Slimmer toezicht
Gelderland telt momenteel zeven Omgevingsdiensten met elk zijn eigen taken en verantwoordelijkheden binnen de provincie. Samen met de 54 Gelderse gemeenten en de provincie wordt er nu gewerkt aan één gezamenlijke database: de Informatievoorziening Gelderse Omgevingsdiensten. Vergunningverleners, toezichthouders en handhavers kunnen daarmee met één muisklik toegang krijgen tot de meest actuele gegevens van alle milieuhinderlijke bedrijven in Gelderland.
De zeven Gelderse Omgevingsdiensten bundelen hun verzamelde gegevens in een centrale database. Met één druk op de knop is te zien welke bedrijven de regels naleven en welke niet. Volgens directeur Henk Jan Baakman wordt zo een grote stap gezet richting de Omgevingswet.
Gelderse omgevingsdiensten werken met centrale database
Gelderland telt momenteel zeven Omgevingsdiensten met elk zijn eigen taken en verantwoordelijkheden binnen de provincie. Samen met de 54 Gelderse gemeenten en de provincie wordt er nu gewerkt aan één gezamenlijke database: de Informatievoorziening Gelderse Omgevingsdiensten. Vergunningverleners, toezichthouders en handhavers kunnen daarmee met één muisklik toegang krijgen tot de meest actuele gegevens van alle milieuhinderlijke bedrijven in Gelderland. Er wordt daarmee een belangrijke stap gezet richting het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), waar alle gemeenten, provincies en dus ook omgevingsdiensten in Nederland naartoe werken.
Henk-Jan Baakman, directeur van de Omgevingsdienst de Vallei, legt namens de Gelderse Omgevingsdiensten uit hoe de Informatievoorziening Gelderse Omgevingsdiensten (I-GO) tot stand is gekomen. Hij constateert dat de Omgevingsdiensten enkele jaren geleden al grote stappen hebben gezet, door intensief s amen te werken. Taken van de Gelderse gemeenten en provincies werden taken voor de zeven Gelderse Omgevingsdiensten. ‘De huidige werkprocessen van deze diensten zijn daardoor al flink geautomatiseerd. Vergunningaanvragen en milieumeldingen beoordelen, het vastleggen van controleresultaten; de hele workflow is gedigitaliseerd. Al het papier zit in het systeem. Toch wilden we met de omgevingsdiensten nog een stap voorwaarts zetten, mede omdat de Omgevingswet eraan komt.’
Toezichtprogramma
Ieder jaar maken de Omgevingsdiensten een ‘toezichtprogramma’, waarbij wordt bepaald bij welke bedrijven er dat jaar wordt gecontroleerd. Bij alle bedrijven langsgaan is geen optie, want dan zouden er volgens Baakman vijf tot zes keer zoveel toezichthouders nodig zijn. ‘Je moet de toezichtcapaciteit dus verdelen: naarmate risico’s groter zijn, gaan Omgevingsdiensten een bedrijf daarom vaker controleren en zwaarder sanctioneren.’
Met deze klassieke werkwijze en het bijbehorende registratiesysteem is het echter niet mogelijk om de gegevens van eerdere jaren te analyseren. Met het nieuwe registratiesysteem worden bedrijven die er bij eerdere controles op een of meerdere onderdelen negatief uitsprongen vaker gecontroleerd dan bedrijven die hun zaken goed op orde hebben. Bedrijven die goed presteerden worden in het toezichtprogramma ontzien.
De zeven Omgevingsdiensten werken nu met één dataset van het centrale punt I-GO. Daarmee kunnen wel data-analyses worden gehouden. Op een later moment kunnen bedrijven hun eigen gegevens in het systeem zetten. ‘Er zijn ongeveer 50.000 bedrijven in Gelderland waarvan de gegevens in I-GO zitten’, licht Baakman toe. ‘Het gaat bijvoorbeeld om hun apparatuur, of de vloeren van tankstations, mestsilo’s bij boeren. Bedrijven nemen de administratie en de regels vaak serieus. Door de gegevensgerichte benadering is het mogelijk om de bedrijven die een goede administratie voeren en zich aan de regels houden, minder onnodig op de huid te zitten.’
Betere balans
De toezichtcapaciteit kan zich zo meer richten op de achterblijvende bedrijven, die eerder al slecht presteerden, of bedrijven waar risicovolle mutaties hebben plaatsgevonden. ‘Uiteraard blijven we wel steekproeven uitvoeren bij bedrijven die eerder vaak hebben aangetoond dat ze aan de regels voldoen. We zoeken hier een betere balans in en willen slim en efficiënt met onze steekproefcapaciteit omgaan.’
Er wordt ook meer mogelijk in het ketentoezicht. Doordat alle gegevens in één database zitten, kan er met één druk op de knop worden nagegaan hoe asbest is verwijderd en waar dit uiteindelijk is ondergebracht. ‘Zo hoeven we niet alle diensten te bellen voor gegevens, maar kunnen we deze per keten in een keer oproepen.’ I-GO is al in werking, maar nog niet in een definitieve versie. Er worden momenteel nog nieuwe functionaliteiten ontwikkeld voor de database. I-GO begon met de gegevens van zo’n 45 zeer complexe bedrijven. Nu dit goed verloopt, worden de meer dan 50.000 Gelderse bedrijven toegevoegd. De database van I-GO is gebaseerd op bestaande standaarden en getoetst bij handhavers, vergunningverleners en toezichthouders.
Baakman: ‘Dit was natuurlijk een enorme operatie. Bij I-GO werden de gegevens gecontroleerd op juistheid, bijvoorbeeld door ze te vergelijken met de basisregistraties. Ook werden ze nagelopen op onderlinge consistentie. Er komen heel veel fouten uit, die we aanpassen. De kwaliteit van de data in Gelderland is daardoor met sprongen vooruitgegaan.’
Digitaal beschikbaar
De betere kwaliteit van de data komt erg gelegen, aangezien dit precies is wat er nodig is om op schema te liggen voor de aankomende Omgevingswet. ‘De Omgevingswet wil straks alle partijen dezelfde informatiepositie geven: gemeenten, burgers en bedrijven. Alle gegevens moeten digitaal beschikbaar zijn en de kwaliteit van die gegevens moet goed zijn. Doordat onze database alle juiste gegevens in één keer kan aanleveren staan wij er goed voor. Wanneer je eerst nog de gegevens van meerdere partijen moet samenvoegen, dan is dat veel lastiger. We sorteren hiermee al voor op de Omgevingswet, zodat we dan de gegevens aan kunnen leveren. Dat levert inmiddels al de nodige interesse van andere Omgevingsdiensten en softwareleveranciers op.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.