Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Nog steeds ontbreekt 15 procent van de ov-reizigers

Kennisplatform CROW publiceert jaarrapport over 2023.

18 juni 2024
 Een machinist van de NS op de sprinter van Groningen naar Zwolle.
Een machinist van de NS op de sprinter van Groningen naar Zwolle. ANP

Het was voorspeld: het gebruik van het openbaar vervoer zal nog jarenlang niet terugkeren op het niveau van vóór de coronajaren in 2020 en 2021. Die voorspelling was vorig jaar afkomstig van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, en wordt voorlopig bewaarheid in een nieuw jaaroverzicht over 2023. Ook vorig jaar ontbrak nog 15 procent van de reizigers die in 2019 wel de tram, metro, bus of trein namen. Bovendien vlakt de stijgende lijn af.

Juridisch Adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling – Landelijk Gebied

JS Consultancy
Juridisch Adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling – Landelijk Gebied

Adviseur Contractmanagement/Assistent Contractmanager Meanderende Maas

JS Consultancy
Adviseur Contractmanagement/Assistent Contractmanager Meanderende Maas

Dit staat in het rapport De staat van het openbaar vervoer 2023 van kennisplatform CROW, dat zich baseert op cijfers van het bedrijf Translink dat de OV-chipkaart en andere betaalmogelijkheden beheert. De meeste ov-autoriteiten, waaronder provincies, zitten qua bezetting op 77 - 87 procent van topjaar 2019. De regionale trein in de provincie Groningen scoorde het beste, met 92 procent van het aantal passagiers van vier jaar eerder. Landelijk groeide het reizigerstal met 14 procent sinds 2022, maar de groei vlakt af. Zie de grafiek uit het rapport hieronder.

Klik om te vergroten

Dit is geen goed nieuws voor de regionale overheden, die vrijwel altijd exploitatiesubsidies moeten betalen om het openbaar vervoer rendabel te houden. Alleen in de grote steden is die systematische compensatie niet nodig. In Amsterdam bijvoorbeeld is het andersom: daar betaalt vervoersbedrijf GVB de Vervoerregio Amsterdam om de concessie te mogen krijgen. Deze concessie wordt overigens niet aanbesteed, zoals in geen van de vier grote steden gebeurt, maar onderhands gegund aan steeds dezelfde vervoerder. Hetzelfde doet de rijksoverheid met de Nederlandse Spoorwegen. Die uitzondering op de marktwerking mag op basis van de Europese Public Service Obligation-wet.

Nog meer vergoedingen

Het totaal aan exploitatiesubsidies steeg in 2023 naar 968 miljoen. Voor corona was dit 760 miljoen euro, in 2021 771 miljoen en in 2022 830 miljoen. ‘Deels komt dit door de duurdere noodconcessies in een aantal gebieden’, schrijven de onderzoekers. Een noodconcessie wordt verleend als de aanbesteding van een concessie niet lukt. De afgelopen jaren waren en zijn er noodconcessies in de ov-gebieden Friesland, Veluwe-Zuid, Zuid-Holland Noord en West-Brabant

‘Van de 968 miljoen euro (aan exploitatiesubsidies, red) is 830 miljoen voor bus, tram en metro, 12 miljoen voor de veerdiensten en 126 miljoen voor de regionale treindiensten.’ Percentueel gezien komen de overheidsbijdragen wel in de buurt van 2019: in 2023 36 procent van de regionale ov-concessies, in 2019 32 procent.

Naast de exploitatiesubsidies kwam de rijksoverheid in de coronajaren ook nog met de Beschikbaarheidsvergoeding Openbaar Vervoer (BVOV) en in 2023 met de Transitievergoeding regionale OV-concessies (TVOV). Die worden via de decentrale overheden aan de vervoerders verstrekt. Over deze vergoedingen lopen nog bezwaarprocedures bij de rechter. In 2024 moeten de vervoerders verantwoording afleggen over deze vergoedingen.

Prijsstijging

De prijzen in het openbaar vervoer stegen in 2023 met zeven procent, hoewel de tariefontwikkeling in het ov volgens het CBS de laatste jaren wel degelijk achterbleef bij de kostenontwikkeling van het bezitten van een benzine- of dieselauto. Om te zorgen dat de ov-prijzen in 2024 gelijk bleven, stemde de Tweede Kamer eind vorig jaar in met 300 miljoen voor het stads- en streekvervoer en kreeg de NS één keer 120 miljoen euro extra. ‘Dit is een eenmalige actie geweest voor 2024 en daarom is het van belang om de ontwikkeling van de tarieven in de gaten te houden de komende jaren’, staat voorzichtigheidshalve in het rapport.

Vervoerders bieden de laatste jaren minder lijnen aan, om kosten te besparen en het gebrek aan personeel op te vangen. Over de afgelopen vijf jaar gaat het om 8 procent daling. In de provincie Utrecht betreft het zelfs 37 procent, onder meer door het verdwijnen van nachtlijnen en het door Utrechtse vervoerders in de markt zetten van zogenaamd Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) met minder haltes en snellere routes. Zie hieronder een grafiek uit het rapport.

De afname van ov-lijnen.

Onveilig

Terwijl veel vervoerders nieuw personeel zoeken, nam het veiligheidsgevoel onder de huidige werknemers tot in elk geval 2022 verder af. Cijfers over 2023 zijn er nog niet. Een kleine 70 procent werd twee jaar geleden slachtoffer van zaken als mishandeling, bedreiging, lastigvallen en spugen. Vooral tram- en metrobestuurders voelen zich minder dan eerder op hun gemak. ‘Het gemiddelde landelijke cijfer voor sociale veiligheid is in 2022 een 6,1’, schrijven de onderzoekers. ‘Dit is het laagste cijfer in ruim twintig jaar.’

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Nico Bos
Eenmaal uit de bus en de vervoerder kan het schudden. M.n. het streekvervoer is tegenwoordig een ramp met allerlei omzwervingen door nieuwe wijken waardoor de reistijd van A naar B zich binnen enkele jaren heeft verdubbeld inclusief vaak verplichte overstappen; het is gewoon niet leuk meer om je tijd te verspillen met die "verbeterde" nieuwe routes die de provincies telkens achter een bureau bedenken en vervolgens keer op keer wijzigen.
Advertentie