Onzichtbaar probleem
Gemeenten hebben nog maar anderhalf jaar de tijd om hun websites volledig toegankelijk te krijgen voor visueel beperkte burgers. Deskundigen betwijfelen of het gaat lukken. ‘Je wilt als gemeente toch de gehele samenleving bedienen?’
Websites gemeenten niet ingesteld op slechtzienden
Vanaf 23 september 2019 moet elke gemeentelijke website aan nieuwe Europese eisen voor toegankelijkheid voldoen. ‘Een derde van de gemeenten is op dat punt al heel goed bezig,’ zegt programmamanager Ron Beenen van de Stichting Accessibility, ‘een derde is pas recent begonnen met het proces en bij de overige gemeenten staat het onderwerp helaas nog niet echt op de kaart.’
Voor september van dit jaar moet elke gemeente met een plan van aanpak komen waarin staat beschreven hoe de eigen websites zullen worden aangepast zodat ook visueel beperkten en blinden die straks zelfstandig kunnen raadplegen. Beenen: ‘Daarna hebben gemeenten dus nog maar één jaar de tijd voordat de Europese wetgeving echt van kracht wordt.’
Het opkrikken van de digitale toegankelijkheid is een complexe en omvangrijke operatie. Uiteindelijk moeten gemeenten niet alleen hun eigen website volledig drempelvrij maken, maar ook alle deel-websites, het intranet, video’s, apps en de mobiele versie van de website. ‘Dat kunnen bij sommige gemeenten wel tientallen websites zijn. En het zijn geen aanpassingen die zo geregeld zijn’, licht Beenen toe.
Hij ziet met name problemen ontstaan bij langlopende contracten met websitebouwers en providers, die het onmogelijk maken om er wijzigingen in aan te brengen. ‘Mijn oproep aan gemeenten is om nu al aan de slag te gaan en leveranciers te melden wat je vanaf volgend jaar van hen gaat eisen. De exacte regels voor digitale toegankelijkheid zijn opgenomen in de GIBIT-inkoopvoorwaarden van VNG. Als gemeente kun je een deel van de verantwoordelijkheid om aan de wet te voldoen naar de leveranciers delegeren. Maar geef ze bij nieuwe contractbesprekingen dan wel op tijd de voorwaarden waar ze straks aan moeten gaan voldoen.’
Niet nagedacht
Notubox is zo’n voorbeeld van digitale ontoegankelijkheid. De applicatie voor raadsinformatie bevat documenten en vergaderstukken die visueel beperkten moeilijk kunnen lezen. ‘Daar is bij de aanschaf ook niet over gedacht’, stelt Ronald Willering, ambtenaar bij de gemeente Enschede. ‘Ik los het nu zelf op door stukken van de website te halen of ambtelijk op te vragen.’
Willering adviseert de VNG om na te denken over een centraal meldpunt waar ontoegankelijkheid kan worden aangekaart, zoals dat er bij de politie al is. ‘Niets is vervelender dan dat je bij een gemeentelijk callcenter terechtkomt.’
Wat Beenen betreft moet er nog veel gebeuren om het onderwerp in gemeenteland beter op de kaart te krijgen. ‘Kijk, die standaarden en bestuurlijke afspraken zijn er al heel lang. Het rijk werkt bijna tien jaar volgens deze eisen. Dat was een grote operatie: in 2008 kwamen de afspraken terecht in het Nationaal Uitvoeringsprogramma E-overheid.’ De kleine tweeduizend websites van de rijksoverheid werden teruggebracht naar een veel lager aantal. Volgens Beenen kunnen gemeenten aan die aanpak een voorbeeld nemen.
De verschillen in digitale toegankelijkheid tussen gemeenten zijn volgens hem lastig te verklaren. Grootte speelt geen rol. ‘De G4 is momenteel heel hard bezig, het is daar alleen wel veel meer werk om de nieuwe standaarden in de organisatie te borgen. Kleinere gemeentelijke organisaties kunnen het makkelijker oppakken. Sommigen doen dit al goed. Financiën zijn een belangrijke factor. Ook zie je dat gemeenten met een volle agenda het digitaal volledig toegankelijk maken van hun website momenteel niet bovenaan hun lijstje hebben staan.’
Beenen kent ook gemeenten die er berekenend mee omgaan. ‘Ze vragen zich af voor hoeveel mensen de overgang naar nieuwe standaarden nou echt nodig is en wat er gebeurt als ze deze voorlopig niet toepassen.’ Vanuit financieel oogpunt begrijpt Beenen die gemeenten wel. ‘Maar je wil als gemeente toch de gehele samenleving bedienen? Dan is dat niet de vraag die je zou verwachten. Je ziet die ook niet terug bij de vraag hoe je het gemeentehuis toegankelijk kunt maken voor rolstoelers. Waarom dan wel bij digitale toegankelijkheid?’
Verborgen ellende
Wat bij digitale ontoegankelijk niet helpt is dat het veelal gaat om verborgen ellende. ‘De noodzaak om een oplossing te bieden wanneer een rolstoeler een drempel niet over kan is veel makkelijker uit te leggen. Digitale ontoegankelijkheid speelt zich voornamelijk achter de eigen voordeur af’, legt Beenen uit. ‘Mensen met een beperking of ouderen hebben soms weinig vertrouwen in hun digitale vaardigheden. Ze zoeken de oorzaak van een probleem bij het aanvragen van bijvoorbeeld een paspoort dan bij zichzelf.’
Beenen hoopt dat de problemen beter in beeld komen. ‘Er bestaat al de hashtag #ikkomernietin, waar mensen hun beklag doen over ontoegankelijkheid.’ Klachten lopen er uiteen van dove mensen die geen ondertiteling krijgen bij video’s tot gehandicapten die een toilet niet in kunnen. ‘Dit soort initiatieven maken de problemen zichtbaar, dat is hard nodig.’
‘Dan loop je dus vast’
Anouk van Bommel is sinds haar vijftiende volledig blind. Wanneer de projectcoördinator bij Vereniging Bartiméus een afspraak bij haar gemeente wil maken om haar paspoort te verlengen loopt ze al snel vast. Er moeten gegevens worden ingevuld in velden die door spraaksoftware niet verder worden toegelicht dan ‘invulveld’. ‘Je hoort de spraaksoftware wel zeggen dat je iets moet invullen, maar wat dat is wordt niet vermeld’, licht Van Bommel toe.
Vaak volgt daarop een foutmelding, omdat er verkeerde gegevens zijn ingevuld. Die foutmelding wordt vaak ook niet gelezen door de spraaksoftware. ‘Dan loop je dus vast. Het is door dit soort hindernissen gewoon niet mogelijk om zonder hulp van anderen via de website een afspraak met de gemeente te maken.’ Het werkt volgens Van Bommel niet alleen vertragend, het kost ook energie en het kan voor sommige mensen ook een inbreuk op hun privacy betekenen. Een andere hindernis die Van Bommel tegenkomt is het gebruik van pdf’s, met daarin tekst die niet door de spraaksoftware wordt gelezen. Er kan belangrijke informatie in staan voor mensen met een visuele beperking, bijvoorbeeld voor degenen die een blindengeleidehond hebben.
Losloopplaatsen voor honden in de gemeente worden vaak in een pdf-bestand gepubliceerd. ‘Bij Bartiméus hebben we tientallen gemeenten onder de loep genomen, maar er is er daarvan niet één die 100 procent voldoet aan de standaarden.’ Gemeenten hebben nog de tijd om te voldoen aan de standaarden, maar het mag een stuk sneller, aldus Van Bommel. ‘Nu steeds meer informatie digitaal wordt verstrekt, wordt dit probleem alleen maar groter.’ Een afspraak online regelen is voor veel mensen handig en het bespaart de gemeente werk, ‘maar voor mensen met een visuele beperking kan juist die persoonlijke aandacht van een ambtenaar erg belangrijk zijn.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.