciale werkgevers zeggen zich formeel niet gebonden te voelen aan het Sociaal Akkoord, omdat zij niet vertegenwoordigd zijn in de Stichting van de Arbeid waar het akkoord tot stand is gekomen. Toch zeggen zij de gemaakte afspraken te onderschrijven en ernaar te handelen. ‘Het loonvoorstel binnen het Akkoord komt neer op loonmatiging op het niveau van de inflatie die geraamd wordt op één procent over heel 2009, dat is dus 0,6 procent voor de zeven maanden van 2009 waarop het loonbod betrekking heeft. De provincies bieden vierhonderd euro vanaf 1 juni, wat eveneens neerkomt op gemiddeld 0,6 procent. Het bod is dus conform het Sociaal Akkoord’, aldus de werkgevers.

 

De bonden weigeren om voor minder dan een structurele loonsverhoging de onderhandelingen te voeren. ‘We gaan niet pingelen om honderd euro meer of minder’, aldus De Buijzer. De bonden hebben de onderhandelingen vanwege de in hun ogen starre opstelling van de werkgevers afgebroken. Deze maand houden de bonden in het hele land ledenraadplegingen. Daarna wordt gekeken welke vervolgstappen de bonden zetten.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie