Windmolens

‘Het probleem in Nederland is dat niemand windmolens wil’, zegt Frans Veul. Hij woont bij het Noord-Hollandse Schagerbrug temidden van de weilanden. Zijn ruime achtertuin is een goede plaats voor een windmolen. Veul heeft er een van 11 meter hoog, met een rotordiameter van 3,5 meter. Die levert net genoeg stroom voor twee huishoudens.

Als enthousiast lid van coöperatieve vereniging Kennemerwind wil hij zijn windmolen graag ‘opschalen’ tot een windturbine die zo’n tweeduizend gezinnen van stroom kan voorzien. De beoogde turbine heeft een ashoogte van 58 meter en een rotordiameter van 71 meter. Veul wil deze turbine twee kilometer buiten het bouwvlak van zijn perceel neerzetten, op een ander bouwvlak. Hij vraagt daarvoor een bouwvergunning en een vrijstelling aan.

Na een lobby in de raad van de gemeente Zijpe voelt een meerderheid er wel voor die te verlenen, zegt Veul. De raad zal er de volgende raadsvergadering over beslissen. Maar een dag later wijzen B en W de aanvraag plotseling af. Onder meer omdat het beoogde perceel volgens B en W niet ligt in een door de provincie aangewezen voorkeursgebied voor opschaling. Hetgeen volgens Veul niet waar is.

In de juridische strijd die ontbrandt, zegt Veul dat niet B en W, maar de raad bevoegd was om een besluit te nemen over zijn aanvraag. Verder is het college ten onrechte uitgegaan van het provinciale beleid, terwijl er wel degelijk gemeentelijk beleid was. Een raadscommissie had immers toegezegd reeds ingediende aanvragen voor de bouw van windturbines in behandeling te zullen nemen. Acht van deze principeverzoeken zijn later gehonoreerd.

De Raad van State blaast deze argumenten van tafel. Voor zover het college van B en W niet bevoegd was de aanvraag af te wijzen, is dat gebrek naderhand hersteld bij de beslissing op het bezwaar. In de tussentijd heeft de gemeenteraad het college namelijk met een nieuw delegatiebesluit de bevoegdheid gegeven om te beslissen over vrijstellingen.

Volgens de Raad van State is een toezegging over de behandeling van principe-aanvragen nog geen beleid. Het college heeft de aanvraag terecht afgewezen op grond van het provinciale beleid. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben namelijk gezegd dat het niet binnen het beleid past om windturbines meer dan vijfhonderd meter buiten een bestaand bouwvlak op te schalen. Aangezien de nieuwe turbine van Veul zou moeten verrijzen op een bouwvlak dat twee kilometer verderop ligt, is het standpunt van B en W niet onredelijk. Gezien die afstand gaat ook Veuls vergelijking met de andere principeverzoeken niet op.

Inmiddels ligt er een gemeentelijke conceptnotitie. Als die wordt aangenomen, is er volgens Eelke Broersma van de gemeente Zijpe ruimte om zeven bestaande solitaire turbines op te schalen in twee nieuwe lijnopstellingen. Frans Veul gaat ervan uit dat zijn nieuwe turbine in dat windmolenpark een plaatsje krijgt.