Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Neprom wil einde aan ‘sovjet-model’

Gemeenten houden bij hun woningbouwprogramma’s te weinig rekening met bewonerswensen, vindt de Neprom. ‘Maak een einde aan het huidige sovjet-model’, zegt voorzitter Noordanus.

12 november 2009

De woningmarkt verandert volgens de Neprom (Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen) komende jaren steeds sterker, van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd. Projectontwikkelaars, architecten, corporaties, gemeenten en stedenbouwkundigen moeten een nieuwe weg inslaan, zegt voorzitter Peter Noordanus. ‘Degenen die denken dat het na de crisis vanzelf weer aantrekt, komen bedrogen uit.’

 

Hoog tijd voor een andere aanpak, stelt hij. ‘Het is in de zo snel veranderende woningmarkt op twee punten goed aan het misgaan. Dan gaat het om het soort woningen én om de architectuur. In de bouwprogramma’s van gemeenten zie je een groot overschot aan appartementen, vaak gepland op plekken waar mensen helemaal niet in een appartement willen wonen. En in de architectuur wordt onvoldoende rekening gehouden met de smaak van de woonconsument. Het is een dubbele fout: hoge dichtheden én vergeten wat de mensen willen.’ Noordanus spreekt van een ‘stalinistische’ woningmarkt volgens ‘sovjet-model’.

 

Bij bouwplannen lijken de wensen van toekomstige bewoners geen rol te spelen. ‘In de steden buitelen wethouders over elkaar heen met hun ambities voor compactheid. Vooral in de Randstad doen ze aan haasje-over. Gevolg is dat een enorme overprogrammering is ontstaan van appartementen die je aan de straatstenen niet kwijtraakt. In vooroorlogse wijken staan nu al nieuwe appartementen leeg. Dat is structureel. Er moet meer worden nagedacht over attractieve woonmilieus.’

 

Voor Noordanus staat vast: ‘Als mensen moeten kiezen tussen een kraak-noch-smaak-appartement in de stad, of voor laagbouw in een suburb, dan kiezen ze het laatste.’ En dat leidt alleen maar tot extra files, zegt hij. ‘Compact bouwen bindt mensen echt niet aan de stad, al lijken beleidsmakers dat soms wel te denken.’ Noordanus beaamt dat het in de Nota Ruimte vastgelegde streven om landelijk 40 procent van alle nieuwe woningen binnenstedelijk te bouwen, bij gemeentelijke planontwikkeling een grote rol speelt.

 

‘Er is een wedstrijdje ontstaan. Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Rotterdam; ze zetten er allemaal nog een enorme stoot bovenop. Driekwart van de te bouwen woningen wordt in de bestaande stad gepland.’ Voor appartementen is volgens Noordanus alleen een markt als ze worden gebouwd ‘op plekken die ertoe doen’. Anders wil niemand er wonen, zegt hij. Het gevolg is dat ‘die fantasieloze appartementblokjes’ uiteindelijk alleen nog worden verkocht of verhuurd aan mensen die nergens anders terechtkunnen. ‘Voordat je het weet, ben je voor de nieuwe armoe aan het bouwen, met alle sociale gevolgen van dien.’

 

Een bewoner wil in de visie van Noordanus trots zijn op zijn woning en buurt. ‘Modernistische nieuwbouw’ is daarom volgens hem niet aan te raden. ‘Van klassieke, traditionele architectuur - zoals in Brandevoort in Helmond naar ontwerp van Rob Krier - wordt in de architectuurkritiek vaak schande gesproken. Maar de mensen vinden het vreselijk mooi. Met je ontwerp moet je de mensen opzoeken, in plaats van afstoten. We moeten echt in de huid van onze klanten kruipen.’

 

Compacte laagbouw volgens traditioneel ontwerp heeft volgens Noordanus de toekomst, evenals appartementen op markante plekken. Hij erkent overigens dat projectontwikkelaars medeverantwoordelijk zijn voor de situatie zoals die nu is ontstaan. ‘De hand moet zeker ook in eigen boezem. We zullen meer weerstand moeten bieden aan gemeenten en meer empathie moeten tonen voor onze klanten.’

 

Oordeel

 

Ook in een stad als Nijmegen is volgens de Nepromvoorzitter te veel gestapelde bouw gepland. Wethouder Paul Depla (Ruimte & Bouwen, PvdA) is het hiermee niet eens. Hij wijst er op dat het vooral belangrijk is om in een wijk verschillende soorten woningen te bouwen. ‘Je postcode mag geen indicatie zijn voor je leeftijd, je ras of de dikte van je portemonnee.’

 

Depla wil waken voor het ‘verabsoluteren’ van woonwensen: ‘Als iedereen laagbouw wil met een fatsoenlijke tuin, zou je alle schaarse groene plekken die je in de stad nog hebt, voor woningbouw moeten bestemmen. Ik wil ook wel een woning in het park, en dan het liefst zonder buren. Maar als je al die woonwensen bij elkaar optelt en realiseert, krijg je een stad waarin niemand wil wonen. Zo kan een stad niet gebouwd worden.’

 

Om te voorkomen dat in wijken ‘een monocultuur’ ontstaat, is gevarieerde bouw volgens Depla noodzakelijk. Appartementen horen daarbij. Bovendien zijn bepaalde bevolkingsaantallen nodig om voorzieningen in de wijken draagkracht te geven, betoogt hij. ‘Van belang is verder dat je ook kijkt naar te verwachten woonwensen op langere termijn en rekening houdt met demografische ontwikkelingen.’

 

Als het gaat om architectuur, is Depla terughoudend. ‘Als bestuurder moet je de deskundigheid organiseren en kwaliteitsgaranties inbouwen, zonder dat je jezelf een oordeel aanmeet. Persoonlijke voorkeuren mogen geen rol spelen.’

 

Peter Noordanus en Paul Depla spreken 25 november in De Doelen-Rotterdam op het kennisfestival ‘Zo wil ik wonen’ van Neprom en Architectuur Lokaal. Meer informatie: www.zowilikwonen.nl

 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Korrie Louwes / Zalmhaven2030.nl
Blij te lezen dat er eindelijk een tegengeluid komt tegen al die fantasieloze torens met appartementen. Jammer dat op exact hetzelfde tijdstip in een vergaderzaal op het stadhuis te Rotterdam wethouder Karakus zo'n verouderd plan van de vorige eeuw verdedigt. Weer zo'n giga-complex met hele kleine appartementjes in het prachtige Scheepvaartkwartier waardoor de Veerhaven in de schaduw komt. Graag mooie nieuwbouw, maar dan wel van nu. Welke deelnemers komen ons steunen op 10 minuten lopen van de De Doelen?
Advertentie