Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Kostenneutraal verduurzamen, kan dat wel?

Om de bestaande bouw in 2050 CO2-neutraal te krijgen, moeten miljoenen woningen van het gas af. Volgens onderzoekers van TNO zou dat zou goedkoper kunnen als woningen als gelijksoortig cluster, in grote hoeveelheden tegelijk worden verduurzaamd. Maar Taco van Hoek van het Economisch Instituut voor de Bouw waarschuwt voor optimistisch denken over de winsten van zo’n industriële aanpak. ‘Er wordt veel te makkelijk vergeten dat een woning meer is dan de buitenkant.’

08 maart 2021
shutterstock-661602775.jpg

Om de bestaande bouw in 2050 CO2-neutraal te krijgen, moeten miljoenen woningen van het gas af. Volgens onderzoekers van TNO zou dat zou goedkoper kunnen als woningen als gelijksoortig cluster, in grote hoeveelheden tegelijk worden verduurzaamd. Maar Taco van Hoek van het Economisch Instituut voor de Bouw waarschuwt voor optimistisch denken over de winsten van zo’n industriële aanpak. ‘Er wordt veel te makkelijk vergeten dat een woning meer is dan de buitenkant.’

Ruimhartig

Vorige week bleek in een enquête van I&O research, in opdracht van Natuur & Milieu nog dat een grote meerderheid (80%) van de Nederlanders bereid is om te investeren in woningisolatie. Maar dan moet de overheid wel 60 % of meer van de kosten vergoeden, vinden ze. Op dit moment trekken overheden al ruimhartig de portemonnee als burgers hun huis willen verduurzamen. Maar meer dan 20% vergoeding van de totale kosten zit er meestal niet in.

 

Opbrengst

Het is het grootste probleem van de maatregelen uit het Klimaatakkoord: hoe krijg ik burgers zo ver dan ze maatregelen gaan nemen voor een gasloze toekomst? De investeringskosten van vaak tienduizenden euro’s per woning kunnen de overheden niet opbrengen. Maar de meerderheid van de woningeigenaren ziet die investeringen niet zitten: het levert op de lange termijn te weinig op. De investeringskosten voor een gasloze woning krijg je er in de meeste gevallen niet uit met de toekomstige besparing op de energiekosten.

 

Omlaag

Daarom moeten die kosten omlaag. Bij het ondertekenen van het Klimaatakkoord waren overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijven daar nog positief over: door de grote hoeveelheden woningen die aangepakt moeten worden, komen er vanzelf methodes om die aanpak sneller en goedkoper te maken. Door een industriële lopende band van gasloze oplossingen komt er een grote besparing in de kosten. Maar vooralsnog blijkt dat lastig: een industriële aanpak is er niet, en de kosten van een woning gasloos maken blijkt duurder dan verwacht. Dat laatste blijkt uit een rapport van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), die 20 proeftuinen van aardgasvrije wijken onderzocht.

Ook Peter-Paul van ’t Veen van onderzoeksinstituut TNO ziet dat er nog weinig vaart zit in een industriële aanpak van duurzame renovatie. ‘Het tempo is nog steeds erg laag. We moeten dit jaar volgens de planning al 50.000 woningen aanpakken. De teller van de afgelopen jaren staat nu op 8.000. Je kan je afvragen of dit doel realistisch is.’

 

DNA

Volgens TNO moet de innovatie van renovatietechnieken versnellen, moet de industrialisatie van duurzame oplossingen van de grond komen, en moet er vraagbundeling komen, waardoor opdrachtgevers gezamenlijk een grote opdracht kunnen geven aan een uitvoerder. TNO heeft daar een plan voor: zoek woningen die op elkaar lijken, en die verduurzaamd kunnen worden met dezelfde maatregelen omdat ze in kenmerken als (bijvoorbeeld) materiaalgebruik, maatvoering, gevel en indeling op elkaar lijken. Vervolgens cluster je een grote groep of contingent woningen met datzelfde ‘gebouw-dna’ en biedt je een oplossing aan die standaard voor iedere woning met hetzelfde dna wordt gebruikt. Door de schaalgrootte en lange duur van de opdracht kunnen opdrachtnemers flinke voordelen behalen, door grootschaliger materiaalinkoop, het efficiënter inzetten van personeel en tijdswinst. Bovendien is bij zo’n contingentenaanpak de bereidheid om te investeren in nieuwe technieken groter, doordat de kans voor bedrijven om die investering weer terug te verdienen groter is. Onder aan de streep kan het een kostenbesparing van 15 tot 35 % opleveren, denkt TNO.

 

Vraagtekens

Toch zet EIB-directeur Van Hoek zijn vraagtekens bij dergelijke voordelen. ‘Voorlopig is het gasloos maken van woningen nog zó duur. Als we hier op deze manier mee blijven doorgaan, dan moet je het toch kapitaalvernietiging noemen. Die kostenbesparingen door industrialisatie worden nog teveel door een roze bril bekeken. Ook in andere landen zijn ze bezig met verduurzaming, maar in welk land zijn die voordelen er wel?’

 

Goedkoper

‘De woningbouw in Nederland is iets pragmatisch. Uiteindelijk gaat het ook om de plek waar je bouwt, en wat de verschillende wensen zijn. Als het een eenvoudige kwestie van schaal was, dan hadden we geen duizenden bouwbedrijven in Nederland, maar een slechts een paar hele grote bedrijven. Er wordt vaak gedaan alsof technische oplossingen alles zoveel goedkoper maken dat daarmee het draagvlak voor de maatregelen vanzelf groter wordt. Maar voor het gemak wordt vergeten dat de slagingskans van dit soort maatregelen nauwelijks afhangt van de techniek. Het gaat er uiteindelijk om of de bewoners en eigenaars mee willen. En ieder huis is anders, alleen al door het feit dat er andere mensen wonen. ‘

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Toine Goossens
Nou, nou, nou, TNO doet aan wensdenken.



Alvorens over een eventuele vraagbundeling te denken is het noodzakelijk het gedrag en het handelen van de eigenaren van de woningen te kennen. Voor woningen die collectief worden verhuurd is dat goed te doen. Voor woningen in VVE's complexen is dat al een stuk ingewikkelder vooral als er ook eigenaren zijn die de woning niet zelf bewonen, maar verhuren.

Voor afzonderlijke woningen waar bewoner en eigenaar identiek zijn wordt collectieve vraagbundeling helemaal niets.



Die woningen worden bewoond door eigenaren die nauwelijks een identieke vraag hebben naar het uitvoeren van maatregelen. De kerncijfers van wijken en buurten van het CBS zouden een invalshoek voor een onderzoek kunnen zijn. Maar het belangrijkste kengetal, de gemiddelde verblijfsduur in relatie tot de leeftijd van de bewoners staat er niet in.



Het is nodig om per straat, per buurt in een koopwoningenwijk, te weten wanneer bewoners zullen verhuizen en de woning te koop aanbieden. Na die verkoop zal er een ingrijpende renovatie plaats vinden. Dat is hét natuurlijke moment om de woning conform BBT naar het laagste optimale energieverbruik te transformeren.

Doen de nieuwe eigenaren dat ook, of laten zij hun eigen budget prevaleren bij het maken van hun keuzes? Zijn de verbouwende aannemers geëquipeerd met voldoende kennis van subsidies en stimuleringsmaatregelen om bewoners toch over de streep te trekken?



Dan zijn er de eigenaren die niet wachten op collectiviteit, maar die individueel aan de slag gaan. Die voorlopers hebben straks geen enkel belang om aan vraagbundeling mee te doen. Hun woningen kennen al een gereduceerde CO² belasting. Deze groep is overigens onder te verdelen in degenen die echt alles wat mogelijk is doen, en degenen die de krenten uit te pap halen.



Het PBL wees in een recente studie op de eigenaren van woningen die minder dan € 100 per maand aan energie uitgeven. Die moeten zoveel kosten maken om verdere maatregelen te nemen dat die niet meer renderen. Door de afbouw van de salderingsregeling zal voortgezette investering in de toekomst aantrekkelijker worden, maar daar hebben we nu niets aan. Tenzij dat die afbouwsalderingsgelden omgezet worden in een investeringsbijdrage waar de huidige bewoner nu al uit kan trekken. Dan kun je individuele investeringen naar voren halen en, mogelijk, die investeringen wel collectief invullen.



De ervaringen met collectieve projecten tot nu toe, is dat die zeer complex zijn. Die complexiteit krijgt een extra dimensie om eigenaar/bewoners op één lijn te krijgen. Wensen en behoeften zijn zeer divers. Maak daar maar eens chocola van.



H. Wiersma / gepens.
Oplossingen voor de energietransitie kunnen o.a. zijn:

1.kortere termijn

-isoleren

-zonnepanelen en windmolens (beperkt vanwege de ruimte, energiecapaciteit, milieu en milieuafval na afschrijving)

-HR ketels en warmtepompen (rendement).

-gasimport

2. langere termijn.

-waterstof (gebruik huidig gasnet, industrie)

-eb/vloed energie

-kernenergie

In ieder geval onmiddellijk stoppen met biomassacentrales (inclusief subsidiëring).



Advertentie