Advertentie
financiën / Nieuws

Toezicht Limburg op te laag pitje

Dat concludeert de Zuidelijke Rekenkamer in haar rapport Toezicht met risico’s. Gedeputeerde Staten van Limburg schrijven in een reactie zich te herkennen in de observaties van de rekenkamer. Ze hebben toegezegd om binnen een half jaar een aangepast plan voor interbestuurlijk toezicht te komen.

09 februari 2017

De provincie Limburg vult haar rol als toezichthouder op gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen op onderdelen te beperkt in. De ervoor vrijgemaakte ambtelijke capaciteit is minimaal.

Dat concludeert de Zuidelijke Rekenkamer in haar rapport Toezicht met risico’s. Gedeputeerde Staten van Limburg schrijven in een reactie zich te herkennen in de observaties van de rekenkamer. Ze hebben toegezegd om binnen een half jaar een aangepast plan voor interbestuurlijk toezicht te komen.

Gemeentefinanciën
Sinds de inwerkingtreding van de Wet revitalisering generiek toezicht in 2012 is de provincie voor zeven beleidsterreinen de toezichthouder op de uitvoering van de wettelijke taken door de 33 Limburgse gemeenten, de twee Limburgse waterschappen en de 25 gemeenschappelijke regelingen. Het gaat om ruimtelijke ordening, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), monumentenzorg, archief- en informatiebeheer, huisvesting verblijfsgerechtigden, gemeentefinanciën en waterschappen.

Vermijdbare incidenten
De Zuidelijke Rekenkamer heeft onderzocht hoe de provincie haar interbestuurlijk toezicht heeft opgezet, welke keuzes daarbij zijn gemaakt, en hoe de opzet in praktijk wordt gebracht. Uit het onderzoek blijkt onder andere dat het onduidelijk is waarop de toezichtplannen van de provincie zijn gebaseerd. Ook worden die plannen door de provincie slechts beperkt uitgevoerd. Dat brengt volgens de rekenkamer zowel doelmatigheid- als doeltreffendheidsrisico’s met zich mee. Zo kan het onopgemerkt blijven als gemeenten, waterschappen of gemeenschappelijke regelingen medebewindstaken niet goed uitvoeren. Met uitzondering van de gemeentefinanciën, is het toezicht op de andere terreinen ‘zeer beperkt.’ Op onderdelen rechtvaardigt de provincie de keuze voor incidentgericht toezicht door te wijzen op de beperkte financiële middelen die het rijk beschikbaar stelt, zodat dit ‘niet anders kan’ en ‘wij als provincie niet overal bovenop kunnen zitten’. Het optreden of escaleren van vermijdbare incidenten is hiervan een mogelijk gevolg, aldus de rekenkamer.

Vertrouwen
De wet schrijft voor dat het toezicht van de provincie moet zijn gebaseerd op het vertrouwen dat de verschillende overheidslagen hun taken adequaat uitvoeren en dat hun eigen controlemechanismen werken. Als dat het geval is, kan het provinciale toezicht sober en terughoudend worden uitgevoerd. ‘De provincie Limburg heeft echter gekozen voor terughoudendheid, zonder zich ervan te vergewissen op welke terreinen of onderdelen een meer of mindere mate van terughoudendheid passend is’, aldus de rekenkamer. Zo zijn er geen analyses van gemeenten die niet naar behoren lijken te handelen of van toezichtterreinen of thema’s waar de kans op misstanden en/of ongunstige gevolgen het grootst is.

Verder zijn verschillen in aard en omvang van het toezicht niet onderbouwd. ‘Er is dus mogelijk sprake van onverdiend vertrouwen, maar er is zeker sprake van onbeargumenteerd vertrouwen’, stelt de Zuidelijke Rekenkamer.

Capaciteit
Gedeputeerde Staten wordt aangeraden werk te maken van de risicoanalyses en op basis daarvan een op de Limburgse situatie toegesneden visie voor interbestuurlijk toezicht op te stellen. Die visie dient als uitgangspunt te worden genomen voor de inrichting en uitvoering van het interbestuurlijk toezicht en voor de toezichtcapaciteit op de verschillende terreinen.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Rikus Hofstede / Oud ambtenaar fin.best.toezicht Overijssel
Slecht toezicht wreekt zich!
Advertentie