Bomenstrijd langs de N-wegen
Karakteristieke bomenrijen langs een N-weg zijn een sieraad voor het landschap. Maar ook een bron van, vaak dodelijke, ongelukken. Gemeenten en provincies zitten in de spagaat tussen verkeersveiligheid en burgerprotest tegen de kap. ‘Bomen zijn onschuldig.’
Veiligheid versus landschappelijke waarde
Hommeles in de Achterhoek. De provincie Gelderland wil bij de reconstructie van de N319 tussen Ruurlo en Groenlo de kettingzaag zetten in 343 oude zomereiken, maar dat stuit op weerstand bij de lokale bevolking. ‘Bomen liggen in onze boomrijke provincie redelijk gevoelig’, vertelt provinciaal woordvoerster Petra Borsboom met gevoel voor understatement. En dus betrekt de provincie bomenstichtingen, groene clubs zoals de Gelderse Natuur- en Milieufederatie en groepen bewoners bij de plannenmakerij. ‘In dit geval ook. We hebben daar in 2017 twee werkgroepsessies gehad. Daaruit is het plan gekomen en ook die kap van 343 bomen was duidelijk.’
1.200 kilometer provinciale wegen kent Gelderland en elke negen jaar komt een wegvak onder ogen van de provincie voor mogelijke aanpassingen. Bij de N319 was sprake van groot onderhoud en dan kijkt de provincie of ze leefbaarheid, klimaat, verkeersveiligheid, biodiversiteit, natuur en landschap kan verbeteren, zo somt Borsboom op. ‘De cultuurhistorische laanstructuur is kenmerkend in de Achterhoek. Alleen, die laanstructuur is nu aan het einde van zijn houdbaarheid. Er zijn bomen tussenuit gevallen, bomen in slechte staat, waardoor de keuze is gemaakt in zes van de zestien compartimenten bomen weg te halen en de nieuwe bomen naar achteren te zetten. Dan krijg je weer een nieuwe rechte laan van bomen die gelijktijdig geplant zijn en gelijktijdig opgroeien. En dan planten we ze op veiligere afstand dan ze nu staan.’
Zuurstofproductie
Ondanks deze integrale aanpak hangen er spandoeken met protestleuzen aan de zomereiken langs de N319 en heeft Bomenstichting Achterhoek zich vastgebeten in de dreigende kap. ‘Het gaat om 343 bomen, waarvan er slechts 20 in mindere conditie verkeren. De andere (...) zijn dus in gezonde staat en kunnen nog jaren mee’, laat Marjan Houpt van de Bomenstichting per mail weten. Met telefonische interviews zegt ze slechte ervaringen te hebben. Ze wijst op de zuurstofproductie, de CO2-opname, de cultuurhistorische en natuurwaarden van de zomereiken – ‘zo’n volwassen eik is gastheer voor zo’n 320 soorten insecten’ – en de schaduwwerking tegen hittestress. ‘Een kap van dergelijke omvang is echt niet meer van deze tijd.’
De Bomenstichting was bij de inspraakavonden aanwezig, maar van haar inbreng heeft Houpt ‘bitter weinig kunnen terugvinden’ in de provinciale nota over dit onderwerp. ‘Dus waren deze inloopavonden democratische schijnvertoningen?’, vraagt ze zich retorisch af.
Voor de provincie is de maatschappelijke weerstand geen aanleiding om de plannen te veranderen, aldus Borsboom. De aanvraag voor een kapvergunning ligt bij de gemeente Berkelland. Daar is de strijd tegen de bomenkap inmiddels doorgedrongen in de gemeenteraad, waar drie fracties een anti-kapmotie hebben ingediend. De gemeentelijk woordvoerder houdt, gevraagd naar het oordeel van het college over de kapvergunning, de kaken op elkaar en verwijst naar het schriftelijke antwoord dat de wethouder op 7 mei jongstleden heeft gegeven op raadsvragen.
Daarin wordt gerept van een ‘puntentoekenningssysteem’ op het ‘beoordelingsformulier kapaanvragen’. Het besluit valt na ‘afweging tussen onze beoordeling van de bomen vanuit het beleid en de motivatie van de kapaanvraag’, zo valt te lezen. ‘Hierdoor worden factoren als ecologie, cultuurhistorische waarden, vitaliteit, verkeersveiligheid (...) meegewogen.’ Uiterlijk 2 augustus zal het college een besluit nemen over de kapvergunning. In de tussentijd zal de lopende discussie niet stilvallen.
Borsboom: ‘Mensen zeggen: jullie kappen alleen voor de verkeersveiligheid en het is niet de schuld van een boom dat een mens doodgaat. Er kwam een soort discussie over de schuldvraag. Het werd een polarisatie van: het zijn alleen dronken mensen die er tegenaan rijden en bomen zijn onschuldig. Wij krijgen niet voor het voetlicht dat er een integrale afweging wordt gemaakt voor natuur en landschap waarmee je naar een herstel wil van die laanstructuur, maar wel op termijn.’
Verzet
Het verzet waarop de geplande bomenkap stuit, beperkt zich niet tot de Achterhoek. Bomenstichtingen door het land hebben hun handen vol aan actievoeren en het verzamelen van handtekeningen in de hoop de provinciale plannen te keren. Sinds de Wet natuurbescherming op 1 januari 2017 in werking trad, moesten provincies opeens kapvergunningen aanvragen bij gemeenten, waardoor de bomenkap zichtbaarder werd voor de burger en politiek meer aandacht kreeg. In een reactie op Kamervragen schreef minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur, VVD) op 7 december 2018 aan de Tweede Kamer dat ze ‘in gesprek met provincies en gemeenten nog eens (zal) benadrukken dat het kappen van bomen een uiterste middel is.’
Vooral Gelderland, Brabant en Limburg kennen veel wegen met bomen erlangs, volgens Borsboom. ‘Die zijn bijna allemaal ontstaan uit karrensporen. Dus daar staan al heel lang bomen.’ Ook bij het onderhanden nemen van de N395 tussen Hilvarenbeek en Oirschot zullen er bomen sneuvelen. 1.500 stuks, zo schatte een planstudie van Grontmij uit 2013. ‘Op dit moment zijn circa 125 bomen gekapt’, laat woordvoerder Catelijne Thomassen weten. De provincie onderzoekt nu ‘waar er mogelijkheden bestaan om de weg wel veilig in te richten maar zo min mogelijk bomen te hoeven kappen. We gaan ervan uit dat er niet meer dan 300 bomen gekapt hoeven te worden.’
Aan de ene kant wil Brabant gezichtsbepalende bomenrijen intact houden, aan de andere kant streeft ze naar een obstakelvrije berm van minstens 4,5 meter (zie kader vorige pagina). Dat wringt. Thomassen: ‘Als bomen binnen de 4,5 meter staan worden alternatieven bekeken om toch een veilige inrichting te realiseren. Meestal kiezen wij voor geleiderails zodat de bomenrij gespaard blijft, maar als ook voor geleiderails geen ruimte is, is kap onvermijdelijk.’
Maatwerktraject
In het meest extreme geval kan de reconstructie van een weg als het ware ‘om de bomen heen’ plaatsvinden. Daarvan weten ze alles in het stadhuis van Epe. In zijn werkkamer zitten wethouder Robert Scholten (ruimte, Nieuwe Lijn) en ambtenaar ruimtelijke ordening (RO) Daryl Scarse klaar om terug te duiken in de aanpak van de N794, de weg tussen Epe en het nabijgelegen Heerde. Het strakke asfalt ligt er alweer een poosje op, een nieuw fietspad erlangs, de meeste bomen hebben de reconstructie overleefd. Scholten is blij met de groene entree van Epe, maar aan de overlegtafel in zijn werkkamer zijn de hoofdbrekens van destijds nog voelbaar. Het maatwerktraject heeft een wrange bijsmaak achtergelaten.
Het eerste provinciale plan stamt uit 2010, zegt Scholten, toen de provincie uitvoering gaf aan de motie van Provinciale Staten om te zorgen voor vrijliggende fietspaden langs de provinciale wegen. ‘Vanaf het allereerste plan was duidelijk dat je daarvoor aan weerszijden alle bomen moest kappen’, aldus Scholten. Op verzoek van de provincie tuigde de gemeente een inspraakproces op. ‘We hebben vier of vijf informatieavonden gehad, ambtenaren zijn persoonlijk langsgegaan.’ Een deel van de aanwonenden verkocht een stuk van hun voortuin voor verplaatsing van het fietspad. ‘De fietsersbond en milieufederatie zijn proactief geconsulteerd’, zo blikt de wethouder terug. Ingebakken in het plan was dat er langs de weg en ook elders nieuwe bomen kwamen, als compensatie voor de gekapte bomen.
In 2014 keurde de gemeenteraad het bestemmingsplan goed. Maar toen de provincie een kapvergunning aanvroeg voor een slordige zeshonderd bomen, sloeg de vlam in de pan. Ons Mooi Epe, speciaal opgericht voor groenbehoud, organiseerde een avond in de kerk. ‘Er was met de organisatie afgesproken dat het een informatieavond zou zijn en we op een normale manier, aan tafeltjes, in gesprek zouden gaan’, zegt Scholten. Maar in de kerk stonden op een podium tafels klaar voor de wethouder en de provinciale ambtenaren, met daarvoor een groot spandoek STOP KAALSLAG HEERDERWEG! ‘Mensen die ik ken als welbeschaafd lieten daar hun primaire gevoelens losgaan, buiten stonden mensen die door de politie moesten worden tegengehouden omdat ze niet naar binnen mochten van de brandweer.’
Verrast
Ondanks alle inspraak bleek een deel van de bevolking verrast. Scarse: ‘Er kwam opeens heel veel los.’ Maar om dan dus maar het roer om te gooien, is volgens de RO-ambtenaar niet logisch. ‘Het bestemmingsplan was unaniem vastgesteld door de raad. Wij wisten: hier is een goede belangenafweging geweest waardoor we een veiligere weg krijgen waarbij ook het groen behouden blijft. Om op dat moment, als er een actiegroep komt, daar vanaf te wijken is twijfelachtig.’ Scarse: ‘Het was voor ons de eerste keer dat we de kracht van sociale media zagen, dat zoiets georganiseerd kon worden op korte termijn.’
Scholten: ‘Uit het dorp reageerden mensen, maar ook uit Tilburg, uit Canada: “We hebben al zo weinig bomen in Nederland, op de wereld.” Dat sfeertje werd opgeblazen.’ Scarse: ‘Die mensen zijn toen naar de provincie gegaan ...’ Scholten: ‘... naar een Statenvergadering. Met een bus.’
Scarse: ‘Naar de commissie die ging over de wegen. Daar zat opeens de tribune vol met Ons-Mooi-Epemensen. Provinciale Staten schrokken daarvan, was mijn indruk. Ons Mooi Epe heeft zich vervolgens sterk gericht op de provinciale politiek.’ Die paste in een paar maanden de plannen aan, waardoor uiteindelijk nog maar honderd bomen werden gekapt. Hoe kijken de wethouder en zijn ambtenaar nu terug op het resultaat? ‘Het had mooier en veiliger kunnen zijn’, zegt Scholten met een zweem van spijt. ‘Ik vraag me af of de fietspaden toekomstbestendig zijn. Op sommige plekken is het fietspad twee meter breed. Met elektrische fietsen, speed pedelecs en noem maar op, denk ik dat de provincie over een tijdje weer moet kijken, of die fietspaden wellicht verbeterd moeten worden.’
Zelf heeft de gemeente ook een les geleerd, al geeft Scholten in eerste instantie aan dat hij het proces weer op dezelfde manier zou organiseren. Volgens Scarse was het misschien beter geweest als de gemeente het verzoek van de provincie om het bestemmingsplan aan te passen had afgehouden. ‘Stel je voor dat het een provinciaal inpassingsplan was geweest en PS hadden hun goedkeuring had gegeven. Als er daarna een opstand was geweest zoals nu, dan hadden PS het hele traject meegemaakt en gedacht: moeten we daar nu nog wat aan veranderen, net nu we het hebben vastgesteld?’ Als de gemeente wél op verzoek van de provincie het bestemmingsplan vastlegt, is er ook een alternatieve route: ‘Dan moet je de provincie van tevoren vragen: is dan ons besluit ook jullie besluit?’
Terug naar Berkelland. ‘Op 27 mei hebben we een constructief gesprek gevoerd met de Provincie’, meldt Marjan Houpt van Bomenstichting Achterhoek. Volgens haar is de provincie ‘geschrokken’, komt er ‘een vervolg op het participatieproces’ en zal het plan ‘herijkt’ worden. Haupt mailt: ‘De kapplannen zijn inmiddels voorlopig stilgelegd.’ De provincie bevestigt dat de koers is verlegd: er komt een nieuwe aanvraag voor een kapvergunning. Hoe die er uitziet hangt af van een nieuw participatietraject dat nu wordt gestart.
Vergevingsgezinde berm
De afstand tussen een boom en de weg is minimaal 4,5 meter, maar bij voorkeur 6 meter. Dat staat in een richtlijn van kennisplatform CROW (opgenomen in het Handboek wegontwerp 2013), die provincies hanteren bij de aanpak van hun 80-kilometerwegen. ‘Hoe verder de obstakels van de weg, hoe groter de kans dat een voertuig er niet tegenaan rijdt’, luidt de logische verklaring van CROW-verkeerskundige John Boender. Zo krijg je een ‘vergevingsgezinde berm’. Bij de reconstructie van een weg kun je van zo’n obstakelvrije zone afzien, stelt Boender.
Door een geleiderail te plaatsen. Die schermt bomen af en geleidt automobilisten die van de weg afraken terug de weg op. Noord-Brabant heeft langs verschillende wegen (Oss-Grave, Boxtel-Schijndel) geleiderails geplaatst, aldus woordvoerster Catelijne Thomassen. Ook bij de N395 (Hilvarenbeek- Oirschot) heeft de provincie gekeken of dat kon, ‘maar hiervoor is minimaal 1,60 meter nodig tussen wegrand en boom’. Bomen kappen is het ‘allerveiligst’, aldus Boender. ‘Als je die bomen niet kwijt wilt omwille van het milieu of de bescherming van de leefomgeving, dan is afscherming een second best option.’
Ook de overige opmerkingen van de heer Scholten in het interview, evenals die van de eveneens bij het interview aanwezige ambtenaar, zijn suggestief, ver bezijden de waarheid en geven een overduidelijk beeld van wat er nog steeds mis is in de gemeente Epe en hoe er wordt omgegaan met burgerbetrokkenheid. Als een dergelijke dominante wethouder zo uit de bocht vliegt, dan moeten andere bestuurders toch een keer ingrijpen?
De heer Scholten zegt in zijn interview dat het maatwerkproject Heerderweg een wrange nasmaak heeft nagelaten. Hij laat noteren dat de gemeente ook een les heeft geleerd, maar dat hij in eerste instantie het proces op dezelfde manier net als toen zou organiseren. Hoe is het toch mogelijk? Gedurende het project Heerderweg heeft het college van de gemeente Epe nooit contact willen hebben met de vereniging Ons Mooi Epe (OME), ondanks herhaalde verzoeken van oze kant om de kwestie te bespreken. Ook na afloop is het proces nooit samen doorgesproken.
Integendeel, OME is in haar pogingen om zoveel mogelijk bomen te sparen uitsluitend dwarsgezeten door de gemeente Epe, die het aan liet komen op rechtszaken en kort gedingen om de rigoureuze bomenkap willens en wetens door te zetten. Veel fracties van politieke partijen uit de Eper gemeenteraad hebben later aangegeven geleerd te hebben van het dit traject, maar de heer Scholten hoort daar dus duidelijk niet bij.