Gemeenten scharen zich achter Nedersaksenlijn

Zeven gemeenten in noordoost-Nederland slaan de handen ineen om de Nedersaksenlijn van Groningen via Emmen naar Enschede mogelijk te maken. Het spoor moet de leefbaarheid in de regio, deels krimpgebied, een impuls geven. 

Neuzen zelfde kant op

Een groot deel van de Nedersaksenlijn (NSL) voert over bestaand spoor. Alleen tussen Emmen en Stadskanaal zijn nieuwe rails nodig, waarvoor meerdere tracés worden onderzocht. De gemeenten Hardenberg, Coevorden, Emmen, Borger-Odoorn, Stadskanaal, Veendam en Westerwolde kozen er eind vorige week voor om eventuele deelbelangen op te offeren voor het gezamenlijke streven. ‘De neuzen staan in dezelfde richting’, zegt woordvoerder Richtje Rakers van Westerwolde.

Haalbaarheidsstudie
Eind vorig besloot de Tweede Kamer al tot een haalbaarheidsstudie naar de NSL. Die is een vervolg op een eerder onderzoek van de provincies Drenthe, Groningen en Overijssel. Daarin kwam naar voren dat de nieuwe lijn een investering van ongeveer 500 miljoen euro vergt. Het jaarlijkse exploitatietekort zou tussen de 3,7 en 4,9 miljoen euro liggen. De initiatiefnemers vragen het rijk ook de inzet van energievriendelijke waterstoftreinen te onderzoeken.

Meerwaarde
In sociaal-economisch opzicht kan de lijn volgens Rakers belangrijke meerwaarde hebben. ‘We zitten hier deels in een krimpgebied. Door de nieuwe verbinding kunnen mensen hier makkelijker blijven wonen terwijl ze in, bijvoorbeeld, Enschede of Groningen werken. Ook kan de lijn bijdragen aan een aantrekkelijker economisch klimaat voor bedrijven.’ Er wordt onderzocht of het spoor ook voor goederentransport kan worden ingezet en hoe de trein kan aansluiten op het Duitse netwerk.

Nog twee spoorlijnen
Naast de Nedersaksenlijn worden nog twee nieuwe spoorlijnen in de regio onderzocht. De Lelylijn moet de reisduur tussen Amsterdam en Groningen via een hsl-verbinding sterk bekorten. Ook loopt een onderzoek naar een nieuwe spoorlijn tussen Emmen en het Duitse Rheine. De aanleg van die beide spoorlijnen kan de haalbaarheid van de NSL in positieve zin beïnvloeden. Ingebruikname van de Nedersaksenlijn wordt op z’n vroegst in 2040 voorzien.