Verduurzaming vraagt lokale daadkracht
De verduurzaming van bedrijventerreinen moet hoger op de lokale politieke agenda.
Bedrijventerreinen komen vooral in beeld bij ondermijning of overlast. Of als potentiële locatie voor woningbouw. Maar de helft van de regionale toegevoegde waarde wordt hier verdiend en de klimaat- en circulaire potentie van de terreinen is groot.
De verduurzaming van bedrijventerreinen moet hoger op de lokale politieke agenda. Met deze open deur is iedereen het eens. We willen toch allemaal verduurzamen en zeker bij aanleg van nieuwe terreinen? Hoopgevend is dat je een terrein wat je niet als duurzaam in de markt zet, ook niet meer kunt verkopen. Dit terwijl duurzaam in de wereld van bedrijventerreinen tien jaar geleden nog, kortzichtig, gelijk werd gesteld aan duur. Daarnaast neemt het maatschappelijk verzet tegen de verdozing en anonimiteit van veel terreinen met de dag toe.
Er dreigt zelfs een landelijke bouwstop. Veelgehoorde kritiek is dat er niet eens zonnecollectoren op de daken liggen en het gebouw een anonieme doos is wat je werknemers en ook omwonenden eigenlijk niet kan aandoen. Kortom, verduurzaming van bedrijventerreinen is hard nodig. De realiteit is echter anders.
Over bestaande bedrijvenenterreinen wordt in media en politiek gesproken wanneer het gaat over ondermijning, overlast en laakbaar gedrag van een bedrijf. Of dat deze gebieden ook bruikbare locaties zouden kunnen zijn voor woningbouw. Er wordt aan voorbij gegaan dat bijna drie miljoen mensen er werken (dat is 30 procent van de beroepsbevolking). Dat het merendeel van de bedrijven lokaal of regionaal verankerd is en bijna de helft van de regionale toegevoegde waarde hier wordt verdiend. Daar komt bij dat de klimaat- en circulaire potentie van bestaande terreinen groot is en er veel CO2-reductie mogelijk is.
Je zou denken: aan de slag, schop in de grond en uitvoeren maar. Het tegendeel is ook hier eerder het geval. Bedrijventerreinen staan lokaal gewoon niet hoog op de agenda. Veel gemeenten krijgen ze niet verduurzaamd. Voor een deel spruit dit voort uit het algehele tekort aan mensen, middelen en organisatiekracht rond stedelijke transformatie. Op provinciaal en rijksniveau is sprake van een soortgelijk beeld, al zijn er hoopvolle ontwikkelingen, zoals Mooi Nederland en provinciale herstructure - ringsbijdragen. Er lijken eindelijk mensen en middelen vrij te komen.
In regio’s als Haaglanden, Brainport Eindhoven, Metropoolregio Amsterdam, U10 Utrecht en Rijnmond wordt op basis van onafhankelijke, door provincies geïnitieerde ramingen duidelijk dat er een toenemend tekort dreigt aan bedrijventerreinen. Het vestigingsklimaat in deze regio’s staat onder druk. Bedrijven worden gedwongen de regio te verlaten en ook topclusters zoals rond ASML lopen tegen hun grenzen aan.
Maar regio’s willen niet dat nieuwe terreinen massaal worden volgebouwd met anonieme dozen. Ze moeten vooral bestemd worden voor het regionale bedrijfsleven. Neem daarin dan meteen de verduurzaming mee, door die als gemeente in de vestigingseisen voor bedrijven op te nemen. Voor de transformatie van bestaande terreinen zijn extra mensen en middelen nodig. Deze investeringen zullen lonen, want de duurzame potentie van bedrijventerreinen is enorm. Het is de hoogste tijd om de terreinen op te knappen en te verduurzamen; om de vele plannen die er zijn eindelijk om te zetten in lokale politieke daden.
Cees-Jan Pen, lector Ondernemende Regio bij Fontys Hogescholen
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.