Verbaasd
Soms heb je een telefoongesprek dat zo anders dan verwacht verloopt, dat je je uren na afloop nog verbaast over wat er nu precies gezegd is. Onlangs had ik zo’n gesprek...
Momenteel doe ik in opdracht van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) een onderzoek naar het landelijk Elektronisch Patiënten Dossier. Ik reconstrueer daarbij alle belangrijke feiten van de afgelopen jaren en analyseer het verloop van het debat in de media. Met de belangrijkste stakeholders reflecteer ik op alle discussies die zijn gevoerd en argumenten die zijn uitgewisseld. Zo ben ik op zoek naar het verhaal onder en achter de krantenkoppen. De studie zal uiteindelijk input zijn voor een breder advies aan de regering over de veranderende relatie tussen burger en overheid vanwege voortschrijdende informatisering.
Dit betekent dat ik druk bezig ben met het benaderen van partijen die zich de afgelopen jaren in het debat over het landelijk EPD hebben gemengd of als expert op dit terrein worden gezien. Gelukkig krijg ik bijna allemaal enthousiaste reacties van mensen die graag willen deelnemen aan het onderzoek. Ergens is dat niet zo verwonderlijk: al deze partijen namen immers al eens stelling t.a.v. het EPD en vinden het dus belangrijk hun mening te laten horen. Dat zou je althans denken.
Onlangs werd ik gebeld naar aanleiding van een mail waarin ik een bestuurslid van een belangrijke stakeholder (laat ik de naam niet noemen) uitnodig deel te nemen. Of ik nagedacht had over een vergoeding. Ik antwoord dat daar inderdaad over nagedacht is, maar dat daar in principe geen budget voor is. Mij wordt wat snauwerig medegedeeld dat het dan allemaal ophoudt. Ik probeer, overigens zo vriendelijk mogelijk, het belang van het onderzoek te benadrukken. Ik probeer bovendien de uitnodiging uit te leggen als een kans om namens een groep mensen een bepaalde visie op het EPD te geven en geef aan dat het jammer zou zijn als deze specifieke organisatie als (vooralsnog de) enige op het lijstje van respondenten zou ontbreken. Het antwoord blijft nee. Ik besluit toch maar te vragen welk bedrag deze persoon dan in zijn hoofd had. Minimaal 300 euro. Ik val stil en vergeet te vragen hoeveel ‘vraagtijd’ ik daarvoor krijg. Ik maak een snelle rekensom en realiseer me dat op deze manier een gemiddeld onderzoek al snel zo’n op 4.000 euro aan interviewvergoedingen zou kosten. Dat is los van het principiële aspect, geen optie. Geïrriteerd wordt het gesprek aan de andere kant van de lijn beëindigd, met de aanvullende mededeling dat ik geen andere personen van hun organisatie hoef te benaderen – want dit is ‘algemeen beleid’.
Natuurlijk begrijp ik dat niet altijd iedereen kan of wil deelnemen aan een onderzoek. Soms hebben mensen geen tijd. Soms stellen ze andere prioriteiten. Maar een geïrriteerde reactie op een onderzoeker die aangeeft geen geld beschikbaar te hebben voor een vergoeding voor een kort (telefonisch) interview, dat verbaast mij toch enigszins. En dan druk ik mij nog mild uit...
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.