Advertentie
digitaal / Column

Openlijk weemoedig

Op 20 november 2002 nam de Tweede Kamer unaniem de motie Vendrik aan. Dit was die motie:

18 maart 2010

De Kamer, gehoord de beraadslaging,
- constaterende, dat software een cruciale rol speelt in de kennissamenleving;
- voorts constaterende, dat de aanbodzijde van de softwaremarkt op dit moment sterk geconcentreerd is en het veranderen van leverancier vaak hoge overstapkosten met zich brengt;
- van mening, dat dit de mededinging beperkt en de samenleving niet optimaal profiteert van de mogelijkheden die software biedt;
- verzoekt de regering zich maximaal in te zetten om hier verbetering in aan te brengen;
- verzoekt voorts de regering ervoor te zorgen dat in 2006 alle door de publieke sector gebruikte software aan open standaarden voldoet;
- verzoekt voorts de regering actief de verspreiding en ¬ontwikkeling van software met een open broncode (open source software) in de publieke sector te stimuleren en hiervoor concrete en ambitieuze doelstellingen te -formuleren,

 

en gaat over tot de orde van de dag.

 

Een revolutionaire koerswijziging in minder dan 150 woorden. Althans, in theorie. De Nederlandse taal heeft een groot aantal gezegden en uitdrukkingen om uit te leggen dat het daar pas begint. We hebben er zelfs een beroemd gedicht over, over de afstand tussen droom en daad. Er staan wetten in de weg, en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die in de avond komt als je slapen gaat.

De afgelopen tien jaar is de revolutie van de motie Vendrik uitgemond in een trage evolutie. Deels omdat het gewoon heel erg ingewikkeld is. Open klinkt aantrekkelijk, maar dat wil niet zeggen dat het invoeren van een open standaard heel eenvoudig is.

Neem Open Document Format. Iedereen mag het gebruiken, maar dat wil niet zeggen dat het ook gebeurt. Standaarden zijn heel hardnekkig. Zo typt de complete bevolking van Nederland op een traag Qwerty-toetsenbord dat in 1873 ontwikkeld is om te voorkomen dat de hamertjes van een typemachine elkaar klem zetten. Onze treinen rijden over rails met de breedte van twee paarden simpelweg omdat de eerste wagons gebouwd werden door koetsenbouwers.

Op de korte termijn levert een nieuwe standaard als ODF vaak een bescheiden voordeel op. Aan de negatieve kant van de innovatiebalans staan de grotere complexiteit, de problemen met compatibiliteit, een slechte testbaarheid en een geringe zichtbaarheid. Daar komt bij dat er flink wat belangen verbonden zijn met het bestaande. En die roeren zich. Het verleden heeft ruimschoots budget om goed betaalde lobbyisten in te huren. Zo kreeg ik onlangs een lobbyist van Microsoft op mijn dak gestuurd, een goed betaalde huurling van een public affairs bureau. De toon van mijn columns was naar de mening van zijn opdrachtgever te kritisch.

Wanneer werkt het dan toch? Als er sprake is van een mix van commitment aan de top en slimme bevlogenheid van onderop. Zoals in het Antonius Ziekenhuis. Daar heeft een geduldige vernieuwer in 10 jaar stapsgewijs de ICT-voorzieningen overgezet op open standaarden en draait inmiddels een groot deel van de ICT achter de schermen met open source software. Maar dat was nooit gelukt zonder de harde steun vanuit de raad van bestuur, die de ruimte bood voor innovatie en de lobbyisten op afstand hield.

Dus toen diep in de nacht van 20 februari het kabinet viel had ik wel even last van weemoedigheid. Want op nationaal niveau werd de motie Vendrik pas echt zichtbaar toen staatssecretaris Heemskerk zich in 2007 op het onderwerp stortte. Het is te hopen dat zijn opvolger zich met even veel gusto in dit cruciale maar lastige onderwerp vastbijt. Want zonder commitment aan de top gaat het echt niet.

 

Frans Nauta is lector Innovatie Publieke Sector

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie