Ook structurele kosten Omgevingswet lopen op
Het werken onder de Omgevingswet vergt Hoeksche Waard straks 30 tot 40 procent aan extra personeel in het ruimtelijk domein.
Het werken onder de Omgevingswet vergt de gemeente Hoeksche Waard straks 30 tot 40 procent aan extra personeel in het ruimtelijk domein. Dúúrder personeel, omdat het werk ingewikkelder wordt. En structureel nodig. ‘Het gaat, landelijk opgeteld, om substantieel geld.’
Het was geen goed nieuws voor minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), eerder deze maand. De transitiekosten voor de invoering van de Omgevingswet vallen volgens onderzoek van KokxDeVoogd voor de overheden een miljard duurder uit dan eerder gepland. De inflatie speelt daarbij een rol. Het telkens uitstellen van de wet terwijl de voorbereidingskosten doorliepen. En de stijgende uitgaven aan het digitale stelsel. De extra investeringen rond de invoering van de wet per 1 januari 2024 betekenen onvermijdelijk dat ook de terugverdientijd van de Omgevingswet oploopt. Voor gemeenten verdubbelde die volgens datzelfde onderzoek in het gemiddelde scenario tot naar schatting 35 jaar.
Hoe meer adviesrecht, hoe meer werk het ons bezorgt
Terugverdienen? Wethouder Adriaan van der Wulp (financiën en Omgevingswet, SGP) en projectleider werkprocessen Omgevingswet Ted van Kralingen reageren er wat gereserveerd op. Hun gemeente Hoeksche Waard diende op de recente algemene ledenvergadering van het VNG-congres een (unaniem aangenomen) motie in voor een structurele bijdrage van het rijk aan de Omgevingswetkosten van gemeenten. Niet voor de transitieperiode, maar voor de lange termijn. Want dat je als gemeente onder de Omgevingswet straks goedkoper kunt gaan werken, lijkt voorshands een illusie. ‘De Omgevingswet gaat uit van integraler werken’, legt Van Kralingen uit. ‘Dat vereist meer afstemming met meer partijen. Ook participatie krijgt een grotere rol. Daarnaast krijgen we bij buitenplanse omgevingsplanactiviteit [nieuwe initiatieven die niet in het omgevingsplan waren voorzien, red.] te maken met een veel krappere doorlooptijd van acht weken, waarin ambtelijk heel veel moet gebeuren.’
Regelluw
De precieze omvang van het werk voor de gemeente wordt mede bepaald door de rol die de gemeenteraad bij afwijkingen van het omgevingsplan voor zich ziet weggelegd. Dat wisselt per gemeente. ‘De politiek zit hier op het vinkentouw en wil graag alles zien’, zegt wethouder Van der Wulp. ‘Maar we hebben sinds de fusie een grote gemeente, dus je moet ook dingen durven loslaten. Wat wil de raad aan adviesrecht? Dat wordt een spannende balans. Want hoe meer adviesrecht, hoe meer werk het ons als gemeente bezorgt.’ Van Kralingen onderschrijft de bevindingen van zijn wethouder. Maar ook dat verlangde loslaten resulteert in extra werk. ‘De Omgevingswet biedt ons de ruimte om in het omgevingsplan regelluw te zijn. Dat betekent automatisch dat je grotere interpretatieruimte hebt. Dat kost ons als gemeente bij initiatieven meer tijd en vraagt van onze medewerkers andere competenties.’
Iemand van schaal 8 moet nu schaal 9 of 10 worden
Van der Wulp: ‘Minder op de regels en meer op de samenhang en de integraliteit. Met name die participatie vraagt veel aandacht, omdat we als gemeente nu moeten gaan toetsen of die door de initiatiefnemer wel voldoende wordt gedaan. Dat vraagt nieuwe disciplines en een ander type ambtenaar met meer senioriteit. Iemand van schaal 8 moet nu schaal 9 of 10 worden. Dus ook daar zit een kostensprong in.’ Ze hebben voor de gemeente Hoeksche Waard de personele en financiële gevolgen van de Omgevingswet doorgerekend en laten toetsen door een extern bureau. ‘Dan komen we in het ruimtelijk domein uit op minimaal 30 tot 40 procent extra fte’, zegt Van der Wulp. ‘Dus waar je nu tien mensen hebt, zit je straks al gauw op zestien, zeventien. En dat is structureel, hè. Niet alleen in de eerste invoeringsjaren.’
Abstract
Inmiddels weten ze uit eigen ervaring dat ook de juridische capaciteit van de gemeente zal moeten worden versterkt. Van der Wulp: ‘We werken al een paar jaar met een omgevingsvisie die uitgaat van de gedachte van de Omgevingswet. Bijvoorbeeld door meer op uitnodigingsplanologie in te zetten. Die visie is best abstract, onze ambtenaren moeten op basis daarvan een juiste afweging maken. Maar als een plan daardoor naar de Raad van State gaat – en daar hebben wij er inmiddels al een paar van gehad – dan vraagt dat telkens om uitgebreide onderbouwing. Je merkt dat daardoor alweer een verkramping ontstaat: meer regels om alles strakker en concreter te maken. Maar we moeten het probleem niet oplossen met nieuwe procedures. De Omgevingswet betekent een andere mindset. Anders bereiken we de versnelling van ruimtelijke procedures, zoals de wet die voorstaat, straks zeker niet.’ De wethouder ziet andere gemeenten de termijn van acht weken al oprekken naar de maximale 26. ‘Om de minste pijn ervan te krijgen en bezwaren voor te zijn. Ik zou eerst nog willen bekijken of het toch mogelijk is om die acht weken te halen. Maar dat heeft ook met de vergaderstructuur van de gemeenteraad te maken. Die moet wel tijdig haar afweging kunnen maken.’
Substantieel geld
Hoeveel extra geld gaat de Omgevingswet de gemeente Hoeksche Waard straks kosten? Van der Wulp: ‘Bij ons kom je dan al snel uit bij op een tot anderhalf miljoen extra. ‘Let wel: dat is de structurele last die er sowieso bovenop komt, dus los van de implementatie en de extra softwarekosten. Dat is puur nodig voor de formatie, personeel. En dan zijn wij nog maar één gemeente van de 342. Het gaat, landelijk opgeteld, daarmee om substantieel geld.’ Het zou, alles bij elkaar opgeteld voor alle gemeenten, zomaar richting nóg eens een miljard euro kunnen gaan. Structureel. Elk jaar. Komen we weer uit bij die wat gereserveerd beantwoorde beginvraag: vanaf wanneer kan er in Hoeksche Waard worden terugverdiend? ‘Natuurlijk zijn er inverdieneffecten’, reageert Van der Wulp. ‘Maar het is de vraag is of die ooit opwegen tegen het extra benodigde personeel wanneer je als gemeente zo veel functies moet toevoegen, die er voorheen niet waren.’
Van Kralingen: ‘En het is zeer moeilijk om dat benodigde personeel te krijgen. Dan ga je naar inhuur kijken, waardoor de kosten nog hoger worden.’ En nee, ook de verschuiving van de gemeentelijke bouwtoezicht naar de private sector – onderdeel van de tegelijk met de Omgevingswet ingevoerde Wet kwaliteitsborging voor het bouwen – zal Hoeksche Waard bar weinig besparen. ‘Want de gemeente blijft bevoegd gezag en moet interveniëren wanneer dat nodig blijkt. Daarvoor hebben we mensen nodig. Bij eventuele gebreken is het namelijk de gemeente die er door burgers op wordt afgerekend.’ Samenvattend: hoeveel geld verlangt Hoeksche Waard de komende jaren van het rijk? Van der Wulp: ‘Als ze elk jaar twee miljoen bijleggen, dan kunnen we de Omgevingswet hier goed organiseren.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.