Burger wil meer groene ambitie zien
Er moet een tandje bij in ons nationale klimaatbeleid. Aldus een krappe meerderheid van burgers. De rol van gemeenten en provincies daarin wordt voor hen iets minder vaag, maar er leven nog veel vragen, zo blijkt uit onderzoek van I&O Research en Binnenlands Bestuur.
Er moet een tandje bij in ons nationale klimaatbeleid. Aldus een krappe meerderheid van burgers. De rol van gemeenten en provincies daarin wordt voor hen iets minder vaag, maar er leven nog veel vragen, zo blijkt uit onderzoek van I&O Research en Binnenlands Bestuur.
Niet rijk rekenen
Is het een doorbraak? Voor het eerst vindt meer dan de helft van de Nederlanders dat de regering te weinig ambitie vertoont ten aanzien van haar klimaatbeleid. Het is weliswaar een krappe meerderheid van 52 procent, maar wel substantieel meer dan de uitkomsten van 2019 (44 procent) en 2020 (38 procent). En toch, geeft onderzoeker Milan Driessen van I&O Research aan, moet je je als overheid met duurzame ambities nu niet meteen rijk rekenen.
Klimaatakkoord
‘We zagen iets vergelijkbaars rond het Klimaatakkoord van 2019. Toen dat er nog niet was, vond 44 procent dat de regering meer aan klimaatbeleid moest doen’, geeft Driessen aan. ‘Toen het er eenmaal wel was, schrok een aantal mensen van de inhoud terug en daalde het percentage meteen sterk. Dat mechanisme zul je waarschijnlijk ook zien als er straks een nieuw kabinet komt met een ambitieus klimaatprogramma.’
Ongeveer gelijk
Daarom vindt Driessen dat je beter kunt kijken naar dezelfde statistiek voor gemeenten. Daar zie je, stelt hij nuchter vast, dat de aandelen voor- en tegenstanders van een ambitieuzer lokaal klimaatbeleid de laatste drie jaar ongeveer gelijk blijven. Voor ruwweg een derde van de burgers is hun gemeente zo al ambitieus genoeg. Van een even grote groep mag er nog wel een schepje bovenop, zoals beter communiceren wat burgers zelf nu al kunnen doen. Ook wordt er door voorstanders gepleit voor een sterkere gemeentelijke rol als investeerder, bijvoorbeeld in de verduurzaming van het openbaar vervoer, het subsidiëren van windmolens of zonnepanelen of het aanleggen van meer gemeentelijk groen.
Regionale energiestrategieën
Met die gelijkblijvende percentages lijkt het of burgers weinig merken van wat gemeenten de laatste jaren op het gebied van de energietransitie doen. Dat klopt niet helemaal. Het aantal burgers dat geen enkel beeld heeft van de gemeentelijke inspanningen daalt van 36 procent in 2019 naar 32 procent nu. De recente provinciale inspanningen komen nog ietsje beter uit de verf. In 2019 had de helft van de burgers daar geen idee van, nu is dat gedaald tot 40 procent. ‘Er is de laatste tijd geregeld aandacht geweest voor de regionale energiestrategieën’, geeft Driessen aan. ‘Ik denk dat dat de reden is dat vooral provincies onder burgers opvallend beter scoren.’
Mooie score
Hoe staat het intussen met die burger zelf? Gaat die al een beetje van het gas af of denkt hij of zij daar op z’n minst al over na? Een derde van de huurders zegt – via de verhuurder – bezig te zijn van het gas af te gaan of de eerste voorbereidingen daartoe te hebben gedaan. Een mooie score, vindt Driessen. ‘Al moeten we nog zien of al die verhuurders dat doorzetten. Maar de grootste opgave voor gemeenten zit ‘m natuurlijk bij de koophuizen.’ Daar ligt het aandeel al gasloze huizen lager, maar het percentage mensen dat met een gasloze toekomst bezig is significant hoger. Zij het dan dat de meeste huiseigenaren zich nog in de oriënterende fase bevinden.
Vertrouwen
Een opvallende uitkomst voor Driessen is dat burgers bij hun oriëntatie het meeste vertrouwen hebben in de adviezen van hun gemeente. Bijna de helft van alle burgers zegt die adviezen ‘volledig of grotendeels’ over te nemen. Dat is een beduidend hogere score dan bij de adviezen van hun energiebedrijf of woningcorporatie. Buurtbewoners scoren als mogelijke adviseur voor energiezaken zelfs nog weer slechter.
Kostenplaatje
Uiteindelijk, vat Driessen samen, draait het voor burgers bij de energietransitie nog steeds om het kostenplaatje – en dan met name onder burgers die niet van het gas af willen. ‘Dat komt ook hier sterk naar voren.’ De helft van de burgers wil pas van het gas af als alle kosten worden gecompenseerd. En bijna twee derde vindt dat gemeenten burgers niet moeten kunnen verplichten hun gas vaarwel te zeggen. Toch is diezelfde burger minder onwrikbaar dan hij lijkt. Een stijgend percentage wil wel degelijk van het gas af als de meerderheid van zijn buurt dat ook wil (inmiddels is bijna vier op de tien die mening toegedaan). En datzelfde aandeel zegt zich ook best duurzamer te willen gedragen. Mits de overheid ook een handje uitsteekt.
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
@Bart. Je hebt het aardig door. Na 10 jaar slechts op de winkel passen heeft Nederland gewoon een andere leider nodig, zo nodig via de VVD.
Laat me niet lachen, sinds wanneer vertegenwoordigt een onderzoekje van I&O 'de Nederlandse burger'?
Nederlanders hebben allang door dat de huidige snelheid van verduurzamen niet te betalen, niet eerlijk en niet realistisch is.
Het grootste deel hiervan (n=1.030) is afkomstig uit het I&O Research Panel en 212 respondenten vulden de vragenlijst in via het panel van PanelClix."
Nu vind ik 1242 niet echt representatief genoeg om te kunnen spreken van "Nederlandse burgers vinden". Opvallend ook is dat ik al lange tijd mij heb aangemeld als deelnemer van het panel, ik voor dit soort vragen nooit gevraagd wordt.
Peilingsbedrijfjes zijn geen goede en zeker geen transparante graadmeters om beleid op te maken en daarom moet het referendum terug komen. Als wij pretenderen een 'kenniseconomie' te willen zijn, dan kan hier best een veilige en eenvoudige wijze voor gevonden worden.
Voorwaarde is dan wel dat er een open en helder beleidsvoorstel moet komen, inclusief doorberekeningen van kosten en opbrengsten en de risico's.
In principe kunnen 1.242 respondenten voldoende zijn voor een representatief onderzoek maar iedereen weet dat Henk & Ingrid geen lid zijn van dit panel.
M.a.w. een heel groot deel van de Nederlandse bevolking, en dus hun mening, wordt door onderzoeken van I & O buiten beschouwing gelaten.