Vooruit struikelend de energiearmoede te lijf
Met de torenhoge energieprijzen is het extra belangrijk om kwetsbare wijken van het gas af te helpen. Hoe doe je dat?
Energiearmoede als gevolg van de stijgende gasprijzen treft inwoners van kwetsbare wijken dubbel zo hard. Hoe komen die van het gas af? Anke van Hal en Matthijs Uyterlinde deden er onderzoek naar.
Urgentie
Ongewild geeft de oorlog in Oekraïne hun recent verschenen rapport nog meer urgentie. ‘Samen naar een duurzame en leefbare wijk’ heet het. Ondertitel: ‘Lessen van drie jaar experimenteren in kwetsbare wijken’. Nergens immers wordt de snel stijgende energierekening zo scherp gevoeld als in de arme wijken van grote steden. ‘Er zijn bewoners’, vertelt Anke van Hal, ‘die hun centrale verwarming helemaal hebben uitgeschakeld uit vrees voor een torenhoge nota.’
Hefboom
Van Hal is hoogleraar duurzaam bouwen bij Nyenrode. In 2016 en 2017 woonde ze in Toronto en was daar betrokken bij projecten waar de energietransitie in kwetsbare wijken vorm kreeg te midden van een veel breder scala aan investeringen in de lokale leefbaarheid. Dit allemaal in nauwe samenspraak met de buurtbewoners. De energietransitie als hefboom voor buurtverbetering. Kon zoiets ook niet in Nederland?
Leefbaarheid
Ze trof Matthijs Uyterlinde op haar pad, in die tijd onderzoeker bij Platform31 (nu bij het Verwey-Jonker Instituut) en op zoek naar manieren om de leefbaarheid in kwetsbare wijken weer op de agenda te krijgen sinds het grotestedenbeleid door het kabinet-Rutte I drastisch werd afgeschaald. Ze sloegen de handen ineen.
Iedere wijk, is een van hun conclusies, vereist een aanpak op maat
Lessen
Het resultaat was het eind 2018 gestarte, driejarige programma ‘Verduurzaming van kwetsbare wijken’, waarin ze, ondersteund door het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW), samen met achttien gemeenten in de praktijk op zoek gingen naar koppelkansen tussen duurzaamheid en leefbaarheid. Hun rapport is de eindbalans. Het geeft een goed beeld van het ’vooruit struikelen’ van de achttien gemeenten die meededen. Iedere wijk, is een van hun conclusies, vereist een aanpak op maat. Al zijn er ook talloze lessen voor alle gemeenten te trekken.
Lege handen
Hoe kom je als gemeente met de bewoners van een kwetsbare wijk in contact? ‘Eerst zonder agenda gaan praten’, zegt Van Hal. ‘Wat is er bij jullie aan de hand? Veel gemeenten zijn bang met lege handen naar een wijk toe te gaan. Maar je kunt heel goed met bewoners in contact komen door te zeggen: “Wij moeten in jullie woonomgeving aan de slag vanwege de energietransitie. We willen rekening houden met wat er speelt. Vertel het ons.” Alleen dan krijg je helder hoe zo’n wijk is opgebouwd. Waar de mensen wakker van liggen en waar ze trots op zijn.’
Huiswerk
‘Er zit veel organisatiekracht in dit soort wijken die je niet ziet als je vanuit een beleidsnota start’, vult Uyterlinde aan. ‘Begin met luisteren naar wat er zoal leeft in de wijk. En doe, daarvóór al, als gemeente je huiswerk.’ Van Hal: ‘Haal alle kennis bij elkaar die er over een wijk valt te verzamelen. Bewoners waarderen het enorm als je laat zien dat je goed bent voorbereid. Ga met de politie, de buurtopbouwwerker om tafel zodat je beslagen ten ijs komt. Dan voelen wijkbewoners zich veel serieuzer genomen.’
'Als je van de gemeente komt, heb je niet altijd de beste papieren'
Zorgelijk
Dan het daadwerkelijke transitieproces. Wie moet het leiden? Een ambtenaar? Terechte vraag, vindt Uyterlinde. ‘Het vertrouwen in de instituties is in dit soort wijken best zorgelijk. Als je van de gemeente komt, heb je niet altijd de beste papieren. Bij een aantal grote leefbaarheidsprogramma’s, zoals het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid, is er bewust voor gekozen een onafhankelijke procesregisseur in te schakelen. Dat is vaak heel effectief.’
Harde les
In de achttien kwetsbare wijken die aan dit project meededen, waren bijna alle projectleiders ambtenaren. Wat Van Hal daarbij opviel, was de afhankelijkheid van een ‘verbindende persoon’. Als zo iemand een andere baan krijgt, stort het project vaak ook meteen helemaal in. Dat is een harde les. Het is heel belangrijk dat aan een goede overdracht wordt gewerkt. In de onderzochte wijken is dit niet altijd goed gegaan.’
Serieus
Ook bij de betrokken geraakte bewoners bleek er geregeld sprake van verloop. Mede gezien de hoeveelheid tijd die de verduurzaming van een wijk vergt: een proces immers vaak van vele jaren. Hoe hou je de burger al die tijd betrokken? ‘Neem participatie vanaf het begin serieus’, beklemtoont Uyterlinde. ‘Niet alleen op momenten die aansluiten bij de gemeentelijke agenda, maar hou continu de lijn open. Zoek naar laagdrempelige vormen van participatie. Je kunt bewoners ook vragen om af en toe een half uurtje online over een brief of een bewonersbijeenkomst mee te denken, bijvoorbeeld.’
‘Sluit aan bij waar de behoefte van de bewoners ligt'
Pannenkoekenfeest
Hoe voorkom je dat je dan toch alleen de usual suspects onder de bewoners binnenhaalt? ‘Sluit aan bij waar de behoefte van de bewoners ligt’, adviseert Van Hal. Ze begint over een pannenkoekenfeest voor de kinderen, waar in hun slipstream ook de ouders opdraven. ‘Dan kom je op een heel andere, veel leukere manier bij mensen binnen.’ Uyterlinde memoreert de koffiekar die in het Groningse Selwerd door de straten reed en de ‘huiskamer aardgasvrij’ in de Rotterdamse wijk Pendrecht, waar bewoners ook met allerlei andere vragen kwamen aanzetten.
Harde klappen
Maken gemeenten het zich niet moeilijk door in dit type kwetsbare wijken met de transitie te beginnen? Een wijk met een homogenere, hoogopgeleide bevolking staat immers doorgaans veel welwillender tegenover duurzame energie. Nee, vindt Van Hal. ‘De inkt van ons rapport was nog niet droog of de wereld veranderde. De energieprijzen stijgen nu razendsnel. Juist hier ligt voor gemeenten de opgave om snel aan de slag te gaan, willen er niet hele wijken failliet gaan. Dit zijn de plekken waar de harde klappen vallen.’
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.