Nederlanders willen weten wat er met hun gegevens gebeurt

Zo’n 70 procent van de Nederlanders wil goed geïnformeerd worden over wat bedrijven en instellingen met hun persoonsgegevens doen, die steeds vaker in gestandaardiseerde en dus eenvoudig overdraagbare bestanden zijn ondergebracht. Die informatieplicht is echter vaak een fata morgana, blijkt uit onderzoek door TNS NIPO Consult in opdracht van het College Bescherming Persoonsgegevens.

Het vertrouwen dat de informatieplicht daadwerkelijk ten uitvoer wordt gebracht is erg laag en ook de verantwoordelijken zelf geven aan dat het informeren van burgers erbij inschiet. TNS Nipo voerde het onderzoek uit onder burgers, huisartsen, onderwijsinstellingen en woningcorporaties. Als het om die drie specifieke sectoren gaat vinden burgers de informatieplicht nog belangrijker; 96 procent wil dan geïnformeerd worden. Drie ook door TNS NIPO onderzochte branches moesten buiten het onderzoek worden gehouden, wegens de te geringe respons.

Van de huisartsen geeft bijna de helft aan op de hoogte te zijn van de informatieplicht; een iets lager aantal kent de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Na toelichting schat 41 procent dat de eigen beroepsgroep de informatieplicht goed naleeft. Het merendeel zegt zelf overigens wel de informatieplicht na te leven.

Het CBP concludeert dat de vertrouwenskloof rond het gebruik van persoonsgegevens die het College in 2004 waarnam nog steeds bestaat. Burgers hechten waarde aan de correcte behandeling en bescherming van hun gegevens, maar hebben weinig inzicht in de manier waarop die wordt gerealiseerd. (Freek Blankena)