BBB, stop de beleidsobesitas
Laat de opmars van de BoerBurgerbeweging de stortvloed aan onwerkbare documenten stoppen die vanuit het rijk wordt afgevuurd.
Voor de monsterzege van BBB zijn drie, elkaar versterkende oorzaken aan te wijzen. In de eerste plaats de weerzin van mensen ‘in de regio’ tegen de dominantie van de Randstad. Daarnaast - los van de woonplaats - de opvatting van conservatieve mensen met een lagere opleiding jegens de hoogopgeleide, progressieve elite. En in de derde plaats de toenemende ontevredenheid over de (rijks-)overheid die steeds meer, soms onbegrijpelijke eisen stelt, maar zelf niet ‘levert’.
Ik ontleen deze wijsheden vooral aan kiezersonderzoeken, in combinatie met de uitstekende analyse van cultuurhistoricus René Cuperus. Ook de praktijkverhalen van mensen als CDA-Tweede Kamerlid Dirk Boswijk en de Drentse VVD-gedeputeerde Henk Brink geven inzicht.
Op de derde thema, de ontevredenheid over de landelijke politiek, wil ik doorgaan. Uit het Ipsos-onderzoek blijkt dat veel kiezers met hun stem kritiek op het kabinet willen uiten. ‘De onbekwaamheid van de ministers’ staat zelfs op één, gevolgd door stikstof, gezondheidszorg, immigratie en klimaat.
René Cupurus: ‘De hedendaagse politiek heeft een enorm probleem met wat politicologen ‘inputlegitimiteit’ noemen: mensen hebben het gevoel dat zij object zijn van technocratisch bestuur, er wordt over hen bestuurd en niet met hen. En ook met ‘outputlegitimiteit’: mensen hebben het gevoel dat de overheid niet veel meer voor elkaar krijgt. Onder de kabinetten-Rutte is het positieve Nederlandse zelfbeeld ernstig aangetast geraakt, namelijk dat van een goed georganiseerd land waarin het er uiteindelijk redelijk rechtvaardig aan toegaat.’
Want van de uitvoering komt weinig terecht of gaat met grove fouten gepaard.
Ik vertaal het zo. De inputkant, de bovenkant van de trechter, wordt volgestopt met beleid (een deel daarvan ’moet van Brussel’). Noem het beleidsobesitas. Het contrasteert met de outputkant, aan de onderzijde van de trechter. Want van de uitvoering komt weinig terecht of gaat met grove fouten gepaard. We kennen de voorbeelden: stikstof, migratie, Groninger gas belastingen, toeslagen en ict-projecten.
Arno Visser, die onlangs afscheid nam als voorzitter van de Algemene Rekenkamer, spreekt over de schijnwereld van de beleidsmakers, losgezongen van de praktijk. Hij bepleit een moratorium op nieuw beleid. Een vergelijkbaar pleidooi valt te lezen in de jaarlijkse evaluatie van 38 uitvoeringsorganisaties van de rijksoverheid. Complexiteit met steeds nieuw beleid, torenhoge ambities en beperkte, versnipperde middelen staan de uitvoering en de dienstverlening in de weg.
Bestuurswetenschapper Paul Frissen stelt dat alles onderwerp wordt van sturing, regulering en integraliteit. De mythologie van de maakbaarheid creëert de almachtige, gulzige overheid die de ideale mens creëert. Paul Frissen ziet een ‘lichtpunt’ in deze ontwikkeling. Van die narcistische overheidsambities komt weinig terecht omdat die vastlopen in ineffectiviteit en inefficiency.
Het is een onleesbaar document, vol zalvende taal.
De ernst van de situatie is nog niet tot Haagse burelen doorgedrongen. Het blijkt uit een nieuw, recent geopend front van rijksbeleid: de nationale ruimtelijke ordening. De inhoudelijke noodzaak daarvan is onbetwistbaar. Maar door de gekozen aanpak dreigt echter een nieuwe zeperd.
Een wezenlijk onderdeel van de nieuwe ‘rijksregie’ is verankerd in het ‘Provinciaal startpakket fysieke leefomgeving’. Het vormt het rijkskader voor het leggen van de ‘ruimtelijke puzzel’ in de provincie. Dat moet uiteindelijk uitmonden in integrale ‘arrangementen’.
Alles wat de verschillende departementen aan sectorale beleidswensen op gemeenten, provincies, waterschappen én de maatschappij willen afvuren, is ongefilterd in dit document neergekwakt. Het is een onleesbaar document, vol zalvende taal. Binnen een paar maanden moeten de provinciebesturen hun huiswerk al bij de minister inleveren. Nauwelijks tijd voor inbreng van gemeenteraden en de bevolking.
Daarnaast hebben we nog een apart Programma NOVEX, het Nationaal programma landelijk gebied, en de Nota water en bodem sturend. Verder blijven bestaande beleidsinstrumenten binnen hetzelfde domein, zoals het MIRT, de Woondeals en de Regiodeals gewoon bestaan. Er komt alleen maar bij; niets stopt.
Het leidt ertoe dat niet alleen grote groepen burgers afhaken, maar dat nu ook lokale en provinciebestuurders door de bomen het bos niet meer zien. Ze kunnen er geen touw meer aan vast knopen. Als de monsterzege van BBB helpt om dit desastreuze patroon te doorbreken, dan mogen we Caroline dankbaar zijn.
Onteigenen (in het algemeen belang) doe je pas als 'normale oplossingen' niet meer mogelijk zijn. De ervaring leert dat dit instrument onder normale omstandigheden helemaal niet zal worden ingezet. Dat hoeft ook helemaal niet wettelijk te worden geregeld, want dat is het al.