Niet mijn keuze
Niet mijn keuze. Corona en de ‘Dor Hout-discussie’
Ik hou er over het algemeen niet van als andere mensen keuzes voor mij maken of mij vertellen wat ik moet doen. Dat wil niet zeggen dat ik niet beïnvloedbaar wil zijn. Ik maak graag goede afwegingen en daarin spelen informatie, waarden, verwachtingen, gevoelens en de meningen van significante anderen allemaal een rol. Veel verloopt echter gelukkig ook volgens automatismen en gaat onbewust. Over dat laatste en de invloed van media wil ik het ook nog graag hebben, maar de afgelopen tijd trok vooral de ‘Dor Hout-discussie’ mijn aandacht. Keuzes die vóór mij worden gemaakt als het gaat om de toegang tot schaarse middelen.
Misschien wil ik wel naar de IC, maar ik mag niet omdat de artsen bij hun afwegingen tot een andere conclusie komen. In het Draaiboek Triage van de Federatie van Medische Specialisten staat dat achtereenvolgens mensen die naar verwachting korter op de IC gaan verblijven voorrang krijgen, dan medisch personeel dat grotere risico’s loopt en vervolgens vindt triage plaats op basis van zogenaamde ‘Intergenerationele Solidariteit’. Ik lees: ‘jongere generaties hebben een sterkere morele aanspraak op IC-zorg dan oudere generaties die al veel meer levensjaren hebben genoten. Iedereen zou in de loop van zijn of haar leven evenveel gelijke mogelijkheden (‘fair innings’) moeten hebben. Dit betekent dat voorrang wordt verleend aan patiënten uit een jongere generatie.’
Waar is de tijd van Gert Timmerman gebleven, met zijn ‘eerbied voor jouw grijze haren’? De tijd dat ouderen werden gezien als de mensen die door hard werken de wereld voor hun kinderen hadden opgebouwd. De tijd dat oud zijn nog niet uit de mode was en mensen het ouder worden accentueerden door hun kledingkeuze, wandelstok en levensstijl. Maar nu wil eigenlijk niemand meer oud zijn, alleen nog maar oud worden. Dor hout kan worden opgeruimd.
Verdelingsvraagstukken komen er ook aan bij de vaccins die nu worden ontwikkeld. Een internationale groep wetenschappers bestaande uit epidemiologen, economen, filosofen en ethici schreef daarvoor een voorstel in hun vakblad Science. Zij vinden dat de vaccins niet verdeeld moeten worden naar rato van het aantal inwoners, omdat er dan volgens groepslid Lisa Herzog ‘een verlies zal zijn aan gezonde levensjaren, terwijl je dat juist had kunnen voorkomen. Dat is ethisch onjuist’. De groep stelt dan ook voor om het in de eerste fase van iemands mondiaal gemiddelde levensverwachting af te laten hangen of hij of zij het vaccin krijgt. In de tweede fase zou het dan bij de verdeling vooral moeten draaien om het per land zoveel mogelijk behouden van economische productiecapaciteit. (Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor de mensen onder de armoedegrens, die anders mogelijk nog verder zouden afglijden.)
Prima natuurlijk dat erover wordt nagedacht door mensen die er voor hebben doorgeleerd. Maar het is duidelijk dat de gevolgenethiek van de utilisten bij hun afwegingen de boventoon voert (wat levert de beste resultaten op voor de gehele populatie). Ik ben bang dat de kwetsbaren, de minder productieven, mensen die afhankelijk zijn van zorg van anderen en ouderen, er zo bekaaid af gaan komen. Sterker, het gaat een heel gevaarlijke kant op als de waarde van een mens wordt uitgedrukt in een formule en beslissingen daarop worden gebaseerd. Bijvoorbeeld: waarde mens = levensverwachting x productiviteit – kosten zorg en uitkeringen. Ik voel dan opeens meer voor de zogenaamde plichtethiek waarin elk mensenleven per definitie evenveel waard is. Mét de aanvulling dat alleen ikzelf over mijn leven kan beslissen.
Ik heb bij de verdeling van schaarste of macht niet veel fiducie in wetenschappers of politici of mijn medemens. Er is het beroemde ‘trolley-vraagstuk’ waarbij de keuze is de wissel van een op hol geslagen tram om te zetten zodat niet vijf mensen sterven, maar één. Utilitaristisch denkend zul je tot de conclusie komen dat vijf overlevenden te verkiezen zijn boven een. Maar als het experiment iets wordt gewijzigd en je één iemand actief voor de tram moet duwen zodat die tram stopt en de vijf anderen daardoor worden gered, dan weigeren de meeste mensen. Er zijn behalve ‘passief-actief’ nog veel meer varianten te bedenken: ‘jong-oud’, ‘slecht-goed’, ‘nabij-veraf’, etc…
Zenleraar en hoogleraar Slavische letterkunde Ton Lathouwers haalde in zijn teisho’s regelmatig de nog extremere vraag van Ivan Karamazov aan, die zijn broer voor de keuze stelt een weerloze zuigeling dood te folteren in ruil voor eeuwig vrede en rust voor de gehele mensheid. Er kon volgens Ton geen ander antwoord zijn dan een fel en luid NEE! De verbondenheid van alles met alles, waarbij niets en niemand buiten de boot kan vallen, was zijn ethisch uitgangspunt.
Voor Fjodor Dostojevski -de auteur van De gebroeders Karamazov- was de hoogste ontwikkeling die een mens kan bereiken dat hij zich zonder grenzen opoffert voor een ander. De mens heeft de vrijheid om zelf te kiezen, maar kan hij daar wel goed mee omgaan, vroeg hij zich af?
Als je denkt aan jezelf opofferen voor anderen, dan komt in onze streken al snel het beeld van die man aan het kruis op. Het christendom heeft op basis van de gedachten van Aristoteles zijn deugdenethiek geformuleerd. Als ik dan alleen zélf over mijn leven wil beslissen, dan zou ik tenminste moeten proberen een deugdzaam leven te leiden en de JUISTE beslissingen te nemen. Misschien moet ik mezélf voor de tram gooien of de duivel aanbieden om míj te nemen in plaats van de zuigeling? Net zoals priester Maximiliaan Kolbe in Auschwitz deed. Als puntje bij paaltje komt, laat het vaccin dan maar aan me voorbijgaan, geef de zuurstof dan maar aan een ander? Zou ik dat kúnnen beslissen? En als ik naar de mensen kijk die om me geven of me nodig hebben, mág ik dat dan wel beslissen? Of ook: zouden mensen die mijn streven kennen, me dan onder druk kunnen zetten om me nu maar op te offeren voor een ander – jonger, gezonder, armer, geliefder, productiever- mens? Of zou ik mezelf gaan verachten bij de dreigende schande en schuld niemand voor te laten gaan?
Nu ik er wat langer bij stilsta wil ik misschien liever toch níét zelf kiezen. Ik zie af van mijn recht. Laat het lot – of -voor wie dat beter past – god, maar beslissen. En dan maar afwachten of het Petrus of Gommers is die de deur opendoet.
Erik Vermathen
Directeur Stade Advies
e.vermathen@stade.nl – 06 1093 9404
Mooi uiteengezet meneer Vermathen, stof tot nadenken, Dankjewel!