Eén overheid
Het gejammer en gejeremieer vanuit de gemeenten dat 'Den Haag' de uitslag van de verkiezingen van eergisteren domineerde, is calimerogehuil. Net zo goed zullen de gemeentelijke politici voor een deel de uitslag van de Kamerverkiezingen van 9 juni bepalen.
Want als de plaatselijke afdeling van de landelijke partij de afgelopen jaren slecht presteerde, of als zij de komende drie maanden een slecht collegeakkoord sluit of een slechte wethouder levert, dan kost dat over drie maanden die partij ook veel stemmen. De kiezer ziet de overheid, gemeenten, provincies, Rijk, en al het andere, immers als één overheid, en maalt er niet om wie de eerste overheid is, wie de tweede overheid, en wie de laatste.
En terecht. Jarenlang doet iedereen immers zijn best om te betogen dat er één overheid is, vervolgens stemt de bevolking alsof er één overheid is, en dan klagen de gemeenteraadsleden dat het niet goed is? De verkiezingen van de gemeenteraden, van eergisteren, en de verkiezingen van de Tweede Kamer, over drie maanden, hebben heel veel met elkaar te maken. En dat is maar goed ook.
De uitslag van eergisteren is niet alleen een oordeel over de afgelopen drie jaar Binnenhof en de afgelopen vier jaar gemeentehuis, maar vooral ook een wens voor de komende vier jaar. De problemen, zoals de werkloosheid, zijn immers niet alleen als ‘landelijk’ of als ‘plaatselijk’ te betitelen. Het gaat erom dat alle onderdelen van die ene overheid goed samen beleid voeren om de werkloosheid te verminderen. Het zou dan natuurlijk wel heel merkwaardig zijn als een kiezer landelijk bijvoorbeeld links beleid wil, met hogere belastingen voor meer steun aan de mensen met de lagere inkomens, maar in de gemeente rechts beleid wil, met lagere belastingen.
Voor die éne overheid (dat betekent dus: voor zowel de gemeenten als het Rijk) is het ook gunstig als de overheid één politieke kleur heeft. Dat zorgt namelijk voor consistent beleid van die ene overheid. Het is natuurlijk nooit de bedoeling van de gedecentraliseerde eenheidsstaat geweest dat de centrale en decentrale overheden tegengesteld beleid voeren.
Tegenstellingen tussen centraal en decentraal leiden tot enorme verspilling van tijd, moeite, en geld. Maar omdat de verkiezingen in juni snel op die van maart volgen, zullen de gemeenten en het Rijk bestuurd worden door politici volgens dezelfde krachtsverhoudingen. Dat is niet alleen efficiënter, maar zo durft het Rijk bovendien veel meer taken en verantwoordelijkheden aan de gemeenten over te laten.
De gemeenten hopen de komende bezuinigingen voor een belangrijk deel in te kunnen vullen door taken van het Rijk over te nemen en die vervolgens goedkoper uit te voeren dan het Rijk nu doet. Voor iedereen die decentralisatie een warm hart toedraagt, is het een gouden kans dat de verkiezingen voor gemeenteraad en Tweede Kamer vrij dicht na elkaar zijn.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.