Te snelle conclusies
De kiezer heeft weer gesproken. Dat wil zeggen, één op de vier kiezers. De rest verscheurde het stembiljet voor de waterschapsverkiezingen, vergat het of vulde het verkeerd in. Al is de opkomst één procent hoger dan vier jaar geleden, een opkomst van 24 procent voor de oudste democratische bestuurslaag van ons land blijft een droef stemmend resultaat.
Eerder was in Binnenlands Bestuur al vastgesteld dat er welbeschouwd ook niet zoveel te kiezen valt. Op de hoofdpunten van beleid heerst grote consensus: veilige dijken, meer ruimte voor de rivier en schoon water. Verschillen zitten er slechts in de marges: ietsjes meer groen of juist meer ruimte voor de boer.
Al moet de beloofde grondige evaluatie van de waterschapsverkiezingen-nieuwe-stijl nog komen, op voorhand lijkt de conclusie niet al te gewaagd dat politisering ervan de oplossing voor het democratische tekort niet dichterbij kan brengen, juist vanwege het gebrek aan scherpe tegenstellingen.
Gezien de lage opkomst, zal de roep om opheffing van de verkiezingen van waterschapsbesturen weldra weer klinken. Een even absurde als ondoordachte roep. Afschaffen is niet aan de orde zolang waterschappen direct belasting heffen. Dat vereist een democratisch mandaat. Of zoals Amerikanen dat stellen: no taxation without representation. Bovendien getuigt het van simpelheid te stellen dat de aloude schappen niet meer van deze tijd zijn. De strijd tegen het water is nog lang niet gestreden. Meer dan ooit zal er behoefte zijn aan krachtdadige waterschappen. Zonder (bijna-) rampen laat die ongemakkelijke waarheid zich echter moeilijk vertellen.
De waterschappen kiezen in reactie op de lage stembusopkomst voor een vlucht naar voren. De stemmen waren amper geteld of voorzitter Sybe Schaap van de koepelorganisatie opperde al om de waterschapsbesturen indirect te laten kiezen door de gemeenteraden of provinciale staten. Of - iets minder verstrekkend - om de verkiezingen te laten samenvallen met lokale of provinciale verkiezingen. Raads- of statenleden het bestuur van het waterschap laten kiezen, is voortborduren op een fout patroon: het in het politieke trekken van het functioneel bestuur.
Voor koppeling aan lokale en provinciale verkiezingen geldt in wezen hetzelfde. Er kleeft nog een nadeel aan. Waarom immers willen raadsleden geen koppeling van de Tweede Kamerverkiezingen aan de gemeenteraadsverkiezingen? Juist, omdat deze dan ondergesneeuwd raken door landelijke thema’s. Op die manier wordt het lokale bestuur ook niet afgerekend op zelf geleverde prestaties - goed of slecht. Dat gevaar dreigt ook voor de waterschappen, temeer daar de te maken keuzes sowieso al minder in het oog springen.
Verstandig lijkt het om eerst de evaluatie af te wachten, met daarin een ontleding van wat er goed ging en wat voor verbetering vatbaar is. Eerst de analyse, dan de oplossing. En waarom over één nacht ijs gaan? De volgende verkiezingen zijn
pas over vier jaar.
Hans Bekkers
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Welnu, die mening deel ik niet. Deze verkiezing is volkomen overbodig. Er zijn in Nederland twee bestuurslagen die enigszins zichtbaar zijn bij de bevolking: de gemeente en het rijk. De provincie is al helemaal ver weg en leidt een heilloos bestaan. Dus: of hen betrekken bij de belasting voor de waterschappen, of afstappen van de dogmatische idee dat er verkiezingen nodig zijn voor een bestuurslaag die belasting heft.
O Tichler, ook een niet stemmer