Advertentie
digitaal / Nieuws

Privacywaakhonden tegen EU-voorstel passagiersgegevens

“Niet noodzakelijk, technisch onhelder en in strijd met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens”. Zo karakteriseert voorzitter Jacob Kohnstamm van het College bescherming persoonsgegevens (CBP) het voorstel van de Europese Commissie voor het gebruik van passagiersgegevens voor opsporings- en vervolgingsdoeleinden.

19 december 2007

“Niet noodzakelijk, technisch onhelder en in strijd met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens”. Zo karakteriseert voorzitter Jacob Kohnstamm van het College bescherming persoonsgegevens (CBP) het voorstel van de Europese Commissie voor het gebruik van passagiersgegevens voor opsporings- en vervolgingsdoeleinden. De werkgroep van Europese privacytoezichthouders (WP29) en de Working Party on Police and Justice, waarin het CBP zitting heeft, duiden in een op 18 december 2007 aangenomen Opinie het voorstel aan als wéér een stap op de weg naar een Europese surveillance society. Zij doen een beroep op de Commissie om in een open debat met alle betrokken partijen, waaronder luchtvaartmaatschappijen en nationale parlementen, tot een evenwichtiger benadering te komen.

Het Commissievoorstel voorziet in de verzameling van enorme hoeveelheden persoonsgegevens van alle passagiers die de EU in- of uitvliegen, ongeacht of zij onder verdenking staan of volstrekt onschuldige reizigers zijn, aldus de toezichthouders. Deze data zullen met het oog op profilering gedurende een disproportioneel lange periode van dertien jaar worden opgeslagen. Het voorstel komt bovenop het afnemen van vingerafdrukken van alle burgers die een paspoort aanvragen en het bewaren van alle telecommunicatiegegevens in de Europese Unie. WP29 en de Working Party on Police and Justice benadrukken nogmaals dat zij steeds de strijd tegen internationaal terrorisme en georganiseerde misdaad hebben gesteund. Voor dat doel achten zij echter de noodzaak voor de nu voorgestelde excessieve gegevensverzameling niet aangetoond.

Bovendien wijzen beide werkgroepen erop dat de grote mate van vrijheid die de lidstaten hebben voor het uitwerken van de richtlijn kan leiden tot ongewenste verschillen in interpretatie. De rechten van de betrokkenen zijn volstrekt onvoldoende gewaarborgd en het beschermingsniveau bij de doorgifte van gegevens naar derde landen is onhelder.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie