Half miljoen minder sociale huurwoningen
Het werkelijke aantal sociale huurwoningen is door een te ruime definitie een half miljoen lager dan gemeenten opgeven.
Veel gemeenten tellen sociale woningen van commerciële verhuurders ten onrechte mee als sociale huurwoning. Door de servicekosten die daarvoor bovenop de kale huur moeten worden betaald, zijn de maandlasten vaak fors hoger dan de maximale 763 euro voor een sociale huurwoning.
Vertekend beeld
Uit een enquête van Pointer (KRO-NCRV) blijkt dat 41 procent van de gemeenten die reageerden particuliere woningen meerekenen als sociale woning, ongeacht de hoogte van de servicekosten. Dat levert een vertekend beeld op, zegt emeritus-hoogleraar Johan Conijn: ‘We tellen een half miljoen woningen mee terwijl je die niet een sociale woning kunt noemen.’
Voor de gek
Conijn vergeleek in opdracht van Aedes, de koepel van woningcorporaties, de definitie van sociale huur in Nederland met die van de landen om ons heen. Daar wordt een strengere definitie gehanteerd. Volgens Conijn moet de rijksoverheid hier ook met een nieuwe, strengere definitie komen. ‘Anders houden we elkaar voor de gek’, stelt hij tegenover Pointer.
Veel hoger
Nu nog mag iedere gemeente zelf bepalen wat ze als een sociale huurwoning beschouwt. Zolang er een kale huur onder de grens van 763 euro is lijken woningen op papier sociaal, maar door de extra servicekosten die betaald moeten worden – tot wel 300 euro – is de huur in werkelijkheid vaak veel hoger. Pointer vroeg alle Nederlandse gemeenten naar wat zij meerekenen als een sociale woning. 92 gemeenten hebben op de enquête van Pointer gereageerd. Het onderzoek kwam tot stand in samenwerking met Tubantia.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.