Advertentie
financiën / Nieuws

Zeeuwse gemeenten dreigen kopje onder te gaan

Het voorstel tot herverdeling van het gemeentefonds leidt tot nog verdere verslechtering van de financiële positie van de Zeeuwse gemeenten. In het nieuwe verdeelmodel moet rekening worden gehouden met specifieke Zeeuwse kenmerken.

10 maart 2021
Noodklok-shutterstock-208872676.jpg

De financiële positie van de dertien Zeeuwse gemeenten is al slecht, maar met het huidige voorstel tot herverdeling van het gemeentefonds verslechtert deze nog verder. Er wordt onvoldoende rekening gehouden met specifieke Zeeuwse kenmerken. Het nieuwe verdeelmodel moet daarop worden aangepast. De Zeeuwse gemeenten hebben daarnaast structureel minimaal 55 miljoen euro extra van het rijk nodig.

Noodrem

Daar komt kortgezegd de boodschap van de dertien Zeeuwse gemeenten op neer. ‘We trekken nu aan de noodrem, nu het tij nog kan worden gekeerd’, stelt de Kapellse wethouder financiën Jon Herselman (VVD), tevens bestuurlijk voorzitter Bestuur & Financiën van het Overleg Zeeuwse Overheden (OZO). De gemeenten hebben dinsdag het onderzoeksrapport ‘Zeeland en het gemeentefonds’ openbaar gemaakt, waarin onderzoeksbureau Significant APE de financiële situatie van de dertien gemeenten in kaart heeft gebracht, de herverdelingseffecten heeft doorberekend en op een rijtje heeft gezet welke geografische en demografische kenmerken die specifiek in Zeeland spelen en waarmee in het herverdeelmodel onvoldoende rekening is gehouden.

 

Wmo en jeugdzorg

Vooral de alsmaar stijgende uitgaven op de Wmo en jeugdzorg en in mindere mate op inkomen en participatie spelen de Zeeuwse gemeenten parten. Dat speelt weliswaar ook bij heel veel andere gemeenten, maar Zeeland zit in gebruik van Wmo en jeugdzorg, en daarmee de kosten, boven het landelijk gemiddelde. Tussen 2017-2019 stegen de netto lasten op jeugd van de dertien Zeeuwse gemeenten met 37 procent. Het aantal jongeren met jeugdzorg steeg over die jaren met 9 procent; landelijk met 6 procent. Per jongere zijn de kosten toegenomen.

 

Bijstand

De lasten op maatschappelijke ondersteuning stegen bij negen Zeeuwse gemeenten tussen 2017-2019 met 28 procent; landelijk was in die jaren sprake van een stijging van 12 procent, aldus de onderzoekers. De lasten op inkomen en participatie zijn voor Zeeland min of meer constant, terwijl er in de rest van Nederland sprake was van een daling van negen procent. In een aantal Zeeuwse gemeenten is het aantal bijstandsgerechtigden wel teruggelopen. Nu komen nog maar drie gemeenten niet uit met het rijksbudget voor de bijstand (BUIG-uitkering), in 2017 was dat in zeven gemeenten zo.

 

Tekort 56 miljoen

Per saldo is het tekort op het sociaal domein van alle Zeeuwse gemeenten tezamen opgelopen van 16,8 miljoen in 2017 tot 56 miljoen in 2019. ‘Er is een gigantische scheefgroei tussen de bijdrage hiervoor uit het gemeentefonds en onze uitgaven’, aldus wethouder Herselman. Als wordt gekeken naar de herverdeeleffecten van zowel het sociaal domein als het zogeheten klassieke deel, komen de gemeenten uit op een plus van drie miljoen. ‘Dat is een druppeltje op een gloeiende plaat. We blijven dan met een tekort van 53 miljoen euro op alleen al het sociaal domein zitten.’ In de jaarlijkse benchmark Nederlandse gemeenten van BDO bungelen de Zeeuwse gemeenten al tijden onderaan in het lijstje. ‘We hebben de laagste financiële gezondheid van heel Nederland.’ Er moet echt iets gebeuren, benadrukt Herselman, want ‘we zakken door onze hoeven.’

 

Plusje van 3 miljoen

Bij invoering van het verdeelmodel zoals dat er nu ligt – en dat is gebaseerd op cijfers uit 2017 – gaan de Zeeuwse gemeenten er zoals gezegd gezamenlijk 3 miljoen euro op vooruit. Vier gemeenten gaan er op achteruit: Terneuzen 2,9 miljoen euro, Vlissingen 1 miljoen en Veere en Goes ieder 4 ton. Als alleen wordt gekeken naar de clusters in het sociaal domein dan leveren de gemeenten samen bijna 30 miljoen in; alle gemeenten gaan er op achteruit. Kijkend naar alleen de klassieke taken pakt het nieuwe verdeelmodel gunstig uit: dat levert een gezamenlijke plus op van 68,5 miljoen euro. Het verdeelmodel houdt ook rekening met inkomsten die gemeenten zelf kunnen ophalen. Dat wordt verrekend met de algemene uitkering. In het nieuwe verdeelmodel betekent dat Zeeland 35,6 miljoen euro minder uit het gemeentefonds krijgt. Alles bij elkaar opgeteld en afgetrokken leidt dit dus tot een gezamenlijke plus van 3 miljoen euro.

 

Artikel-12

De onderzoekers vinden het uitermate vreemd dat Vlissingen, die al jaren als artikel-12 gemeente onder financieel toezicht staat, er in het nieuwe verdeelmodel fors op achteruit gaat; zowel in het sociaal domein als in het klassieke deel. ‘Bij voorgaande herverdelingen van het gemeentefonds is dit een belangrijke toetssteen geweest en heeft de nieuwe verdeling ertoe geleid dat het aantal artikel-12 gemeenten is kunnen afnemen. Daar is hier geen sprake van. Het perspectief voor de gemeente Vlissingen om op korte termijn weer op budgettair eigen benen te staan komt nog verder weg te liggen.’

 

Eilandenstructuur

Het onderzoeksbureau heeft een aantal kostenverhogende factoren voor Zeeland in kaart gebracht. Het gaat onder meer om de geografische ligging. ‘De eilandenstructuur maakt het bieden van ambulante zorg kostbaar door het hoge aandeel reiskosten, zowel van cliënten als van personeel’, stellen de onderzoekers. Daarmee wordt in het nieuwe herverdeelmodel geen rekening mee gehouden. Op het gebied van Openbare Orde en Veiligheid (onderdeel van het ‘klassieke deel’ van het gemeentefonds) gaan vrijwel alle Zeeuwse gemeenten er bij de nieuwe herverdeling op achteruit. Absurd, vindt wethouder Herselman. ‘We zijn een hoog risicogebied door de kerncentrale in Borsele, de drukbevaren Westerschelde met gevaarlijke stoffen en de grote oppervlakte van de regio. Onze provincie omvat 7 procent van het totale Nederlandse grondgebied, en er woont 2 procent van de totale bevolking. Met dit alles wordt geen rekening gehouden.’

 

Bodem reserves zichtbaar

Daarom is nu het rapport opgesteld, voordat er een definitief besluit over de herverdeling is genomen. Het ligt inmiddels bij de ministeries van Binnenlandse Zaken en Financiën en bij de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB), die op verzoek van ‘Den Haag’ een advies over de nieuwe herverdeling gaat geven. Dat advies komt overigens pas medio april, in plaats van de door minister Ollongren (BZK) gewenste oplevering van uiterlijk begin maart. ‘We laten dit niet zomaar gebeuren. We kunnen echt niet verder interen op onze reserves. De bodem daarvan is al zichtbaar. Verder bezuinigen leidt tot een verdere verschraling van voorzieningen. Op den duur houden we geen voorzieningen meer over’, aldus

Herselman.

 

Het rijk moet dus over de brug met fors extra geld én een beter verdeelmodel. ‘Eerst moet de koek groter, dan pas kan tot een nieuwe herverdeling worden overgegaan. In dat herverdeelmodel moet, meer dan nu, met regionale factoren rekening worden gehouden.’

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

E.C. Joosen / Privacyfunctionaris
Telkenmale kijken de gemeenten naar het Rijk voor een hogere uitkering. In bovenstaand artikel lees ik wederom een kostenstijging van de WMO en Jeugdzorg. Nooit lees ik iets over de oorzaken of de aanpak van deze exploderende kostenstijgingen. Is daar winst te behalen door te kappen in het oerwoud van allerlei instellingen met evenzovele managementlagen, raden van bestuur, huisvestingskosten etc.
H. Wiersma / gepens.
Het rapport van deze Zeeuwse gemeenten kan onderdeel uitmaken van een brede afweging ten opzichte van meerdere beschikbare rapporten, alvorens tot een definitieve herverdeling van het Gemeentefonds te komen. Vooral ook de hogere kosten van de WMO en Jeugdzorg vragen om een goede vergelijking met de rest van Nederland. Dit uiteraard op basis van goed vergelijkbare cijfers.
M.S. / raadslid
@Eric het zijn geen exploderende kostenstijgingen maar het is een korting van 20% en een stijging van 16% kinderen in zorg.

En dan is de herijking gebaseerd op de uitgaven en niet op de zorg die geleverd wordt, de verschillen tussen gemeenten worden hierdoor nog groter en daarmee de kwaliteit van zorg die we kunnen leveren. Een grote zorg zeg maar.

Advertentie