Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

DSO alleen te redden met ‘radicaal andere koers’

Volgens Lieuwe Koopmans van softwareleverancier Tercera lost uitstel van de Omgevingswet weinig op. ‘Dit digitale stelsel is een gedrocht.'

11 maart 2022
foto van onderhoudswerk
Shutterstock

'Ik vind niet dat je aan het ministerie kunt overlaten of het DSO voldoende robuust is', aldus adviseur Omgevingswet Lieuwe Koopmans van marktleider Tercera dat bijna 150 gemeenten, alle provincies en drie waterschappen aansluit op het digitale stelsel. 'Sorry, maar het ministerie heeft de afgelopen jaren steeds een goed-nieuws-show opgevoerd.’

WMO Consulent in Roermond en omgeving

BMC
WMO Consulent in Roermond en omgeving

Data analist in publieke sector

Yacht
Data analist in publieke sector

Truc

Het nieuwe digitale stelsel moest het gemeenten ooit makkelijker gaan maken. Uitgangspunt werd daarom dat het nooit onder het niveau van het huidige Omgevingsloket online en de Wet ruimtelijke ordening (Wro) mocht belanden. Maar in 2017 kwam het Bureau ICT-toetsing (BIT) met een eerste, kritisch oordeel over de toenmalige staat van het DSO. Koopmans: ‘Toen werd door het ministerie deze eis losgelaten met als argument dat appels niet met peren te vergelijken zouden zijn. Een truc om te verbergen dat op bepaalde punten het oude systeem van ruimtelijke plannen gewoon beter werkt.’

Hapsnapdingetjes

In plaats van een minimumstandaard waaraan het DSO moest voldoen, kwam toenmalig minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) met vijf nieuwe criteria op de proppen. ‘Onzincriteria’, volgens Koopmans. ‘Zoals: provincies moeten hun visie op ruimtelijke plannen kunnen zetten. En: waterschappen moeten een projectbesluit kunnen indienen. Het zijn hapsnapdingetjes die niks zeggen.’ Volgens Koopmans weet je pas of het DSO werkt als de hele keten is getest: ‘Van een gemeente die een omgevingsplanwijziging laat opstellen door een bureau tot en met een provincie die op deze wijziging reageert met een reactieve interventie. Pas dan overzie je waar het eventueel misloopt.’

Los gegaan

Om de verkeerde praktijk van het DSO te illustreren, maakt Koopmans graag de vergelijking met een nieuwbouwwoning die de bevoegd gezagen uiteindelijk zullen moeten betrekken. De STOP/PTOD-standaard ziet hij daarbij als de eerste stap: de bouwtekening. ‘Het basisprobleem van het DSO ligt bij de informatie-architecten van Rijkswaterstaat. Die onderhielden bij hun ontwerp geen contact met het werkveld. Ze zijn helemaal los gegaan, met een gigantisch mooi ontwerp als resultaat. Maar als je pas in de laatste jaren de gemeentelijke praktijk erbij betrekt, dan ontdek je dat veel dingen niet kunnen. Daar zit het DSO nu mee.’

'Dat staat haaks op hoe het bij ict-ontwerp zou moeten gaan'

Lieuwe Koopmans

Triest

Volgens Ollongren kwam de vertraging vooral omdat softwareleveranciers te laat aansloten. Koopmans wijst dat af. ‘Als de opdrachtgever constant de bouwtekening verandert, kun je moeilijk de aannemer verwijten dat hij niet aan de gang gaat. Dat dit toch werd gedaan door de minister is best wel triest eigenlijk. Nu moeten we alsnog een complex systeem versimpelen. Dat staat haaks op hoe het bij ict-ontwerp zou moeten gaan: je begint simpel en maakt vervolgens kleine stapjes naar voren. Dat is een veel betere methode.’

Dramatisch

Dan de woning zelf. Dat is in Koopmans’ visie het DSO-LV. Met die landelijke voorziening waarop gemeenten moeten zien aan te sluiten is het volgens hem ‘dramatisch’ gesteld. ‘Er wachten heel veel issues op een oplossing en het systeem ligt er vaak uit.’ Dat brengt lastige consequenties met zich mee. ’Wanneer je als gemeente iets op het DSO-LV publiceert, moet het twee kanten op: naar KOOP, zeg maar Overheid.nl, en naar het Kadaster. Bij een storing hebben we al vaak gehad dat het document wel bij KOOP is ingelezen, maar niet bij het Kadaster. Je moet veel meer tijd nemen om dit te repareren.’

Veel tijd 

Om de woning te kunnen betrekken, moeten de leidingen goed zijn: de plansoftware in Koopmans’ huis. Hoe het daarmee staat, verschilt volgens hem sterk per leverancier. ‘Omdat wij er vroeg aan zijn begonnen, maakten we een snelle start. Alleen merk ik nu dat wij onze planningen niet halen omdat we tegen allerlei issues aanlopen. Daar ben je veel tijd mee kwijt.

'De Omgevingswet heeft de mond vol van participatie, maar het DSO ondersteunt dat niet.’

Lieuwe Koopmans

Participatie

Een ander probleem met de plansoftware is dat voorontwerpen in het DSO niet worden meegenomen, terwijl de Omgevingswet nu juist op vroegtijdige participatie inzet. ‘Zwolle is zo’n gemeente die daar werk van maakt’, weet Koopmans. ‘En dat is logisch, want wanneer je als gemeente in het voortraject veel openbaar maakt, vang je daarmee kritiek en opmerkingen van burgers af. Die kun je meteen in het ontwerp meenemen, terwijl dat later in het proces allemaal steeds juridischer wordt. De Omgevingswet heeft de mond vol van participatie, maar het DSO ondersteunt dat niet.’

Formuliertje

Ten slotte de bewoners die straks het huis moeten gaan betrekken: de gemeenten, provincies en waterschappen. Het lijkt volgens de maandelijkse monitor die het ministerie publiceert, goed te gaan met het aantal lokale aansluitingen op het DSO. Koopmans schiet in de lach. ‘Die aansluiting, dat doen wij gewoon. Een formuliertje, meer is het niet. Vergelijk het met de tv waarvan je de stekker in het stopcontact steekt. Dan weet je nog niet of de tv het ook daadwerkelijk doet. Je moet van het programma Aan de slag met de Omgevingswet nog een voorbeeldplannetje indienen om een vinkje te krijgen. Een zinloze bureaucratische actie.’

Vrijheid

Een ander probleem ziet hij in de uitwisseling tussen verschillende leveranciers. Die werkt  niet omdat de standaarden veel vrijheden kennen en 70 procent van de gemeenten het wijzigen van het omgevingsplan uitbesteedt aan een stedenbouwkundig bureau. ‘Omdat er zo veel vrijheid en ruimte zit in de standaarden, is volledige uitwisseling van plannen tussen stedenbouwkundig bureau en gemeente onmogelijk. Als dat niet snel verandert, kan 70 procent van de gemeenten straks niet op de huidige manier werken.’

Gedrocht

Ziet hij, de ernst van de problemen overziend, eigenlijk nog wel mogelijkheden voor de invoering van het DSO? ‘Als het ministerie niet stopt met de goed-nieuwsshow, gaat dit stelsel nooit werken. Het is een gedrocht. Alleen een radicaal andere koers gericht op volledige transparantie en echt luisteren naar het werkveld kan het systeem nog redden. Soms denk ik weleens dat we beter terug kunnen naar het vorige systeem, Imro. Dat kun je sneller verbeteren dan het DSO repareren.’

Lees het hele interview met Lieuwe Koopmans deze week in BB05 (inlog). 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie