Den Haag knoeierig met welzijnssubsidies

Het verstrekken van subsidies aan welzijnsorganisaties door de gemeente Den Haag verloopt grotendeels niet in overeenstemming met wet- en regelgeving. Aanbieders worden door het college ongelijk behandeld. Dat concludeert de Haagse rekenkamercommissie in de publicatie ‘Werk aan welzijn’.

Al in 2017 gesignaleerd

Den Haag geeft jaarlijks ruim 35 miljoen euro uit aan subsidie voor welzijnswerk. Dit bedrag is al langer onderwerp van discussie in de Haagse raad. De gemeenteraad wil meer sturing, en meer inzicht in wat er concreet gebeurt met de gelden. De rekenkamer constateerde in 2017 al dat de verdeling van subsidies in Den Haag niet eerlijk verliep. Zo werd een deel van de beschikbare middelen verdeeld zonder dat deze openbaar werden aangekondigd. Er blijkt in de tussentijd weinig veranderd.

87 procent

‘Op basis van het beleid van het college en de gemeenteraad verleent het college het merendeel van de subsidies aan vooraf geselecteerde aanbieders.’ Zo valt te lezen in het nieuwe rapport. Het college verleent subsidies niet, zoals volgens de wet zou moeten, op basis van een openbaar gepubliceerde subsidieregeling. Daardoor krijgen niet alle belangstellenden de kans om de subsidie aan te vragen. Volgens de rekenkamer is 87 procent van de subsidies niet in overeenstemming met wet- en regelgeving verleend.

Inzicht raad ontbreekt

Door het gebrek aan transparantie wordt ook de gemeenteraad benadeeld. Dit komt enerzijds omdat zij niet heeft vastgesteld wat welzijnswerk precies inhoudt en wat het mag kosten. Er is geen overzichtelijk kader, waardoor niet kan worden gecontroleerd welke resultaten worden bereikt en wat het heeft gekost. Het college informeert de raad daarnaast gebrekkig door geen gebruik te maken van de uitgebreide informatie die welzijnsorganisaties verstrekken.

College stuurt

Het college stuurt daarnaast te veel op de uitvoering van het welzijnswerk. ‘Daarmee geeft het college de aanbieders van welzijnswerk onvoldoende de ruimte om met hun expertise en ervaring zelfstandig invulling te geven aan de beoogde doelen en laat het kansen onbenut om de doelgroepen van welzijnswerk zo goed mogelijk te bedienen.’ In plaats van subsidieverlener neemt het Haagse gemeentebestuur de rol in van opdrachtgever.

Adviezen rekenkamer

De rekenkamer adviseert om een integraal beleidskamer op te stellen. Daarnaast zou het college met een voorstel moeten komen waarin is uitgewerkt hoe subsidies in de toekomst transparant en in lijn met wet- en regelgeving worden verleend. Ten slotte moet het college de terugkoppeling naar de raad beter borgen door vooraf doelen in kaart te brengen en daarna te controleren deze gehaald zijn en of de activiteiten waarvoor subsidie is verleend ook zijn uitgevoerd.

Reactie college

Het college reageert op het rekenkamerrapport door allereerst te stellen dat er reeds verschillende verbetersporen lopen. Wel onderschrijft zij alle aanbevelingen en het merendeel van de bevindingen. Zo kan B&W aangeven dat de financieringssystematiek, die de rekenkamercommissie beoordeelt als niet-wettelijk, op de schop gaat. Daarbij wil het college kijken naar meerjarige subsidiëring van organisaties die goed geworteld zijn in de verschillende wijken.