Hoe verloopt de energietransitie in de dertig energieregio's?
Interview met Kristel Lammers, directeur van het Nationaal Programma Regionale Energie Strategie. Het Klimaatakkoord wordt gehaald.
Hoeveel is 35 Terawattuur? Het is een hoeveelheid energie die moeilijk te bevatten is, maar die in 2030 wel degelijk hernieuwbaar opgewekt zal worden door zonnepanelen en windenergie op land. Dat is de conclusie na twee jaar Regionale Energie Strategieën (RES), oftewel de dertig energieregio's van provincies, gemeenten en waterschappen, samen met netbeheerders.
Dat betekent dat dit doel van het Klimaatakkoord van 2019 binnen handbereik ligt, vertelt Kristel Lammers, directeur van het Nationaal Programma RES.
Lammers (foto) bezet met een team van dertig halftijds- en voltijdskrachten een verdieping in het gebouw van de Unie van Waterschappen in Den Haag. Een verdieping lager resideert overigens het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW), dat zich druk houdt met de warmtenetten.
Maar hoeveel is een Terawattuur (TWh)? Dat is één Terawatt aan stroom per uur, oftewel een miljoen megawatt. Dat kan opgewekt worden door 54 windmolens van 5,6 MW, of een zonnepark van duizend hectare, stelt het nationaal programma.
Eén Terawatt is ongeveer één procent van de huidige jaarlijkse stroomvraag. Alsnog zal de 35 TWh in 2030 niet gelijk staan aan 35 procent van de vraag in dat jaar. De stroombehoefte neemt de komende jaren namelijk gigantisch toe, door de electrificering van de industrie, de productie van waterstof, de warmtepompen in woningen en de laadplekken voor elektrische voertuigen.
Hoe hoger de RES-regio's uitkomen met hun stroomproductie, hoe beter. In 2021 berekenden zij dat ze gezamenlijk zelfs uit konden komen op 55 TWh. Maar dat is niet langer reëel, tonen de voortgangsreportages die 1 juli binnenkwamen.
BB Hoe groot is het probleem van de netcongestie voor jullie, eigenlijk? Jullie schrijven dat het doel voor 2030 van 35 TWh gehaald wordt.
Hoe erg het probleem van de netcongestie is, zal per energieregio verschillen en ook afhankelijk zijn van de oplossingen die de betrokken partijen met elkaar weten te organiseren, zoals bedrijven die gaan doen aan ‘energie delen’. Dat wordt na de zomer in de Energiewet opgepakt. In een aanvulling op die wet wordt energiedelen een optie, wat ook in Europa is afgesproken: dat een bedrijf zijn eigen opgewekte energie op een bedrijventerrein kan delen met de buren, waardoor het netwerk wordt ontlast. Ik denk dat we de komende tijd nog meer van dit soort oplossingen zullen weten te vinden.
BB Enexis liet weten dat in Noord-Brabant tot 2030 geen nieuwe aansluitingen op het elektriciteitsnetwerk mogelijk zijn. Wat betekent dit voor de RES-regio’s daar?
Brabant zit echt op slot. Maar de netbeheerders hebben lange planningslijnen, dus zij houden al rekening met de zoekgebieden in de RES bij de uitbreidingen van hun stations. Elk jaar stellen netbeheerders en de RES de plannen op elkaar af op grond van de uitvoering in de regio en de inzichten bij de netbeheerder. Daarnaast organiseren de provincies met hun pMIEK’en (provinciale Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie & Klimaat) de prioritering. De netbeheerders hebben altijd gezegd: die 35 TWh kunnen we waarmaken. Daarbóven zijn we afhankelijk van de ruimte op de onderstations, hoe lang de transportlijnen moeten zijn, enzovoort. Maar ik ben er echt van overtuigd dat we oplossingen gaan bedenken die we nu nog niet hebben bedacht.
BB Wat is de grond van zoveel vertrouwen?
Dat doen mensen toch altijd? We beginnen altijd om twee voor twaalf, en vervolgens zijn we creatief. Ik heb wel vertrouwen in de mensheid, in die zin. Daarnaast zijn we bijvoorbeeld allemaal afgelopen winter op energie gaan besparen. We zijn ons gedrag gaan aanpassen aan wat er op dat moment gevraagd werd. En ik denk dat we ons gedrag nu weer gaan aanpassen. Maar het is wel een grote klus om dat sociaal en rechtvaardig te doen.
Ik ben ervan overtuigd dat we oplossingen gaan bedenken die we nu nog niet hebben bedacht.
BB Is dat onderdeel van de RES: het sociale perspectief?
Dat zit er absoluut in. Het streven naar 50 procent lokaal eigendom is een element in de RES om de lasten en lusten op gebiedsniveau beter op elkaar af te stemmen; zodat mensen zeggenschap en eigenaarschap hebben, en meeprofiteren. Zodat de opbrengst in het gebied blijft en niet naar multinationals in het buitenland stroomt. Er zijn ook echt mooie voorbeelden in de regio’s, hoe dat met name door energiecoöperaties wordt opgepakt. Maar dit geldt ook voor de commerciële partijen. Er zijn gedragscodes onderschreven door zowel de zonne- als de windsector, onder leiding van de Nationale Vereniging Duurzame Energie (NVDE), waardoor al die partijen zich inzetten voor 50 procent lokaal eigendom.
BB Is 50 procent wel reëel?
Dat is een goede vraag. Er worden op dit moment allerlei monitoringen uitgevoerd om daar beter zicht op te krijgen. Gemeenten en provincies hebben dit steeds vaker in hun beleidskaders opgenomen, wat betekent dat we dit streven in de projecten terug moeten gaan zien. Er loopt nu een monitoring, in opdracht van het ministerie van EZK.
BB Hoe groot is het probleem van het gebrek aan stikstofruimte?
Netbeheerders geven aan dat er nu zo’n drieduizend projecten zijn die vertraging oplopen door de stikstofproblematiek. Een voorbeeld is de uitbreiding van het onderstation bij Harderwijk, dat vlakbij de Veluwe zit. Dat komt doordat er in de regelgeving nog geen uitzondering is voor de energieinfrastructuurprojecten. Europa is daar wel mee bezig, om projecten uit te zonderen die uiteindelijk het klimaatbeleid verder helpen. En in de praktijk wordt binnen de regio’s gekeken hoe ze binnen de bestaande wet- en regelgeving met het probleem om kunnen gaan. In Gelderland is binnen de RES-regio’s gekeken of er oplossingen mogelijk zijn dankzij de stikstofbank. Want het gaat om een relatief kleine stikstofbelasting, alleen in de bouwfase. Van de stikstofrechten in die stikstofbank kunnen netbeheerders dan gebruik maken, en gemeenten bij het afgeven van de vergunningen. Ik hoor dat dit in Harderwijk aan het lukken is: ze lossen het daar op dankzij de stikstofbank.
We blijven altijd in gesprek over de democratische legitimiteit van vraagstukken die zich niet houden aan administratieve grenzen van een provincie of gemeente.
BB Hoe zit het met het democratisch mandaat van de RES? Het is voor raadsleden en statenleden lastig om invloed uit te oefenen op een regionale samenwerking die hun provincie of gemeente ontstijgt.
De RES is een samenwerkingsverband op regionale schaal, met provincie, gemeenten en waterschappen als bevoegde gezagen. Elke provincie, elke gemeente en elk waterschap neemt haar eigen democratische besluit op dat document. Dus daarin is de democratie verankerd. Op regionale schaal werken vooral ambtenaren samen, en is er een bestuurlijke stuurgroep; vaak samen met allerlei maatschappelijke partners, zoals LTO en Natuur- en Milieufederaties. Maar de besluitvorming vindt wel plaats binnen die individuele provincies en gemeenten en waterschappen.
Daar zitten wel ingewikkeldheden in: als er een amendement of een motie komt in gemeente A, een andere in B, en een andere in C; hoe neem je dat dan weer mee op de schaal van die regio? Het is dus dansen tussen de schaalniveaus. Maar dat is eigenlijk niet zoveel anders dat hoe het eerder al was, met andere regionale samenwerkingen.
Daarnaast neem ik altijd de windmolens hier bij Den Haag en Leidschendam-Voorburg als voorbeeld: die staan op het grondgebied van Den Haag, dus de inwoners van die gemeente kunnen meepraten en de inwoners van Leidschendam-Voorburg in principe niet. Toch? Maar de windmolens staan op een bedrijventerrein, waar weinig Hagenezen omheen wonen. Inwoners van Leidschendam-Voorburg wonen dichter in de buurt. Het voordeel van de regionale structuur, vind ik, is dat in de regio’s het gesprek plaatsvindt over participatie van inwoners over de grenzen van de eigen gemeenten heen.
Maar we blijven altijd in gesprek over de democratische legitimiteit van vraagstukken die zich niet houden aan administratieve en fysieke grenzen van een provincie of gemeente. Dat is nooit af. Dit najaar gaan we daar ook weer een gesprek op organiseren.
De provincie Zuid-Holland heeft ontzettend strakke kaders gehanteerd de afgelopen jaren.
BB De RES-regio Rotterdam-Den Haag is niet op koers: ze zitten op 1 TWh van de geplande 3,2 TWh. De problemen liggen deels op politiek vlak. Hoe zit dat?
Ze geven in hun voortgangsrapportage aan dat het halen van het door henzelf gestelde doel uitdagend is. Maar dat is één regio uit dertig. En niet de grootste. Flevoland draagt bijvoorbeeld 5,8 TWh bij, en Groningen 5,7 TWh. Ongeveer de helft van de regio’s ligt op koers om hun aandeel in de 55 TWh te halen. Rotterdam-Den Haag heeft qua netcongestie minder te doen dan andere regio’s, maar met 23 gemeenten in één regio krijg je een bestuurlijke dynamiek: waar komen bijvoorbeeld dan die windmolens?
En dit is echt een complex gebied, hoor: er zit veel industrie en woningbouw, er zijn veel mobiliteitsvraagstukken, evenals land- en tuinbouw, en het Groene Hart. Er is bijna geen stukje Nederland waar zoveel mensen wonen en zoveel functies bij elkaar zijn gebracht. Daarnaast heeft de provincie Zuid-Holland ontzettend strakke kaders gehanteerd de afgelopen jaren, zoals de bescherming van het Groene Hart. In het nieuwe coalitieakkoord van de provincie zit meer ruimte voor energieopwek.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.