Advertentie
ruimte en milieu / Achtergrond

Droog, droger, droogst

Wat doet Nederland tegen de droogte? En hoe wapent Italië zich? In dit tweeluik werpt Binnenlands Bestuur een blik op de maatregelen.

02 september 2022
Droogte met bloem
Pixabay

Op dit moment is het gemiddeld droger dan in 2018, recordjaar tot nu toe. Wat is er sindsdien gebeurd? Waarom zijn we nog steeds niet weerbaar tegen droogte? We kijken eerst wat we in Nederland kunnen doen – en op de pagina’s hierna hoe Italië met de droogte omgaat.

Informatiespecialist

Yacht
Informatiespecialist

Directeur

Shared Service Centrum Ons
Directeur

De Rijn staat lager dan in 2018, de scheepvaart wordt ernstig gehinderd. Vissen hebben het moeilijk door gebrek aan water in beken en lijden onder de hoge watertemperaturen. Al vroeg in het jaar weigerde drinkwaterbedrijf Vitens vijf bedrijven aan te sluiten wegens onvoldoende leveringszekerheid. Boeren moeten vervroegd mais oogsten, een wanhopige uienteler krijgt een boete wegens illegaal beregenen in Zeeland. In de bossen lijkt het wel herfst, zelfs een leek ziet dat veel bomen stervend of al dood zijn. En de laatste weken neemt ook de verzilting in het westen grote vormen aan.

Waarschijnlijk is 2022 begin september officieel een droger jaar dan 2018. Het is het vierde droge jaar in de laatste vijf jaar. En in het gematigde 2021 hadden we te kampen met watersnood in Valkenburg. ‘Tot voor kort zei ik: misschien gaan we dit vaker zien, maar tegenwoordig laat ik het woordje “misschien” weg’, zegt dijkgraaf van hoogheemraadschap van Rijnland Rogier van der Sande, tevens voorzitter van de Unie van Waterschappen.

‘Extreem weer is de nieuwe realiteit.’ Als hoogtepuntje noemt Van der Sande dat zijn waterschap dit jaar heeft geleerd om al vroeg in het seizoen de gemalen minder aan te zetten. ‘Daardoor is er nu minder verzilting en hebben we minder van het schaarse water nodig om de sloten door te spoelen.’ Kansen ziet Van der Sande nog wel voor de waterschappen. ‘Bijvoorbeeld in de aanleg van meer retentiebekkens en klimaatbuffers om zowel de wateroverlast als de droogte het hoofd te bieden. Dit vergt van waterschappen een assertievere rol in de ruimtelijke ordening.’

Vloeiweiden

Op het provinciehuis in Zwolle somt Bert Boerman, gedeputeerde water in Overijssel, gemakkelijk tien voorbeelden op die de laatste twee jaar van de grond zijn gekomen en nu al vruchten afwerpen. Landgoed Het Lankheet bijvoorbeeld, een middeleeuws landgoed bij Haaksbergen. ‘Daar zijn vloeiweiden aangelegd, waar een pachtboer nu nog gras maait, terwijl honderd meter verderop het zand verstuift en het gras verbrandt.’ En zo kan Boerman nog wel even doorgaan. Speeltuinen en wadi’s in Dalfsen, klimaatadaptieve straten in Nijverdal en een klimaatbuffer van 200 hectare in een zijdal van het grensriviertje de Reest. ‘Natuurontwikkeling en waterbeheer gaan in dit geaccidenteerde landschap hand in hand, terwijl Meppel in de winter droge voeten houdt.’

Bij adviesbureau Sweco ziet directeur water Alex Hekman dat waterschappen en provincies worstelen met het zoeken naar een nieuwe balans tussen water vasthouden en water afvoeren. ‘Cruciaal vind ik dat waterschappen en provincies nu serieus aan de slag zijn met dat ene zinnetje uit het regeerakkoord: “Water en bodem moeten sturend zijn in de ruimtelijke planvorming”.’ Dat ene zinnetje levert Sweco veel werk op. ‘Overal moet beleid worden geherformuleerd, het verschilt van landschapstype tot landschapstype.’

Want de ruimtelijke ordening sluit op veel plaatsen niet aan op het watersysteem. ‘De afgelopen vijftien jaar was er geen centrale regie op de ruimtelijke ordening’, constateert Hekman. De grenzen van het bodemen watersysteem worden daardoor nu op veel plekken overschreden, is zijn harde oordeel. ‘Watervoorraden worden uitgeput, de bodem daalt en de natuur verdroogt’, zegt hij. ‘Het vertrekpunt om bodem en water sturend te maken, is om structureel het NOVI-principe te eerbiedigen. Dat betekent dat we voortaan de kosten voor de klimaateffecten en de milieu - impact op de lange termijn niet meer mogen afwentelen op de omgeving of op toekomstige generaties. We moeten gewoon nú betalen voor een goede locatiekeuze en een goed ontwerp.’

Richtlijnen

Ook Rogier van der Sande is het ermee eens dat water en bodem leidend worden. Maar dit uitgangspunt betekent nog niet dat er al concreet beleid is, valt hij Hekman bij. En als er beleid is, moeten we gaan uitvoeren. ‘Centrale regie kan daarbij helpen’, denkt Van der Sande. Niet dat het Rijk zich met de details moet bemoeien, maar ‘landelijk afdwingbare richtlijnen’ zouden welkom zijn.

‘De brandveiligheidsnorm is immers ook nationaal’, zegt Van der Sande, ‘terwijl het bluswerk van brand tot brand verschillend is. De nu nog facultatieve watertoets die gemeenten wijst op zwakke punten in het watersysteem zou verplicht moeten worden. Ook landelijke regels voor klimaatrobuuste nieuwbouw zijn welkom. Ze zouden in het Bouwbesluit moeten worden verankerd. Er zijn intussen voldoende mogelijkheden om in nieuwbouw te besparen en bijvoorbeeld douchewater te hergebruiken als toiletwater.’

Bert Boerman ziet dat de provincies volop bezig zijn met beleid dat op een meer dominante positie van water wordt gebaseerd. ‘Het vergt wel tijd in een land waarin eeuwenlang het afvoeren van water voorop stond. Het duurt eventjes eer we naast waterveiligheid ook de zorg voor voldoende schoon water kunnen regelen.’ Er liggen wel kansen om dit thema te verbinden met het brandende dossier van de stikstof en de natuur.

In bufferzones rond natuurgebieden kan het waterpeil omhoog als boeren extensiever gaan boeren, en daarbij worden geholpen met andere teelten, zoals lisdodde, waarmee de woningbouw een stap richting duurzaamheid kan maken. Aanplant van nieuwe bossen en aanleg van nieuwe landschapselementen op natte percelen is er ook zo een. ‘Niet elke boer kan lisdodde telen, maar we begrijpen heus dat we thema’s kunnen verbinden. Landbouw met alternatieve extensieve teelten, natuur, drinkwatervoorziening, wateropvang en droogtebestrijding kunnen samengaan’, zegt Boerman.

Maatwerk

Maar het is maatwerk dat per regio moeten worden uitgewerkt. Overijssel werkt in zes gebieden aan dergelijke maatregelen. Boerman is zelf betrokken in het Vechtdal, waar meer meanders en meer ondiepten de waterafvoer vertragen. ‘We werken aan een bestuurlijk platform waar terreinbeherende organisaties, landbouworganisaties, gemeenten en landgoedeigenaren de neuzen dezelfde kant op krijgen’, vertelt Boerman. ‘Het zal enorm helpen als daarvoor eenduidige doelen komen die niet over twee jaar weer veranderen.’

Ik verwacht mooie arrangementen tussen rijk en regio

Alex Hekman

Alex Hekman van Sweco hoopt dat de ‘richtinggevende uitspraken’ waarover nu wordt onderhandeld, stevig genoeg zullen blijken om zowel stikstof als het watertekort en de waterkwaliteit aan te pakken. ‘Ik hoop en verwacht mooie arrangementen tussen rijk en regio. Want we moeten voorkomen dat we nu met veel geld, stoom en kokend water het stikstofprobleem vlot trekken en daarmee de stop op tal van bouwprojecten opheffen. En dat we in 2027 met de beoordeling van de waterkwaliteit in de Kaderrichtlijn Water een volgende bouwstop over ons afroepen.

Soms heb ik er een hard hoofd in, want op dit moment verhardt de tegenstelling tussen landbouw en natuur alleen maar.’ Van der Sande heeft iets soortgelijks ingebracht in het gesprek tussen de waterschappen en bemiddelaar Remkes. ‘Het stikstof-natuurdossier is politiek urgent geworden na een gerechtelijke uitspraak. Dat kan in 2027 opnieuw gebeuren. We moeten het stikstof-natuurdossier oplossen in samenhang met waterkwaliteit en waterkwantiteit.’

Het zal nog wel even duren. We gaan de ruimte beter ordenen, maar de effecten van nieuwe droge jaren worden er in de nabije toekomst nog niet mee tenietgedaan.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie