Datagebruik in onderwijsvastgoed
Datagebruik in onderwijsvastgoed. Door de data van het onderwijsgebouw goed te verzamelen en te analyseren (zoals licht, lucht en geluid meten), is het gebouw efficiënter en gezonder te maken.
Datagebruik binnen scholen neemt toe. Door de data van het onderwijsgebouw goed te verzamelen en te analyseren (zoals licht, lucht en geluid te meten), is het gebouw efficiënter te maken.
De inzet van data in onderwijsgebouwen kan daarnaast leiden tot WELL-gecertificeerde gebouwen. Deze gebouwen hebben de potentie om meetbare waarde toe te voegen aan de gezondheid, het welzijn en de productiviteit van de gebruikers.
De scholen in het primair en voortgezet onderwijs verzamelen, onder andere via roostersoftware en leerlingvolgsystemen, al langere tijd behoorlijk wat data over benutting, bezetting en aanwezigheid. In tegenstelling tot de private sector worden deze data alleen vele malen minder vaak gebruikt om te optimaliseren. Dat laatste lijkt met name voort te komen uit het ontbreken van noodzaak. Het schoolgebouw staat er immers al. Data kunnen wel gebruikt worden om aan te tonen dat er extra ruimte nodig is, maar het terugbrengen van de hoeveelheid ruimte is in de praktijk moeilijk (terwijl dit in de private sector kan leiden tot het afstoten of bijhuren van ruimte). Dit wordt versterkt door de manier waarop de financiën en de verantwoordelijkheid voor het verzorgen van geschikte huisvesting binnen het primair en voortgezet onderwijs georganiseerd zijn.
“In onderwijsvastgoed kunnen data een belangrijke bijdrage leveren aan duurzaamheid en de luchtkwaliteit.” |
Bij het mbo, hbo en de universiteiten zie je dat datagebruik al een grotere rol speelt. Enerzijds omdat het type vastgoed anders is en zich dus leent voor ander gebruik, anderzijds omdat de financieringsstromen hier duidelijk anders zijn dan in het primair en voortgezet onderwijs en van daaruit ook meer mogelijkheden genereren.
Monitoring en analyse van het binnenklimaat gebeurt nog zeer beperkt in het primair en voortgezet onderwijs. Het binnenklimaat is dan ook al vaker in opspraak gekomen vanwege de matige luchtkwaliteit. De laatste maanden is deze discussie verder aangewakkerd door COVID-19. Direct is ook duidelijk geworden dat het overgrote deel van de scholen niet de mogelijkheden heeft om de luchtkwaliteit te monitoren en te analyseren. Ook hier spelen (het gebrek aan) financiën een belangrijke rol.
Wederom is er een verschil zichtbaar tussen het primair en voortgezet onderwijs en het mbo, hbo en de universiteiten. Deze laatste drie kennen andere financieringsstromen, zijn op het gebied van vastgoed vaak zeer professioneel georganiseerd en kennen een zekere mate van concurrentie. Om die reden vind je in deze sectoren meer toepassingen van monitoringssystemen en datagebruik, maar ook certificeringen zoals WELL, bijvoorbeeld de Aeres Hogeschool in Almere.
Lees het volledige artikel in gebiedsontwikkeling
Meer weten?
Neem dan contact op met Pim Bressers, telefoon 073 6 409 409
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.