Scherpe keuzes nodig voor energiesysteem
Overheden moeten slimmer samenwerken en scherpere keuzes maken bij nieuwe ontwikkelingen die een beroep doen op ons energiesysteem.
Lange tijd was het aansluiten van woningen of bedrijven op het energienet een vanzelfsprekend sluitstuk in de ruimtelijke ordening. Maar op veel plekken in Nederland zit het stroomnet vol. Daarom moeten overheden in samenwerking met netbeheerders scherpe keuzes maken welke energie-infra waar komt en wanneer.
Het nieuwe kabinet heeft ambitieuze plannen om vestigingsklimaat voor bedrijven te versterken én 100.000 woningen per jaar bij te bouwen. Deze ambities kunnen alleen worden verwezenlijkt als de geplande woningen en bedrijven toegang hebben tot energie. Dit staat onder druk: door netcongestie zit het stroomnet op steeds meer plekken in Nederland vol. De beschikbaarheid van reële alternatieven zoals warmte, duurzame gassen of waterstof zijn om uiteenlopende redenen onzeker.
Tegelijkertijd zijn er niet alleen in het hier en nu beperkingen. Welvaart en welzijn in de toekomst wordt immers gebouwd op de fundaties van een duurzaam en toekomstbestendig energiesysteem. Dit betekent dat we op een andere manier moeten kijken naar hoe we met energie omgaan en ons systeem en samenwerking daarop aanpassen.
Het is cruciaal dat de ruimtelijke ontwikkeling meebeweegt met de inrichting van het energiesysteem. Welke maatschappelijke functies – zoals wonen, bedrijven, industrie, landbouw en mobiliteit – komen waar? En hoe organiseren we de energievoorziening – niet alleen elektrificeren, maar ook groen gas, warmte en waterstof. Hoe passen we dit ruimtelijk in?
Uit onderzoek van de netbeheerders blijkt dat alleen al voor de bouw van 50.000 elektriciteitshuisjes, zo'n 100.000 parkeerplaatsen aan ruimte nodig is en tientallen hectares voor de inpassing van grotere elektriciteitsstations. Als we de energievoorziening, de ontwikkeling van woonwijken, industrie, mobiliteit en bedrijventerreinen en de agrarische sector los van elkaar organiseren, dan is Nederland letterlijk te klein.
Provincies spelen hierin een cruciale rol. Recent zijn de provinciale Energievisies vastgesteld, waarin deze ontwikkeling in kaart zijn gebracht. Een goede stap, maar om de puzzel écht te leggen, moeten de keuzes worden vastgelegd in omgevingsplannen. Er moeten immers locaties worden aangewezen waar netbeheerders kunnen bouwen.
Dit zijn complexe inpassingsvraagstukken, waarin provincies, maar ook gemeenten en omwonenden een belangrijke rol spelen. En die door de veelheid aan belangen geregeld vertragen. Want hier – in het voorportaal van de uitvoering - ontvouwen zich de moeilijke dilemma’s: iedereen wil meer woningbouw, maar wat als het kabeltracé om de nieuwe woonwijk aan te sluiten door tientallen particuliere percelen moet? Bewoners willen voldoende netcapaciteit om hun woning te verduurzamen, maar hoe reageren zij als het daarvoor noodzakelijke elektriciteitshuisje vanwege ruimtegebrek alleen in het wijkplantsoen geplaats kan worden?
Een positief praktijkvoorbeeld is de bouw van een nieuw elektriciteitsstation in Lelystad. Hiervoor was zes hectare bouwgrond nodig. Gezien de omgevingseisen – niet in beschermd gebied, niet in de buurt bestaande spoorlijnen en wegen – geen gemakkelijke opgave. Maar de provincie, gemeente en netbeheerders zagen vanaf het eerste moment één gemeenschappelijk belang: zonder uitbreiding van de energie-infrastructuur, komt de ruimtelijke ontwikkeling van dit gebied tot stilstand. Kortom, het gedeelde verantwoordelijkheidsbesef leidde tot effectieve samenwerking, waarin gemeente, provincie en netbeheerders in een de facto gezamenlijk projectteam opereerden.
Daarom is het van belang dat provincies op basis van hun energievisies keuzes maken welke energie-infrastructuur waar komt en dit vastleggen in omgevingsplannen. Maar naast deugdelijke plannen, moeten we ook slim samenwerken; vanuit een gemeenschappelijk belang – zoals in Lelystad. Want de inrichting van ons energiesysteem en de ruimtelijke ontwikkelingen van Nederland, zijn twee kanten van dezelfde medaille. Zonder keuzes en slimme samenwerking verergert de situatie op het stroomnet. Dan lopen de maatschappelijke en economische ontwikkelingen vast en kunnen woonwijken niet worden aangesloten en bedrijven niet draaien. Zonder energie-infrastructuur staat alles stil.
Maarten Otto is voorzitter van Netbeheer Nederland en CEO van netwerkbedrijf Alliander
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.