/ Blog

Bevestig mijn bestaan

Bevestig mijn bestaan. Ruimte voor eigen interpretatie

26 januari 2021

Ik lees op dit moment afwisselend in twee boeken. Ik lees steeds een stukje, want meestal heb ik geen tijd om er echt voor te gaan zitten. Daarom stel ik mij doorgaans vooral tevreden met het lezen van gedichten. 

De titel van deze column komt uit het bekendste gedicht van Neeltje Maria Min:

 

‘mijn moeder is mijn naam vergeten,

mijn kind weet nog niet hoe ik heet.

Hoe moet ik mij geborgen weten?

 

noem mij, bevestig mijn bestaan,

laat mijn naam zijn als een keten.

noem mij, noem mij, spreek mij aan,

o, noem mij bij mijn diepste naam.

 

voor wie ik liefheb wil ik heten.’

 

Een van de kenmerken van een mooi gedicht is dat het je raakt, maar dat je niet precies weet waarom. Er blijft ruimte voor eigen interpretatie. Hoe het is bedoeld en wat het met je doet, hoeven niet overeen te komen. Dit gedicht raakte mij in elk geval meteen. Er zit iets eenzaams in en de diepe wens om te bestaan, om in liefde verbonden te zijn. Dat je bestaan wordt bevestigd, dat anderen je bij je naam noemen, naar je willen luisteren is van levensbelang. Stel je voor dat dat in je leven zou ontbreken. Soms schiet dat door me heen als ik een bedelaar negeer of als ik met een smoes een gesprek snel beëindig.

 

Maar wat bepaalt of er naar me wordt geluisterd? In ‘Stop Being Reasonable’ – een van de twee boeken waarin ik lees- onderzoekt schrijfster, filosofe en radiomaakster Eleonor Golden Smith waarom mensen hun mening niet wijzigen, laat staan dat ze ander gedrag zouden gaan vertonen op rationele gronden, na een goed gesprek. Zij wijst erop dat onze ideeën over de ander vaak bepalend zijn voor wat we doen met wat hij of zij te melden heeft. Hoe plaatsen we degene die spreekt? Het kan gaan om een persoon die we al kennen, maar het kan ook draaien om algemene kenmerken, zoals leeftijd, uiterlijk, accent, maatschappelijke positie, sekse… etc. Verschillen die niets met de kwaliteit van de gesproken woorden te maken hebben.

Sluimerende (voor)oordelen bepalen de perceptie van de ander. Dus áls je al gezien wordt dan gaat het erom hóe je gezien wordt, want dat bepaalt tenslotte mede of er überhaupt naar je wordt geluisterd. In sommige situaties ben je het vanzelfsprekende middelpunt, in andere blijf je een buitenstaander.

 

Hoe je gezien en bevestigd wordt kan diep raken en grote invloed hebben, zeker als kind. Ziet men in jou een talent voor de toekomst of een dubbeltje dat nooit dat kwartje zal worden? Welke rolmodellen zijn er in je omgeving? In ons werk binnen het sociale domein gaat het vaak over de (toekomstige) plek van de gedeprivilegieerde kinderen en volwassenen. Overerfde armoede, laaggeletterdheid, slechte gezondheid, huiselijk geweld en veel minder kansen om te dromen óver, laat staan te wórden wie je zou willen zijn. We doen er van alles aan: schakelteams, educatieve zones, positieve gezondheid, centra voor huiselijk geweld & kindermishandeling, een plek voor iedereen en leefbare wijken. Niet alleen om kansen te benutten, maar ook om te werken aan de problemen en de overlast.

 

Het tweede boek, ‘Ongetemd leven’, lees ik –ik geef het toe- vanwege de publiciteit. Zangeres Adele en Eva Jinek riepen dat je uit je kooi zou ontsnappen en dat het boek je lichaam en leven zou transformeren. Ik sputterde wel even tegen toen ik de opdracht aan de binnenkant las, want het bleek zich alleen op vrouwen en meiden te richten. Alsof mannen vanzelf al het lef hebben om helemaal zichzelf te zijn. Maar goed, ik las verder en de oproep is vooral om je te bevrijden van de bevestiging die je niét had willen krijgen, van alle verwachtingen waaraan je niét wilt voldoen. Dat begint volgens schrijfster Glennon Doyle met voelen, daarna met te zien hoe het anders zou kunnen, wat wordt gevolgd door het afbreken van het oude en het opbouwen van het nieuwe. Dat niet alleen nadenken, maar vooral ook voelen nodig is om een andere weg in te slaan, is haar bijdrage aan de discussie over de rol van de ratio. De ratio kan juist heel goed in staat zijn om ‘verkeerde’ bevestigingen van je bestaan te camoufleren. Weg te redeneren.

 

Beide boeken roepen op tot kritische reflectie. Waar het laatste denkt de route te kennen, blijft het eerste meer bij het plaatsen van vraagtekens. Die aarzeling bevalt mij toch het meest. Wat weten we nou uiteindelijk helemaal over onszelf, de ander of hoe het hier allemaal werkt?  Vanuit niet-weten en openheid luisteren en vragen stellen, heeft dat niet meer effect dan discussiëren?

 

Maar soms weet je toch gewoon iets zeker. Ik zie Trump op tv en moet denken aan de ‘Sonnetten van de kleine waanzin’. In een daarvan schreef Hans Andreus de zin:

 

‘(..)

Wij zijn van zoveel ik gemaakt, bezeten,

Dat wij geen leven hebben voor elkaar.’

 

Vanaf morgen lees ik weer gedichten.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.