Vaste geldstroom 'belemmert innovatie waterbeheer'
De vaste geldstromen die het rijk beschikbaar stelt voor waterbeheer belemmert innovatie van ons waterbeheer, aldus Europese onderzoekers. Het geld komt toch wel en gaat automatisch naar old-school dijkversterking. De Unie van Waterschap stelt dat er wel degelijk geïnnoveerd wordt.
De waterschappen worden te veel afgerekend op de kwaliteit van de dijken. In combinatie met de zekerheid van de geoormerkte geldstromen kan dit innovatie in de weg staan. ‘Het geld is er, maar gaat vaak naar het versterken van de dijken. Meervoudige ruimtelijke oplossingen komen weinig van de grond’.
Kennis beschikbaar maken
Dat stelt Jana Steenbergen-Kajabová, senior adviseur Kust en Rivieren bij Grontmij Nederland. Zij is nauw betrokken bij het Europese onderzoeksprogramma Star-Flood, dat de diverse manieren van waterbeheer in Europa heeft geïnventariseerd. Het onderzoek is bedoeld om de Europese wetenschappelijke kennis beschikbaar te maken voor praktische lokale toepassingen. Deze maand verschijnt een praktijk handboek met ‘inspirerende internationale praktijkvoorbeelden.’
Jaloers op geld
Volgens haar kunnen lokale overheden in binnen en buitenland veel van elkaar leren. ‘In andere landen kijken de waterbeheerders jaloers naar de inrichting van ons waterbeheer en dan vooral naar de gegarandeerde geldstroom die ervoor beschikbaar is, zonder concurrentie van andere doelen als theaters of nieuwe wegen’.
Prikkel tot innovatie ontbreekt
Maar tegelijkertijd heeft die zekerheid van geoormerkt geld dus ook een nadeel, zo constateert Steenbergen-Kajabova: ‘Het komt van de overheid en gaat voor een groot deel rechtsreeks naar dijkversterking. Dat is veilig, de waterschappen zijn nu eenmaal gehouden de opgestelde normen rond overstromingsveiligheid te halen, dat is hun kerntaak. Daardoor is volgens haar de prikkel tot het vinden van andere, innovatieve oplossingen niet altijd sterk aanwezig. ‘Programma’s als Ruimte voor de Rivieren en andere ruimtelijke oplossingen maken een relatief klein onderdeel uit van het waterbeheer’.
Financiering aangepast
In een reactie op de conclusies van de onderzoekster zegt de unie van Waterschappen dat de financiering geen belemmering (meer) vormt voor innovatie. ‘Voorheen werd de dijkversterking volledig door het Rijk betaald. Sinds de invoering van het Deltaprogramma betalen de Waterschappen voor een deel zelf mee. Er is dus zeker een prikkel om op zoek te gaan naar innovatieve, betere en goedkopere manieren, aldus woordvoerster Judith de Jong.
Klassieke versterking
Volgens haar wordt er bij dijkversterking naar alle varianten gekeken, waaronder die in het domein van meerlaagse veiligheid. ‘Maar vaak vallen die af omdat ze veelal duurder of minder effectief zijn dan klassieke versterking.’ Wel zetten de waterschappen en gemeenten samen altijd in op het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. Op plekken waar geen ruimte is voor klassieke versterking wordt vaak gezocht naar andere ruimtelijke oplossingen rond meerlaagse veiligheid, aldus De Jong.
Robuust stedelijk beheer
De onderzoekers van Star-Flood zien inderdaad een kentering. Vooral de robuuste manier waarop de stedelijke gebieden zich voorbereiden en aanpassen aan de klimaatverandering wekt volgens hen bewondering in het buitenland. Niet alleen in de grote steden wordt dit opgepakt, juist een middelgrote stad als Dordrecht krijgt binnen Star-Flood als best case volop credits.
Dordrecht trots
Gemeentelijk projectcoördinator Water Ellen Kelder toont zich namens Dordrecht trots op de Europese waardering en legt uit welk gemeentelijk beleid er is opgenomen in de praktijkgids. ‘Zonder de dijken te verwaarlozen denken we wel degelijk na over het inrichten van shelters, het opzetten van evacuatieroutes en het beveiligen van bijvoorbeeld elektriciteitshuisjes. Dat gebeurt heel praktisch, aldus Kelder: door scholen uit te rusten met keukens op de tweede verdieping kunnen de gebouwen bijvoorbeeld als opvang dienen bij onverhoopt hoogwater. Door de schakelkasten waterproof te maken kunnen we na een overstroming het normale leven weer snel oppakken’.
Leren van Europese verschillen
Nederland kan overigens ook nog wel wat van het buitenland leren, aldus Steenbergen-Kajabová. Zo is Engeland bijvoorbeeld goed in het evacueren na een overstroming. Gemeenten krijgen daar verder alleen geld van de overheid als ze zelf al de waterveiligheid van een nieuwe woonwijk hebben opgenomen. ‘Dat noopt tot innovatieve en goedkope oplossingen’.
Franse bouwers
Frankrijk zoekt het vooral in ruimtelijke oplossingen en legt de verantwoordelijkheid bij de projectontwikkelaars en bouwers. Niet de gemeenschap maar de huizenkoper betaalt voor droge voeten. Als de ontwikkelaars niet zelf vanaf dag één hun project beschermen dan doet de overheid het zeker niet. ‘Dat is anders dan in Nederland, waar een gemeentelijk project wel langs de watertoets wordt gehouden, maar waar de veiligheid vervolgens door de waterschappen wordt gegarandeerd’.
Polen
Polen tenslotte maakt een slag waarbij het waterbeheer op Nederlands/ Europese leest wordt geschoeid. ‘Het beheer is hier vooral geënt op de EU-subsidiestromen. Dat levert veel prima combinaties op van ruimtelijke oplossingen, meerlaagse veiligheid en dijkversterking waar nodig. ‘Nadeel is dat het sterk geld-gestuurd is, waardoor per project een oplossing wordt bedacht. Dat kan tot versnippering leiden’.
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Laten we het eens hebben over de watervallen bij Lobith die van tien meter hoogte zich rechtstreeks storten naar NAP zee niveau. Miljoenen mensen in het rivieren gebied zouden zich dan geen zorgen meer hoeven maken voor overstromingen. Politici toch al uitblinkend en elkaar om de oren slaand met vage taal zouden er dan misschien iets meer van gaan begrijpen.