VNG probeert grip te houden op rijksbeleid woningbouw
Aanleiding is dat de Tweede Kamer deze week de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken behandelt.
De Tweede Kamer buigt zich deze week over de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dat betekent dat minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting, die resideert onder de paraplu van dit ministerie, veel vragen moet beantwoorden over de woningbouwplannen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) legt om die reden haar wensen op tafel, in een position paper.
Eén wens is het vereenvoudigen van de verschillende subsidieaanvragen, voor bijvoorbeeld de woningbouwimpuls of de startbouwimpuls. ‘Er is veel capaciteit nodig om een aanvraag voor te bereiden, waar bovendien veel externe adviseurs voor moeten worden ingeschakeld’, schrijft de VNG.
Vleermuizen en vogels
Een andere wens is meer duidelijkheid over hoe de Soortenmanagementplannen (SMP's) bekostigd gaan worden. Gemeenten moeten die gaan opstellen met oog op het redden van vleermuizen- en vogellevens van een eventuele dood tijdens het isoleren van woningen. De Raad van State oordeelde eerder dit jaar dat het niet voldoende is dat een isolatiebedrijf met een camera een blik werpt in een spouwmuur alvorens deze dicht te maken. Ook buiten het zicht van die camera kunnen zich nesten bevinden in de holtes van een woning.
Om te voorkomen dat individuele huishoudens kostbare ecologische toetsen moeten laten uitvoeren, kunnen gemeenten van provincies een ontheffing van de Wet natuurbescherming krijgen. Maar dan moeten gemeenten voor hun woongebied een soortenmanagementplan opstellen. Wie gaat dat betalen?
‘Minstens 100 miljoen’
‘Wij schatten de totale uitvoeringskosten voor gemeenten op tenminste 100 miljoen euro’, schrijft VNG hierover. ‘Duidelijk is dat de middelen ontoereikend zijn om ervoor te zorgen dat gemeenten hun kosten kunnen dekken en zo voortvarend mogelijk aan de slag kunnen gaan met SMP’s en benodigd ecologisch onderzoek.’ Vorige week antwoordde minister De Jonge op schriftelijke Kamervragen over de ontwerpbegroting dat volgend jaar elke gemeente ‘een bijdrage’ heeft gekregen.
Daarnaast wil de VNG meer helderheid over de visie van de rijksoverheid op de ruimtelijke ordening. Hoe dwingend is het principe ‘water en bodem sturend’? Kunnen gemeenten hun zegje doen over de toekomstige Nota Ruimte, oftewel de nationale blik op de Nederlandse ruimtelijke ordening waarvan volgend jaar een ontwerp naar buiten komt en waarvan net een contourennotitie verscheen?
Wie krijgt de regie?
Hoe gaat het daarnaast verder met het wetsvoorstel Versterking regie op de volkshuisvesting, dat het rijk en de provincies meer grip op de woningbouw moet geven? De VNG wacht voorlopig op het oordeel hierover van de Raad van State, maar is er niet gerust op. Ze vreest dat de wet als gevolg heeft dat gemeenten minder invloed op het woningbouwbeleid krijgen. Ook zou de wet ambtenaren opzadelen met veel ‘uitvoeringslast’.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
1. de inbreilocaties binnen de gemeente. Soms is er ook nog extra ruimte te creëren via fusies van buitensportverenigingen, intensiever gebruik van buitensportaccommodaties en het verplaatsen van sportparken.
2. (beperkte) aansluitingsmogelijkheden aan de bebouwing van de buitengrenzen van de gemeente.
3. het aanwijzen van grote(re) bouwlocaties in het landelijk gebied.
Bij het gebruik van de nrs. 1 en 2 kan vaak aansluiting worden gezocht bij reeds bestaande algemene voorzieningen, waardoor op bouwkosten kan worden bespaard.
Het gepruts met slecht geïsoleerde energie slurpende flexwoningen en containerwoningen moet -als er geen kwaliteitsverbetering in komt- zo snel mogelijk van tafel.