Corporatie moet salaris bestuurder zelf bepalen
Minister Donner wil de beloning voor bestuurders van woningcorporaties vastleggen in een wet. Maar corporaties zijn private, niet publiek gefinancieerde ondernemingen, werpen deze tegen.
Onlangs ontving de Tweede Kamer van minister Donner van Binnenlandse Zaken een voorstel voor de Wet normering uit publieke middelen gefinancierde beloning topfunctionarissen. Het is de intentie om de wet ook toe te passen op bestuurders van woningcorporaties. Zij zouden onder het strengste regime moeten gaan vallen, waarbij de minister de beloningssystematiek vaststelt en het maximumsalaris niet meer mag zijn dan 130 procent van dat van een minister. Als Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW) hebben wij ons hier in een vroeg stadium tegen verzet. Wij vragen ons af of dit regime op corporaties toegepast mag worden en zijn van plan de juridische haalbaarheid te onderzoeken.
In onze optiek zouden corporatiebestuurders niet onder het strengste regime van de nieuwe wet horen te vallen, maar onder het middenregime, zoals dat ook voor ziekenhuizen en zorginstellingen moet gaan gelden. Grote, complexe woningcorporaties moet het daarbij zijn toegestaan om hun bestuurders meer te betalen dan het daarin vastgestelde maximum.
Denk bijvoorbeeld aan corporaties met meer dan 50 duizend gevarieerde verhuureenheden, die opereren in meerdere grote stadsagglomeraties en gemeenten, en die met verschillende marktpartijen moeten samenwerken om lastige maatschappelijke opgaven te volbrengen, zoals grote herstructurerings- en nieuwbouwprojecten. De corporatiesector heeft in beginsel hetzelfde streven als de minister, namelijk beheersing van de beloning van bestuurders op een maatschappelijk aanvaardbaar niveau. Sinds 1 juli 2010 is er de ‘sectorbrede beloningscode bestuurders woningcorporaties’ met daarin de wettelijke norm van 188 duizend euro als beloningsmaximum. De code voorziet in de instelling van een onafhankelijke toetsingscommissie door de VTW en de NVBW (Nederlandse Vereniging Bestuurders Woningcorporaties).
Overschrijding van het beloningsmaximum kan alleen in zeer uitzonderlijke gevallen en na toestemming van de toetsingscommissie. Een raad van commissarissen die zwaarwegende redenen heeft om het beloningsmaximum te overschrijden, kan een gemotiveerd verzoek indienen. De toetsingscommissie beoordeelt de zorgvuldigheid van de werkwijze van de raad van commissarissen en besluit al dan niet tot ontvankelijkheid. Bij ontvankelijkheid beoordeelt de commissie of de complexiteit van de corporatie in relatie tot de schaarste op de arbeidsmarkt, aanleiding kan zijn om tijdelijk af te wijken van het beloningsmaximum. Ons primaire bezwaar tegen de voorgestelde wetgeving is zuiver van principiële aard. Woningcorporaties zijn private ondernemingen, die ten behoeve van het publiek belang met maatschappelijk bestemd vermogen werken. Er is geen sprake van publieke financiering. Sterker nog: corporaties dragen via de vennootschapsbelasting bij aan de staatskas, zoals ieder ‘normaal’ bedrijf.
De wetgever dreigt door het vaststellen van de beloning van bestuurders van woningcorporaties de werkgeversrol van de raad van commissarissen in te vullen. Dat holt de positie van dit toezichthoudend orgaan onnodig uit en tast ook de door de minister gewenste kwaliteit van het interne toezicht aan. De Raad van State heeft dit in haar advies ook al aangegeven: de verantwoordelijkheid van de beloning van corporatiebestuurders ligt bij de raad van commissarissen. De VTW wil dat de minister de beloningscode bij wet algemeen verbindend verklaard voor de hele sector. De code is bovendien ook effectief: sinds de invoering zijn er bij corporaties geen bestuurders benoemd met een salaris boven het gestelde wettelijke norminkomen.
Albert Kerssies en Heino van Essen zijn respectievelijk directeur en voorzitter van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW).
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.