Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Waterschappen produceren energie

Waterschappen reinigen rioolwater. Dat water bevat energie: de uitwerpselen van alle Nederlanders samen zijn voldoende voor de energievoorziening van een stad als Rotterdam. De waterschappen willen deze energiebron gaan gebruiken en zich omvormen tot ‘energiefabrieken’.

13 november 2009

De waterschappen zijn volop bezig met plannen voor de toekomst. Vorige week meldde Unie van Waterschappen- voorzitter Sybe Schaap in Binnenlands Bestuur dat gewerkt wordt aan een efficiëntere organisatie van het waterbeheer, lagere kosten en minder bestuurlijke druk. Dat moet vanaf 2011 een jaarlijkse bezuiniging van 100 miljoen euro opleveren.

 

Daarnaast wil de Unie van Waterschappen ook ‘toekomstbestendig’ zijn. Daartoe is in de zomer van 2008 het project WaterWegen gelanceerd, waarbij waterschappen vernieuwende initiatieven konden indienen. Het waterschap Aa en Maas kwam met het voorstel voor De Energiefabriek, drie andere waterschappen dienden vergelijkbare ideeën in. Samen werkten ze het winnende voorstel uit: energie halen uit afvalwater.

 

Niet dat nu alle energie verloren gaat. Waterschappen gebruiken een deel van het vrijkomende biogas al om hun eigen machines te laten draaien en sommige waterschappen, zoals het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, laten er bedrijfswagens op rijden. Maar energiewinning kan op veel grotere schaal, zeggen de bedenkers van De Energiefabriek.

 

Technologie De vier waterschappen – naast Aa en Maas waterschap Veluwe, waterschap Rivierenland en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier – vormden een projectgroep die verschillende varianten onderzocht en doorrekende. Judith Hoogenboom, bedrijfskundig adviseur bij het waterschap Aa en Maas, was er vanaf het begin bij betrokken.

 

Ze legt het principe uit: ‘In traditionele zuivering vloeit al het afvalwater naar grote tanks, waar veel zuurstof in wordt geblazen om het organische materiaal af te breken. Door aan de voorkant zoveel mogelijk organisch materiaal te winnen, door bezinking, besparen we energie in het zuiveringsproces en kunnen we energie produceren.’

 

Van het organische materiaal wordt biogas gemaakt, waarmee elektriciteit kan worden opgewekt of dat zelf als brandstof kan worden gebruikt. De projectgroep heeft drie varianten in kaart gebracht. De basisvariant kan vandaag al worden uitgevoerd, want deze gebruikt bestaande en bewezen technologie. Met toevoeging van deze technologie in het zuiveringsproces worden waterschappen energieneutraal: ze wekken dan alle energie op die ze zelf nodig hebben.

 

De twee andere varianten vergen meer tijd, omdat deze werken met technologie die nog niet bewezen is. In de plusvariant, die volgens de projectgroep binnen twee jaar is te realiseren, gaat het waterschap energie leveren: bij een zuiveringsinstallatie van 100 duizend vervuilingseenheden (het afvalwater van 100 duizend mensen) voldoende stroom voor 225 huishoudens, na aftrek van het eigen energieverbruik. In de supervariant worden technieken ingezet die volgens de projectgroep nog zo’n 5 tot 10 jaar ontwikkeltijd nodig hebben voordat ze op grote schaal kunnen worden ingezet. Dan wordt het waterschap een serieuze energieproducent: na aftrek van het eigen energieverbruik levert het dan stroom aan 900 huishoudens (bij 100 duizend vervuilingseenheden).

 

Marketing

 

Twaalf waterschappen hebben inmiddels interesse getoond in De Energiefabriek en worden nu betrokken bij de uitvoering. Er zijn drie teams gevormd, met medewerkers uit deze twaalf waterschappen, die tot eind januari 2010 gaan onderzoeken wat er nu al gerealiseerd kan worden, waar nog nader onderzoek nodig is en hoe de Energiefabriek wordt gefinancierd. Want de waterschappen zullen het ombouwen van hun zuiveringsinstallaties zelf moeten betalen. Ze doen daarom ook onderzoek naar subsidiemogelijkheden.

 

Daarnaast houdt een team zich bezig met marketing. ‘Dat is uniek, want als waterschappen doen we eigenlijk nooit aan marketing! We hebben een marketingbureau in de arm genomen en krijgen nu een spoedcursus’, zegt Hoogenboom. Ook de samenwerking tussen de waterschappen is bijzonder, zegt ze. ‘De lijntjes zijn ineens veel korter. Er was wel samenwerking, vooral op specialistisch vlak. Maar nu máken we iets samen, we denken met elkaar na hoe we bepaalde problemen oplossen.’

 

Eind januari hebben de drie teams hun plannen klaar en is het tijd voor actie. ‘Dan moeten we weten waar de eerste Energiefabriek gebouwd gaat worden.’ Er zijn 350 rioolwaterzuiveringsinstallaties in Nederland en elk deelnemend waterschap moet op zijn minst uitrekenen hoe er één omgebouwd kan worden tot Energiefabriek, zo is het doel van de projectgroep. Hoogenbooms eigen waterschap plant nieuwbouw die in 2014 gereed moet zijn en in de aanbesteding zullen naar verwachting eisen voor een Energiefabriek worden opgenomen, zegt ze.

 

Duurzaam

 

Er moet nog wel het nodige veranderen voordat waterschappen energieleverancier worden, al was het maar omdat energieproductie geen wettelijke taak is van een waterschap. In ieder geval past het plan van De Energiefabriek bij het voornemen van de Unie van Waterschappen: de waterschappen in beweging krijgen en meer bekendheid geven.

 

Hoogenboom: ‘Waterzuivering kost nu veel energie waardoor er CO2 vrijkomt. Dat leidt ertoe dat het klimaat opwarmt, zodat wij onze dijken moeten verhogen. Ik vind het heel natuurlijk dat een waterschap zich met duurzame energieopwekking bezighoudt. Bovendien is het goede marketing. De burger levert via het riool dankzij De Energiefabriek zijn bijdrage aan duurzame energieopwekking, zonder daar moeite voor te hoeven doen.’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie