Planprocedures in turbostand zetten
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) vindt het hoog tijd voor een sterk verbeterde werkwijze in de ruimtelijke ordening. ‘Het kan en moet veel sneller en eenvoudiger binnen de huidige wet- en regelgeving.’
Op een gisteren in Den Haag gehouden bestuurlijke top lichtte VNG-voorzitter Annemarie Jorritsma de ideeën over de gewenste aanpak van de ruimtelijke ordening toe.
Volgens Marco Lurks, coördinerend senior bij de VNG en docent Omgevingsrecht aan de universiteit in Leiden, kan de huidige, vaak stroperige praktijk aanzienlijk worden verbeterd als gemeenten de bestaande wettelijke mogelijkheden optimaal benutten. ‘Dat bewustwordingsproces willen we de komende tijd nadrukkelijk op gang brengen’, zegt Lurks.
Bij de uitwerking van haar voornemens laat de VNG zich inspireren door het gedachtegoed van de commissie-Elverding. Deze commissie kwam in 2008 tot de slotsom dat de proceduretijd voor de aanleg van infrastructuur met de helft kan worden bekort, van 14 naar 7 jaar.
De VNG concludeerde vorig jaar al dat grote gemeentelijke projecten met dezelfde complexiteit kampen als rijksinfrastructurele werken. Dan gaat het niet alleen om de talrijke procedures, maar ook om ‘inefficiënt overleg met besturen van betrokken gemeenten en waterschappen, en met diensten van provincie en Rijk’. Door de ‘eilandencultuur’ wordt het gezamenlijk overheidsbelang volgens VNG soms uit het oog verloren. Dit kan leiden tot stagnatie en bovendien tot een grotere kans op vernietiging van besluiten, met daarna weer extra vertraging. Als voorbeeld haalt de VNG de herontwikkeling van het stationsgebied in Utrecht aan: hiervoor zijn 4200 aparte uitvoeringsbesluiten nodig.
Stappenplan
Elverding pleit onder meer voor een brede verkenningsfase, waarbij niet alleen overheden, maar ook milieuorganisaties, omwonenden en andere belanghebbenden vroegtijdig samen om tafel gaan. ‘Een goede voorbereidingsfase’, zegt Marco Lurks, ‘is van groot belang voor het welslagen van een project. Deze voorbereiding moet in onze opvatting uitmonden in een politiek gedragen principebesluit in de vorm van een structuurvisie. Hierover moet op dat moment op alle bestuurlijke niveaus overeenstemming bestaan. Daarmee voorkom je dat overheden naast en achter elkaar besluiten nemen over één en hetzelfde project.’
Om gemeenten de helpende hand te bieden bij deze voorbereidingsfase, werkt de VNG aan een stappenplan. Lurks: ‘In de verkenningsfase moeten alle sectorale, financiële en juridische aspecten van een project nauwgezet worden verkend. Ook is het van belang dat goed wordt geluisterd naar burgers en maatschappelijke organisaties. Wij denken dat een stappenplan kan helpen om deze fase te doorlopen.’
Als eenmaal een structuurvisie is vastgesteld, kan de gemeente met hulp van de coördinatieregeling uit de Wet ruimtelijke ordening zorgen voor een versnelling van de proceduretijd, zegt Lurks: ‘Op deze manier kan je alle uitvoeringsbesluiten in één keer ter inzage leggen, zodat je ook maar één keer naar de Raad van State hoeft. Dat kan veel tijdwinst opleveren.’
De VNG is bezig om een model-coördinatieregeling te maken. ‘Het is een heel juridisch gepuzzel. Je kan alle uitvoeringsbesluiten gelijktijdig nemen. Denk aan onteigeningen, de toepassing van subsidieregelingen of zelfs aanbestedingen. Maar je kan het ook gefaseerd coördineren, in tranches. Deze mogelijkheden willen wij beschrijven in een model-regeling.’
De gemeentekoepel hoopt daarnaast dat meer gemeenten projecten bij het ministerie van Vrom aanmelden als ‘lokaal project van nationale betekenis’. Met deze zogenoemde ‘Triple-A-status’ kunnen projecten worden ondergebracht bij afdeling 7 van de Crisis- en Herstelwet. ‘Dit betekent’, zegt Lurks, ‘dat samenwerking tussen betrokken overheden – gemeenten, provincies, waterschappen – kan worden afgedwongen. Als eenmaal overeenstemming is bereikt, zijn bestuurders van andere overheden verplicht om deel te nemen aan een projectcommissie onder voorzitterschap van de gemeente. Deze commissie zorgt vervolgens voor een goede begeleiding en tijdige afronding van het project.’
De door de VNG bepleite, op Elverding gebaseerde werkwijze moet volgens Lurks ‘standaard’ worden bij complexe projecten. Ook de extra aandacht voor de mogelijkheden van de Crisis- en Herstelwet wordt door de gemeentekoepel hartstochtelijk gepropageerd. Lurks: ‘De bestuurlijke top is een eerste aanzet. Het moet allemaal goed tussen de oren en in de hoofden van de bestuurders komen te zitten. Dat is ons doel.’
Daar gaat bestuurlijk en ambtelijk Nederand juist ten grond aan.
De Staat is geen speelbal voor politici die bij de waan van de dag leven.
Grappen en grollen hebben we de afgelopen jaren voldoende gezien door de staat als bedrijf te zien. Hiermee is veel verloren gegaan.