Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Uitwerkingstermijn

Twaalf jaar na vaststelling van het bestemmingsplan moet de gemeente de uitwerking van de bestemming zelf ter hand nemen en niet langer overlaten aan de eigenaren van een perceel.

30 mei 2008

De hoogste bestuursrechter heeft voor het eerst een concrete termijn genoemd, waarbinnen de gemeente een bestemmingsplan moet uitwerken.

 

Als J. van Bodegraven uit Ouderkerk aan de Amstel met enkele familieleden een stuk grond erft, wil hij daar woningen op bouwen. De gemeente opent de bouwmogelijkheid in het bestemmingsplan Benning 1993 en wacht met de uitwerking tot er een concreet bouwplan op tafel ligt. Dat duurt lang. Het perceel wordt namelijk gesplitst, nadat één van de erven een deel van de grond verkoopt aan een vastgoedondernemer, die het later doorverkoopt aan Twisk Beheer. De plannenmakers moeten het eens worden over de plaats van de woningen en de ontsluitingsweg. Voor de huizen van Twisk loopt de kortste weg over het perceel van Van Bodegraven. Of diens verzet tegen deze optie de gezamelijke planvorming verhindert, is niet duidelijk. Van Bodegraven doet er tegenover ons liever het zwijgen toe.

 

Twisk komt vervolgens met een plan voor een ontsluitingsweg aan de andere kant. Omdat daarvoor een brug moet worden gebouwd over een vijver, vindt de gemeente dit plan uit het oogpunt van ruimtelijke ordening niet wenselijk. Dan speelt Twisk de bal terug naar de gemeente: die is verplicht het bestemmingsplan uit te werken, al was het maar voor één perceel. B en W van Ouder-Amstel weigeren dit en verklaren het bezwaar daartegen in 2006 ongegrond. De rechtbank vindt dat terecht, omdat het college van B en W een grote vrijheid heeft om te bepalen wanneer het bestemmingsplan wordt uitgewerkt. In hoger beroep sluit de Raad van State zich daar in beginsel bij aan. 'Dit neemt echter niet weg dat het college de plicht heeft om het plan uit te werken op grond van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.'

 

De Raad begrijpt dat de gemeente gezien de samenhang van beide percelen één uitwerkingsplan wil opstellen, maar vindt dat B en W niet goed hebben duidelijk gemaakt waarom zij na al die jaren niet bereid zijn het bestemmingsplan alsnog uit te werken. Het bestemmingsplan was namelijk al meer dan twaalf jaar in werking toen B en W in 2006 het bezwaar van Twisk afwezen. Volgens de Raad van State kan de gemeente de uitwerking niet in handen leggen van particulieren, omdat zij een eigen verantwoordelijkheid heeft om aan de uitwerkingsplicht te voldoen.

 

Volgens Frank Godeschalk, de advocaat van Twisk, heeft de Raad van State voor het eerst een concrete termijn genoemd voor de uitwerking van het bestemmingsplan. Luuk Heijlman van de gemeente Over-Amstel: 'Wij willen graag meedenken met de burger, maar moeten nu als scherprechter optreden. Wij zullen een finaal oordeel vellen door het stedebouwkundig bureau een uitwerkingsplan te laten tekenen.'

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie