Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Big Bang openbaar bestuur stuit op weerstand

De inkt van de commissie-Kalden over de herinrichting van het openbaar bestuur is nog niet droog of het wijzen van de ene bestuurslaag naar de andere is al begonnen. 'Wij gaan nooit meemaken dat een Zeeuw zich geen Zeeuw meer mag noemen.'

02 april 2010

De commissie-Kalden is één van de ambtelijke heroverwegingswerkgroepen die deze week met voorstellen kwamen om 35 miljard euro te bezuinigen. De commissie stelt een herinrichting van het openbaar bestuur voor. De twee belangrijkste denkrichtingen gaan uit van een forse schaalvergroting van gemeenten. In de ene variant is plaats voor honderd tot 150 gemeenten en een handvol provincies, in de andere variant nog maar voor dertig supergemeenten. De provincies verdwijnen in die meest vergaande opzet zelfs geheel van de kaart.

 

Binnenlands Bestuur peilde de eerste reacties op de voorstellen van de commissie openbaar bestuur. Wat daarbij opvalt, is dat vertegenwoordigers van de ene bestuurslaag vooral vinden dat de andere laag moet opschuiven en inschikken. Zo stelt voorzitter Henk Aalderink van de P10, de club van plattelandsgemeenten, onomwonden dat het Rijk eerst en vooral naar zichzelf moet kijken door taken af te stoten en kleiner te worden.

 

‘Ik heb veel in Europa gewerkt. 80 procent van de milieuregels wordt in Brussel opgesteld. Dat zou betekenen dat het aantal milieuambtenaren in Den Haag fors naar beneden kan. Kijk daar maar eens kritischer naar,’ zegt hij. ‘Je kunt, zoals Kalden voorstelt, de hele bestuurlijke organisatie van ons land wel op de kop zetten, maar dat levert je de komende 3 à 4 jaar geen geld op’, aldus Aalderink.

 

Hij vraagt zich bovendien af of opschaling de oplossing is voor de financiële problemen. Stad en platteland hebben volgens hem elk hun eigen problemen. ‘Veiligheid in de steden is van een andere orde dan veiligheid op het platteland. Daar gaat het vooral om bereikbaarheid, dat politie en ambulance op tijd zijn. Nogmaals, dat probleem wordt niet opgelost door dertig gemeenten te vormen. Waar het om gaat, is dat er meer evenwicht komt in de verdeling van de middelen.’

Dit artikel is gepubliceerd in Binnenlands Bestuur nummer 13, 2 april 2010

 

Natuurlijk vindt Aalderink, in het dagelijks leven burgemeester van het Gelderse Bronkhorst, dat altijd moet worden gekeken naar de schaal van gemeenten. ‘Om als “eerste overheid” je taken goed te kunnen uitvoeren, zullen kleinere gemeenten vooral slim moeten samenwerken met buurgemeenten. Maar het is de vraag of dat altijd met fusie gepaard moet gaan. Ik ben er niet van overtuigd dat herindeling een toverwoord is’, zegt hij. Aalderink denkt dat het aantal gemeenten nog wel verder zal slinken, ‘maar nog een paar honderd minder hoor je mij niet zeggen.’

 

Robuust

 

Zo’n Big Bang zoals de commissie-Kalden oppert, ziet ook Theo Rietkerk, CDA-gedeputeerde in Overijssel, er niet van komen. ‘Ach, we kennen dat voorstel van die dertig regiogemeenten al. Het stond als Wet bestuurlijke gebieden al op de politieke agenda van Paars II. Op inhoudelijke gronden is het toen afgeschoten door het parlement,’ zegt Rietkerk. Hij maakte toen zelf deel uit van de Tweede Kamer. Ook de voorstellen van de commissie- Kalden gaan weer uit van wat hij ‘blauwdruk-denken’ noemt.

 

‘Voorop dient te staan wat burgers en ondernemers van de overheid verwachten. Dat is dat ze snel willen worden geholpen, dat de vergunningverlening adequaat is en dat ze snel subsidies krijgen’, aldus Rietkerk. Een Big Bang op gemeentelijk niveau is daarvoor volgens hem niet nodig, Wél nodig zijn ‘een beetje robuuste gemeenten’ met een kwalitatief goede raad en dito ambtenarenapparaat.

 

Rietkerk: ‘Je zult gezien de taken op het gebied van de Wet ruimtelijke ordening, de grondexploitatiewet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht meer bestuurskracht moeten hebben. Anders loopt het vast. Overijssel is in 2001 klaar gemaakt voor die nieuwe taken, door het aantal gemeenten van 48 naar 25 terug te brengen. Datzelfde geldt voor Drenthe. Maar bijvoorbeeld Zuid-Holland, Noord-Brabant, Friesland en delen van Limburg blijven achter. Daar zijn nog erg veel zeer kleine gemeenten. Mijn stelling is dat er in Nederland wel een tandje bij kan wat opschaling betreft.’

 

Rietkerk zegt op dat vlak van de wetgever meer daadkracht te verwachten. ‘Herindelen alleen van onderop, dat kun je gemeenten niet aandoen. Niemand snijdt graag in eigen vlees. Hoe groot gemeenten moeten zijn, ga ik niet zeggen. Maar gemeenten met 15 - tot 20 duizend inwoners zijn eigenlijk te klein. Als gedeputeerde heb ik achteraf flink moeten ingrijpen in Ommen, omdat hun bestemmingsplannen buitengebied niet deugden.’

 

Middenbestuur

 

De Big Bang dient volgens rietkerk in het middenbestuur plaats te vinden, want vooral daar is sprake van te veel bestuurlijke drukte. de waterschappen? Breng deze als technische uitvoeringsorganen onder bij de provincies. de provincies? die moeten zich richten op hun kerntaken ruimte, economie, infrastructuur, water en natuur.

 

‘Het sociale beleid kunnen ze overlaten aan de gemeenten. dat geldt bijvoorbeeld voor de preventieve jeugdzorg’, zegt hij. de WGr+ gebieden moeten in zijn ogen van hun plus worden afgeholpen door de beleidsvelden verkeer en vervoer weer naar de provincies over te hevelen. Van opheffing van provincies wil Rietkerk niet horen, van opschaling eigenlijk ook niet. ‘Wij gaan niet meemaken dat een Fries zich geen Fries of een Zeeuw zich geen Zeeuw meer mag noemen. dat blijft, wat de PvdA en D66 ook roepen’, zegt de prominente CDA-bestuurder.

 

Anders ligt het overigens voor de randstad. Rietkerks idee is de vier of vijf stedelijke conglomeraten daar rechtstreeks met den Haag zaken te laten doen, zonder tussenkomst van de provincies. Naar Flevoland zal moeten worden gekeken, omdat die provincie zonder almere maar vijf gemeenten over houdt. De CDA’er pleit verder vooral voor extra saneringen bij het rijk. ‘Zo kunnen we morgen al beginnen met het afschaffen van de gedeconcentreerde rijksdiensten. voor de sanering van de regiokantoren van bijvoorbeld de ministeries van LNV, VROM, EZ en rijkswaterstaat is geen wijziging van de grondwet nodig. En het mes kan in het aantal departementen.

 

Roel Bekker (verantwoordelijk is voor de afslanking en vernieuwing van de rijksdienst, red.) zegt dat het niet kan, maar ook hier geldt dat je een slager niet zijn eigen vlees moet laten keuren. EZ kan bij landbouw, eventueel met energie. Zo houdt nederland een minister van landbouw. Het regionaal economisch beleid kan naar de provincies. de huidige minister van economische Zaken wou dat destijds niet. ik zeg: nieuwe ronde, nieuwe kansen.’

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Roel Bekker / secretaris-generaal Vernieuwing Rijksdienst
Theo Rietkerk, gedeputeerde van Overijssel, verzet zich tegen de eventuele opheffing van de provincies. Hij pleit er voor om in plaats daarvan vooral extra saneringen bij het Rijk door te voeren en stelt dat ‘het mes kan in het aantal departementen.’ Daar voegt hij aan toe dat ik zou hebben gezegd dat dat niet kan, maar dat ‘ook hier geldt dat je een slager niet zijn eigen vlees moet laten keuren’. Ik denk dat dat laatste slaat op het feit dat hij zichzelf als keuringsslager ziet als het om provincies gaat. Dat laat ik maar verder zo.

Maar niet onweersproken wil ik laten zijn stelling dat ik gezegd zou hebben dat het aantal ministeries niet naar beneden kan. Dat heb ik nooit beweerd. Wat ik wel eens heb aangetoond is dat vermindering van het aantal ministeries geen internationale trend is. De meeste (OESO-) landen hebben tenminste twaalf departementen, en vele, uitstekend bestuurde landen hebben er meer. Die twaalf zijn bovendien vaak qua werkgebied heel vergelijkbaar. Er blijkt internationaal gezien een soort ijzeren minimum te zijn; departementen die alle landen hebben.

De verklaring is waarschijnlijk dat enerzijds die indeling aardig aansluit op maatschappelijke opgaven. En anderzijds dat de desbetreffende ministers elkaar intensief ontmoeten op allerlei Europese raden. Vanzelfsprekend kun je ook een staatssecretaris naar zo’n raad sturen, maar die krijgt daar dan toch wellicht wat later het woord.

Een mogelijke aanwijzing hiervoor is Zwitserland, dat slechts zeven ministers heeft maar ook weinig internationaal overleg. De Zwitserse regering heeft overigens onlangs voorgesteld het aantal ministers van zeven naar elf te verhogen. Dát is wat ik heb geschreven, waarbij ik overigens ook heb gesteld dat natuurlijk herindelingen of fusies goed mogelijk en soms zelfs wenselijk zijn. Maar het lijkt mij voor een zo op het buitenland gericht land als Nederland niet verstandig om het aantal ministeries drastisch terug te brengen en daardoor internationaal gezien de aanwezigheid op politiek/bestuurlijk niveau te verlagen.

Terug naar zeven of acht ministeries, zoals wel wordt bepleit, levert niet alleen veel grotere organisaties op (waar ook bezwaren tegen bestaan) maar zou ons ook op achterstand zetten in internationaal overleg. Dus niks ‘keuren van eigen vlees’, maar gewoon een nuchtere analyse van hoe het in de wereld zit met het openbaar bestuur.
Advertentie