Massaal ‘landjepik’ van gemeentegrond
Enkele honderdduizenden huishoudens maken naar schatting illegaal gebruik van gemeentegrond. Een wetswijziging is nodig om het verlies van overheidsgrond en conflicten te voorkomen, zo concludeert Björn Hoops, onderzoeker bij de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen.
Enkele honderdduizenden huishoudens in Nederland maken naar schatting illegaal gebruik van gemeentegrond. Een wetswijziging is nodig om het verlies van overheidsgrond en conflicten te voorkomen.
Dat concludeert Björn Hoops, onderzoeker bij de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen. Het onderzoeksrapport ‘Landjepik in Nederland’ van Hoops komt deze week uit.
Handhaving
In vijf gemeenten onderzocht Hoops het illegaal gebruik van gemeentegrond. Illegaal gebruik houdt in dat een burger gemeentegrond gebruikt zonder eigenaar te zijn en zonder met de gemeente afspraken hierover te hebben. hij. In vier van de vijf gemeenten heeft hij kunnen vaststellen hoe vaak dit voorkomt. Tussen 8 en 80 procent van de huishoudens waren daar betrokken bij deze vorm van landjepik. De percentages lopen erg uiteen tussen de gemeenten vanwege het verschil in handhavingsbeleid, de inrichting van woonwijken en de oorspronkelijke functie van de grond.
Hoops: ‘Gemeenten voldoen op grote schaal niet aan hun verplichting om hun eigendom te beschermen. Stel, je neemt het laagste hiervoor genoemde percentage als nationaal gemiddelde, dan zou dat betekenen dat landelijk ten minste 600.000 huishoudens (1.320.000 personen) zonder afspraken gebruikmaken van gemeente- of andere overheidsgrond.’
Extra tuin
In bijna alle gevallen gebruiken mensen de gemeentegrond om de tuin, de oprit of de woning uit te breiden. Niet alleen gemeentegroen, maar ook stoepen, woonerven, fietspaden en openbare wegen worden op grote schaal bij particuliere tuinen getrokken. Gemiddeld betreft het volgens de Groningse onderzoeker 20 tot 45 vierkante per geval, maar soms meer dan 400 vierkante meter.
Grond en geld kwijt
Binnen de wet is het mogelijk dat een gebruiker van andermans en dus ook gemeentegrond daar eigenaar van wordt. Zelfs als die gebruiker de grond met opzet inpikt, kan deze toch na 20 jaar eigenaar worden. De gemeente staat dan met lege handen: eerst wordt de grond aan zijn publieke functie onttrokken en daarna verliest de gemeente ook nog de eigendom. Een groot aantal gemeenten is inmiddels begonnen het gebruik van hun grond te inventariseren en besteedt tienduizenden euro’s aan de inventarisatie en de benadering van de illegale grondgebruikers. Per dossier gaat het volgens Hoops tussen 500 en 850 euro.
Verkeersveiligheid
Bijkomende probleem is volgens Hoops dat bermen en stoepen verloren gaan die van groot belang zijn voor de verkeersveiligheid en het onderhoud van kabels en nutsleidingen. ‘Verder kan het verlies van publieke grond de uitvoering van belangrijke woningbouwprojecten vertragen of onnodig duur maken. Denk bijvoorbeeld aan het aanleggen van een netwerk voor warmtepompen of voor laadpalen voor elektrische auto’s bij een parkeerplaats.'
Wetswijziging
Een wijziging van de wetgeving over verjaringsverkrijging is het overwegen waard om het verlies van overheidsgrond en conflicten te voorkomen, vindt Hoops. ‘Er zijn meerdere opties om te verzekeren dat de gemeente toegang houdt tot de gronden met een publieke functie. De wetgever zou bijvoorbeeld de verjaringsverkrijging van dergelijke gronden kunnen uitsluiten.’ Dat laatste gebeurt al in België, Frankrijk en Italië.
Reacties: 18
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Zie Nieuwsuur - 11-11-2018 - TVblik
https://tvblik.nl › NOS › Nieuwsuur
Aanpak van ingepikte andere gemeentegrond is natuurlijk ook nodig, maar heeft nu eventjes iets minder prioriteit.
Dat is de omgekeerde wereld. Iets zou van de eigenaar moeten zijn totdat deze uitdrukkelijk instemt met de afstand van zijn eigendom.
Zal best wel cijfermatig kloppen, maar gemeenten gaan ook wel heel slordig om met hun (eigenlijk onze gemeenschappelijke) eigendommen. Blijkbaar intereseert het diezelfde gemeenten 20 jaar lang niet en is het prima dat een ander hun -vaak onbereikbaar- stukje restgroen onderhoud. Om de zoveel jaar wordt dit weer aangekaart, gewoon omdat gemeenten de begroting sluitend moeten krijgen en naar inkomsten gaan zoeken.
Gemeenten lokken het in sommige gevallen echter ook gewoon zelf uit. Als de gemeente c.q. de ingehuurde plantsoendienst gewoonweg al jaren snippergroen niet onderhoudt, kan ik het mij voorstellen dat aanwonenden dat groen op een gegeven moment bij de tuin betrekken en zelf gaan onderhouden.
Zo hebben wij zelf ook een stuk groen in gebruik genomen. Wij hebben het vanzelfsprekend niet geconfisqueerd door er een hek omheen te plaatsen of te bestraten - dat gaat ons ook te ver; maar de gemeente onderhield het niet, dus hebben wij er maar heideplanten en kruipplanten ingezet - dat snippergroen ligt er nu mooi groen en insectenvriendelijk bij..
Ik wil echter wel opmerken dat die verjaring een ridicuul gegeven is. Zoals door een ander ook is opgemerkt, is het toch vreemd dat je eigendom kunt verliezen als je je niet actief verzet. Dat is beloning van diefstal.
"Verkrijging van de eigendom van een stuk grond door een bezitter te kwader trouw
De Hoge Raad heeft op 24 februari 2017 een interessante uitspraak gewezen over de verkrijging van een perceel grond door een bezitter die te kwader trouw was. Hij wist dat de grond eigendom van een ander (de gemeente) was. Op grond van deze uitspraak van de Hoge Raad kan de verkrijger te kwader trouw verplicht zijn om schadevergoeding aan de oorspronkelijke eigenaar te betalen. Die schadevergoeding kan ook bestaan uit terug levering van de eigendom.
Wat speelde er?
De bewoners waar het hier om gaat wonen sinds 1973 in Drunen tegen een bosperceel aan. Het bosperceel is eigendom van de gemeente Heusden. Op enig moment hebben deze bewoners ruim 400 m² van het bosperceel voorzien van een afrastering en bij hun tuin getrokken. In 2003 schrijft de gemeente hen aan ten aanzien van “illegaal gebruik gemeentegrond”. De bewoners stellen zich op het standpunt dat zij door verjaring eigenaar van het stuk grond zijn geworden. De gemeente geeft aan dat het stuk bosperceel waar het om gaat vanaf de openbare weg (de Heijdijk) niet zichtbaar is.
Wat bepaalt de wet?
De wet bepaalt -kort gezegd- dat wanneer iemand gedurende 10 jaar te goeder trouw bezit heeft, die persoon eigenaar wordt. Bij te kwader trouw bezit geldt een termijn van 20 jaar. Bij bezit gaat het om ondubbelzinnig bezit. Iedereen moet kunnen constateren dat deze persoon zich gedraagt als eigenaar. Het bezit mag ook niet gebaseerd zijn op een overeenkomst zoals een huurovereenkomst of een ander gebruiksrecht. Hierbij gaat de wet uit van goede trouw. De kwade trouw (de afwezigheid van goede trouw) moet worden aangetoond. In de praktijk kan de eigenaar van een stuk grond zijn eigendom hierdoor al na 10 jaar verliezen. Met name voor gemeenten kan dit nadelig uitpakken nu gemeenten niet altijd een goed zicht hebben op wat er ten aanzien van de gemeentegronden precies gebeurt. Zie over deze problematiek ook een eerder blog artikel.
Wat bepaalde de rechter?
De eerste rechter (de rechtbank) was van oordeel dat de eigendom niet was verjaard aangezien het stuk grond vanaf de openbare weg niet zichtbaar was. De gemeente had de inbezitneming daardoor niet gemakkelijk kunnen constateren. De tweede rechter (het gerechtshof) overwoog echter dat het voor verjaring niet noodzakelijk is dat de grond waar het om gaat vanaf de openbare weg zichtbaar is. Volgens de wet moet het gaan om ondubbelzinnig bezit. Daaraan was volgens het gerechtshof voldaan. De eigenaren hadden immers een behoorlijke afrastering geplaatst. Dat gemeente pas in 2002 / 2003 haar eigendomsgrenzen had geïnspecteerd kwam daardoor voor rekening van de gemeente. De gemeente verloor dan ook, aldus het gerechtshof, de eigendom van dit stuk bosperceel.
De Hoge Raad hield deze uitspraak in stand. De Hoge Raad spreekt in dit kader over “een keuze van de wetgever“. De wetgever heeft voor gekozen om – vrij vertaald – het te kwader trouw in bezit hebben van een stuk grond gedurende tenminste 20 jaar te “belonen” met de eigendom.
De Hoge Raad voegt hier echter enkele interessante overwegingen aan toe. De Hoge Raad geeft aan dat iemand die te kwader trouw een zaak (zoals een stuk grond) van ander in bezit neemt onrechtmatig handelt. Weliswaar wordt de bezitter te kwader trouw op basis van de wet eigenaar, hij kan wel schadeplichtig worden. Die schadevergoeding kan ook in natura plaatsvinden door de terug levering. Oftewel: in deze situatie had de gemeente de bewoners die door verjaring de eigendom van het bosperceel verkregen aan kunnen spreken tot terug levering van de grond voor het geval de eigendom van de gemeente verjaard zou blijken te zijn.
Daarbij overweegt De Hoge Raad dat het niet doen van regelmatig onderzoek door de eigenaar geen “eigen schuld” oplevert (en dus niet leidt tot een lagere schadevergoeding). Verder overweegt De Hoge Raad dat deze vordering tot schadevergoeding verjaart, vijf jaar nadat de (oorspronkelijke) eigenaar bekend is met het verlies van de eigendom. Op het laatste stuit de vordering van de gemeente in deze zaak vermoedelijk af. Voor toekomstige zaken is deze overweging van de Hoge Raad beslist nuttig voor een oorspronkelijke eigenaar.
Klik hier om de volledige uitspraak te lezen.
Commentaar
Deze uitspraak van de Hoge Raad is voor de praktijk erg interessant. De wettelijke regeling waardoor ook een bezitter te kwader trouw eigenaar wordt leidt, naar mijn mening, in veel gevallen tot onredelijke gevolgen. Deze wettelijke regeling zou gezien kunnen worden als een beloning voor slecht gedrag. Deze regeling vindt echter haar oorsprong in de rechtszekerheid. De Hoge Raad laat dat aspect ook in stand. De oorspronkelijke eigenaar verliest de eigendom dan ook na (uiterlijk) 20 jaar. Maar hij kan dan wel aanspraak maken op schadevergoeding. Sterker nog: de bezitter die door verjaring eigenaar is geworden kan als schadevergoeding worden veroordeeld om de eigendom terug te leveren aan de oorspronkelijke eigenaar. Dit is naar mijn mening een redelijke afweging van de Hoge Raad. Het knaagt ook aan het rechtsgevoel wanneer iemand willens en wetens een stuk grond van een ander in bezit neemt en na 20 jaar “kosteloos” eigenaar wordt."
In Wijdemeren zond men eind 2011 ruim 600 brieven met claims naar (vaak nietsvermoedende te goeder trouwe) burgers. Of ze binnen een maand even wilden laten weten of ze gingen ontruimen, kopen of huren. Voor veel inwoners een nachtmerrie. Sommigen gingen uit angst huren, anderen werden in de jaren daarna voor de rechter gesleept door de gemeente die het financiëel wel kon uitzingen. Kosten? Tonnen aan juridische bijstand voor de gemeente en de burgers. Opbrengst negatief. Gefrustreerde burgers. Dat loopt al acht jaar....
http://wijdemeersewebkrant.nl/dossiers/revindica …
Hoe eerder hoe beter.
Ik wordt er bijna dagelijks mee geconfronteerd middels een brede heg(60-70 cm over het trottoir. Bomen die 1 meter over het gras hangen en vervolgens word de grond eronder er bij getrokken Een stoepttegeltje eruit zodat ik beter met mijn fiets in mijn tuin kan komen
Dat is echt wat anders dan dat je een huis met tuin hebt gekocht en de gemeente stuurt je na 15 jaar een brief dat meer dan de helft van je tuin terug geclaimd wordt, terwijl je helemaal niet wist dat die claim bestond.
Dat bleek bijvoorbeeld te komen doordat de gemeente vijftig jaar geleden gedoogde dat iedereen in een straat zijn hekje aan de rand van een pas gedempte sloot zette, daar nooit iets tegen ondernam en dat nooit in het kadaster liet bijwerken.
Tja, als je dan als gemeente na vijftig jaar huis aan huis gaat claimen om inkomsten te genereren heb je een heel fors probleem.
Het voorstel in het bovenstaande artikel gaat mij dan ook veel te ver. Het is een soort gesanctioneerde rechtsongelijkheid tussen burger en gemeente. Dat moeten we toch niet willen.