ruimte en milieu / Partnerbijdrage

Centrummanager Gemeente Veghel: “Ik heb iedereen aan tafel gekregen”

Centrummanager Gemeente Veghel: “Ik heb iedereen aan tafel gekregen”. Wat moest er veranderd worden en wat is er inmiddels veranderd?

20 april 2017

Toegegeven, het centrum van Veghel had rond 2008 niet het meest bruisende imago. De bedoelingen van winkeliers, gemeenten en de vastgoedpartijen waren goed, daar lag het niet aan, alleen om de één of andere reden kwamen de partijen niet tot elkaar. Eind 2010 werd Jan-Hein Opheij aangesteld als centrummanager om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen.

Opheij was de gedoodverfde kandidaat om Veghels centrummanager te worden, gezien zijn verleden als ambtenaar met openbare orde en veiligheid in zijn portefeuille en later als ondernemer in de commerciële vermaakindustrie. Hij spreekt de taal van ondernemers én ambtenaren. Bovendien: Opheij is in staat partijen met elkaar te verbinden.


Waarom had Veghel zo dringend een centrummanager nodig?
“In een centrum heb je te maken met winkeliers en verhuurders van panden, maar ook met de overheid. Beide kanten van het spectrum spraken niet elkaars taal. Je zag dat de focus nogal van elkaar verschilde. Mijn taak is om de processen in het centrum vloeiend te laten verlopen.”


Wat moest er veranderd worden in Veghel?
“Iedereen moest inzien dat er een transitie op gang zou komen. Met die transitie bedoel ik: van moeten winkelen naar willen winkelen. Handel is niet meer plaatsgebonden. Veghel moest zichzelf afvragen: wat voor stad ben ik? Wat is mijn toegevoegde waarde? Een eigen verhaal is belangrijk, vooral gezien de concurrentie dichtbij van steden als Den Bosch, Eindhoven, Helmond en Uden.”


Wat is er sinds uw komst veranderd?
“Veghel was in die jaren niet uitnodigend. De leegstand nam een vlucht, de architectuur was arm, stedenbouwkundig zat het centrum niet goed in elkaar. Ik heb iedereen aan tafel gekregen, iedereen georganiseerd gekregen. Ik heb alle betrokkenen een eigen visie laten schrijven en daaruit voortvloeiend een stip op de horizon gezet.”


Wat is die stip op de horizon?
“Kwalitatieve groei. Vierkante meters saneren, winkels erin. Consumenten moeten van deur tot deur kunnen winkelen. Dus rotte tanden verwijderen en werken aan een gezond gebit.

Verder is Veghel een foodstad. We hebben sterke merken als Mars, Sligro, Jumbo, Hutten, Maison van den Boer. Gekscherend: geen feestje dat wij niet cateren. Food is het unique selling point. Ieder evenement dat georganiseerd wordt, leggen wij vooraf langs de meetlat van food.”


Hoe ziet een goed stadscentrum er volgens u uit?
“Als een social space. Een plek van ontmoeten, leven, herinneringen maken, een plek waar mensen graag komen. Winkels alleen zijn niet genoeg. Er moet een mix zijn van horeca,  cultuur, ontspanning (zoals een stadspark), winkels en faciliteiten waar online en offline elkaar ontmoeten zoals, heel suf gezegd, een ophaalplek voor pakketjes.


Om te overleven als stadscentrum, heb je een plan nodig. Een gezamenlijke stip op de horizon. Ik zeg ook altijd: winnaars hebben een plan, verliezers een excuus.”


Jan-Hein Opheij is één van de sprekers tijdens de Masterclass Smart Cities op 18 mei in Utrecht. Inschrijven voor deze Masterclass kan via deze link.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.