Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Milieuorganisaties buitenspel gezet

Twee milieuorganisaties die bezwaar maakten tegen de uitbreiding van Brabantse veehouderijen, zijn niet ontvankelijk verklaard. Volgens Gedeputeerde Staten zijn de bezwaarmakers niet actief genoeg in de regio.

29 augustus 2008

Het besluit van Gedeputeerde Staten Noord-Brabant om twee milieuorganisaties niet ontvankelijk te verklaren in een bezwaarprocedure over de uitbreiding van veehouderijen roept vragen op bij juristen, maar de provincie zegt gewoon de jurisprudentie te volgen.

 

De Nijmeegse Coöperatie Mobilisation for the Environment (Mob) en de in Amsterdam gevestigde Stichting Openbare Ruimte hadden bezwaar gemaakt tegen in totaal 22 vergunningen van Brabantse veehouders, die door verdere uitbreiding de ammoniakuitstoot bij natuurgebieden zouden overschrijden.

 

Gedeputeerde Staten verklaarde de milieuorganisaties nietontvankelijk omdat ze te weinig directe betrokkenheid zouden hebben in de regio en daardoor niet als direct belanghebbende kunnen worden aangemerkt. De Stichting Openbare Ruimte houdt zich bovendien uitsluitend bezig met het voeren van procedures en voldoet om die reden niet aan de ontvankelijkheidscriteria die de provincie hanteert. Noord-Brabant beroept zich op een aantal recente uitspraken van de Raad van State en aanbevelingen vanuit het ministerie van Landbouw om restrictiever om te gaan met de mogelijkheden van bezwaar en beroep.

 

Hoogleraar milieurecht Rosa Uylenburg vindt het ‘niet netjes’ dat de provincie discussie uit de weg gaat. ‘Ammoniakuitstoot vormt een grote bedreiging voor het milieu. Het is een slechte zaak als milieuorganisaties daar geen bezwaar meer tegen mogen aantekenen, temeer omdat er in agrarische gebieden lokaal doorgaans geen verzet is, bijvoorbeeld omdat boeren hun collega’s niet dwars willen zitten.’ De eis dat een milieuorganisatie alleen ontvankelijk is als zij eerder actief is geweest in het gebied noemt de hoogleraar twijfelachtig. ‘Als nieuwe organisatie moet je toch ergens beginnen.’

 

Juridisering

 

Uylenburg vindt dat ten onrechte een beeld wordt geschetst dat milieuorganisaties eindeloos door kunnen procederen tegen vergunningen. ‘De mogelijkheden om dat te doen zijn in Nederland niet veel ruimer dan in omliggende landen. Overheden klagen over juridisering en beschuldigen milieuorganisaties van vertragingstactieken, waar ze simpelweg gebruik maken van hun rechten.’

 

Volgens Uylenburg doet de provincie Noord-Brabant nu zelf aan juridisering, door ‘met een truc besluiten die in strijd zijn met de Habitatrichtlijn door te willen drukken’. Valentijn Wösten, raadsman van Stichting Openbare Ruimte, gaat waarschijnlijk samen met Coöperatie Mob in beroep tegen de uitspraak. De provincie neemt volgens Wösten ‘willens en wetens’ een onhoudbaar besluit.

 

‘De Coöperatie Mob heeft een lange staat van dienst en is al meerdere keren door de Raad van State ontvankelijk verklaard in dit soort zaken. Ook Brabant heeft al meerdere keren met Mob te maken gehad.’ Uylenburg denkt dat de provincie in een hoger beroep grote kans maakt. Ze wijst op een recente uitspraak waarin Monumentenbehoud Nederland niet-ontvankelijk werd verklaard, onder meer vanwege een te veelomvattende statutaire doelstelling.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie