Advertentie
sociaal / Achtergrond

Het wordt viezer achter de voordeur

Door een gebrek aan huishoudelijke hulp groeit de vervuiling achter de voordeur van kwetsbare mensen.

09 december 2022
Vervuild huis - hoarding
Shutterstock

Met een ‘eerlijker eigen bijdrage’ hopen gemeenten en kabinet het aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp in te dammen. Maar achter de voordeur groeien de vervuiling en problemen van kwetsbare inwoners.

Incidentmanager Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS)

JS Consultancy
Incidentmanager Defensie Bewakings- en Beveiligingssysteem (DBBS)

Projectmanager Stadspark

JS Consultancy
Projectmanager Stadspark

Amsterdam doet het: inwoners ontmoedigen om huishoudelijke hulp via de Wet maatschappelijke ondersteuning aan te vragen. Met smart kijkt de gemeente uit naar 2025, als (op z’n vroegst) het landelijke abonnementstarief van 19 euro wijkt voor een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Tot dan spoort de gemeente medewerkers van sociale wijkteams en zorgaanbieders aan om bij de intake enige morele pressie uit te oefenen.

Kan de aanvrager niet zelf hulp bekostigen? Is zijn situatie echt urgent? Kunnen mantelzorgers niet nog een stapje extra zetten? Amsterdam hanteert als enige gemeente zowel een budgetplafond als een instroombeperking voor huishoudelijke hulp. Maar ook elders pogen gemeenten het beroep op deze Wmo-voorziening in te perken via zorgaanbieders. ‘Uit oogpunt van betaalbaarheid niet onlogisch dat gemeenten al willen voorsorteren op 2025’, redeneert René Akkermans, directeur Zorg van Tzorg, landelijk de grootste aanbieder van huishoudelijke hulp. ‘De inkomensgroepen die straks meer betalen zijn al gedefinieerd.’ Zijn bedrijf is actief is in 300 gemeenten, met 60.000 cliënten en 12.000 medewerkers.

‘Als gemeenten opmerken dat bij de ene cliënt de oprijlaan langer is dan bij die in de straat erachter, klopt vermoedelijk de aanname dat dit huishouden prima zelf hulp kan betalen. Maar wíj gaan er niet naar vragen’, zegt Akkermans pertinent. ‘Wij kunnen niet inschatten of iemand recht heeft op goedkopere hulp. Allereerst hebben we de data niet, dus dat zou op onderbuikgevoel moeten gebeuren. Maar het is ook onze rol niet.’

Ontsmetting

Achter de voordeur zien thuishulpen in menig huishouden de situatie verslechteren. Mensen die gaan dementeren, of ander verward gedrag vertonen. Ook verzamelwoede, agressie, ongewenste intimiteiten komen voor, zegt Marcel Assink, directeur/eigenaar van het kleinere (1100 cliënten, 230 medewerkers) Asterzorg, dat in Twente en de Achterhoek opereert.

Soms zit er bloed of ontlasting aan de muren of zelfs het plafond

Maar vooral meer vereenzaming en vervuiling. ‘Je moet dan niet denken aan een verdwaalde pizzadoos op de grond. Soms zit er bloed of ontlasting aan de muren of zelfs het plafond’, schetst hij. ‘Dat is meer radeloosheid of een schreeuw om aandacht.’ Ter ontsmetting moet af en toe eerst een andere, gespecialiseerde partij komen. ‘Als wij daarna een paar uur hebben schoongemaakt, kan het een dag later weer net zo vies zijn’, weet Assink. ‘Het eigenlijke probleem is niet weggenomen.’ Het is naar zijn idee de keerzijde van het huidige beleid. ‘Sommige mensen wonen té lang thuis zonder passende zorg.’

Ook bij Tzorg zien thuishulpen de problematiek verzwaren. Niet op alle, maar wel een groeiend aantal adressen treffen ze woningen en cliënten in slechtere staat aan. ‘Vroeger werd gezegd: het is maar schoonmaak. Voordat je nú in zorg komt, ben al je heel wat loketjes gepasseerd’, aldus Akkermans. Een kwart van de G40-gemeenten komt zélf ambtenaren tekort om aanvragen voor huishoudelijke hulp snel af te handelen. Liefst 95 procent van de gemeenten die een enquête van Binnenlands Bestuur invulden, noemen het personeelstekort bij aanbieders als belangrijke oorzaak van de wachtlijsten.

Tzorg en Asterzorg beamen dat, al is het volgens de directies onvergelijkbaar met Amsterdam, waar de wachttijd tot drie jaar kan oplopen. ‘In Rotterdam hebben wij geen wachtlijst’, vertelt Akkermans. ‘Maar wij zien slechts de capaciteit die onze organisatie mag leveren, niet het totaalbeeld.’ Wachttijden variëren volgens hem per dag, per uur zelfs. ‘De gemiddelde duur ligt, pin me er niet op vast, in rurale gebieden rond de vier tot zes weken. En in G40-gemeenten van drie maanden tot soms een half jaar. Dat verschilt sterk per gemeente. Als wij geen wachtlijst hebben, zegt dat overigens niet dat gemeenten die evenmin hebben.’

Werving arbeidskrachten

De krapte op de arbeidsmarkt is slechts een deel van het verhaal, beweert Hans Buijing, oud-wethouder en nu directeur van belangenbehartiger Zorgthuisnl (voorheen BNT). Bestuurlijke keuzes zijn daar in zijn visie vooral debet aan. Gemeenten sturen nog sterk op prijs en contracten lopen in de meeste gevallen niet langer dan een jaar. Tegenover groeiende hulpbehoevendheid staat volgens hem een afname van het aantal geïndiceerde uren. ‘Van drie tot zes uur naar gemiddeld twee uur.’ De geldende norm ‘schoon en leefbaar’ is daarmee een rekbaar begrip geworden.

Zorgaanbieders met langer lopende overeenkomsten hebben volgens Buijing meestal de positie van hoofdaannemer, die cliënten verdeelt over meerdere thuiszorgbureaus. Door het aantal partijen dat ervan moet meeeten, gaat per saldo minder geld naar zorg en ondersteuning. Ook onderhandelen en aanbesteden kosten geld en capaciteit. Van de aanbestedende gemeenten en de partij die de gunning binnensleept, maar ook van de verliezende partijen. De echte verliezers zijn uiteindelijk hulpbehoevende inwoners, zegt Buijing. ‘Telkens als gemeenten bij een tekort op de Wmo het budget een stukje verkleinen, gaan uiteindelijk de burgers het merken. Mensen kwijnen weg.’

Het circus van onderhandelen en contracteren doet de sector als werkgever geen goed, vindt hij. ‘Als gemeenten een aanbieder meedelen dat die in volume 10 procent omlaag gaat, zal die zelf ook 10 procent terug moeten, anders kan hij zijn personeel niet betalen. Aan alle kanten wordt aan medewerkers getrokken. Die gaan ander werk doen, of ze stoppen.’

Naar zijn zeggen gooien sommige aanbieders de handdoek in de ring. Of zij richten zich op duurdere huishoudelijke hulp via de Wet langdurige zorg. ‘De door de Nederlandse Zorgautoriteit vastgestelde maximale tarieven liggen stukken hoger dan die gemeenten bieden voor hetzelfde werk.’

Uurprijs

‘Jaarlijks zitten wij meerdere keren met 315 gemeenten aan tafel over een reëel tarief. Altijd weer een moeizaam gesprek’, is Rene Akkermans’ ervaring. Maar de wind draait: ‘Gemeenten en de VNG geven aan dat de urgentie niet alleen door hun of ons kan worden opgelost. Het is een gezamenlijke maatschappelijke opgave. Dat vertaalt zich ook in de ontwikkeling van de tarieven. Het gaat meer over duurzaam partnerschap. Niet meer: dit is de kale uurprijs, succes ermee.’

Asterzorg en Tzorg concentreren zich op thuiszorg, met soms wat individuele begeleiding. Akkermans: ‘Onze werving van arbeidskrachten is op basis van die doelgroep. Heb je een zorgbedrijf dat hulp in de huishouding of begeleiding erbíj doet, dan heb je een te dure kracht voor hulp in de huishouding. Bij tekorten zet je dan de stop op de minst urgente vorm van zorg, dus hulp in de huishouding. Onze visie is: investeer onderaan. Wij zijn niet de duurste vorm van schoonmaak, maar de goedkoopste vorm van zorg.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie