Nieuwe bestuursafspraken voor aanpak bodemvervuiling
Akkoord tussen Rijk, waterschappen, provincies en gemeenten.
Om de industriële bodemverontreiniging in Nederland verder aan te pakken, zijn er nieuwe afspraken gemaakt tussen het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW).
Met ingang van 2023 stelt het rijk tot en met 2030 elk jaar 69,5 miljoen euro beschikbaar aan de decentrale overheden om bodemverontreiniging te verhelpen. Ruim vijftig miljoen van dit budget is bedoeld voor daadwerkelijke bodemsanering. Omdat het principe geldt dat 'de vervuiler betaalt', is dat geld alleen bedoeld voor zogenaamde spoedopgaven en buitenproportionele opgaven.
Spoed
In het geval van spoedlocaties gaat het om verontreinigingen van vóór 1987 die een onmiddellijk risico vormen voor mens en natuur. Bij buitenproportionele opgaven moet bijvoorbeeld gedacht worden aan grond die, of water dat, vervuilt is met PFAS, of om loodverontreinigingen in een groot gebied die niet aan één bron toe te schrijven zijn. Ook springt de overheid bij als een bedrijf niet de financiële draagkracht heeft eigenstandig de bodemsanering uit te voeren.
Volgens uitvoeringsorganisatie Bodemplus was de sanering van de helft van de 1643 geregistreerde spoedlocaties in 2021 afgerond.
Akzo
Het ligt gevoelig dat de overheid niet mag opdraaien voor vervuiling door bedrijven. Afgelopen april beantwoordde staatssecretaris Heijnen Kamervragen van GroenLinks-lid Kauthar Bouchallikh over de aankoop door de gemeente Deventer van een voormalig terrein van chemiebedrijf Akzo Nobel. Bouchallikh wilde zeker weten dat het bedrijf de sanering zelf betaalde. Het voormalige bedrijfsterrein was onder meer vervuild met zware metalen en olieachtige producten.
Volgens het Kamerlid had de belastingbetaler in eerdere gevallen moeten betalen voor de sanering van de grond van de Olster Asfalt Fabriek in Olst en de Exploitatie Maatschappij Krimpen in Krimpen aan de IJssel. Volgens staatssecretaris Heijnen zijn die casussen onvergelijkbaar met het voormalige terrein van Akzo Nobel in Arnhem. Het bedrijf in Olst was namelijk failliet gegaan, en de grond in Krimpen aan de IJssel was in eigendom van de Nederlandse staat zelf.
PFAS
In april 2022 is daarnaast een motie aangenomen van Tweede Kamerlid Kiki Hagen van D66 om de PFAS-verontreiniging in de Westerschelde te verhalen op het Amerikaanse bedrijf 3M in het Belgische Zwijndrecht. Het Rijk en de provincie Zeeland zijn dit ook daadwerkelijk van plan.
Het internationale bedrijf kondigde overigens deze week aan eind 2025 geheel te stoppen met de productie van PFAS. De reden, zegt het bedrijf, is dat de EU en de Amerikaanse overheid de komende jaren strengere regels opstelt. Ook in landen als Canada en Australië, en in Azië, worden toezichthouders minder toegeeflijk.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.