BIT voorlopig voortgezet tot eind 2020
Het Bureau ICT-Toetsing (BIT), opgezet om (grote) ICT-projecten bij de overheid door te lichten en eventueel adviseren ermee te stoppen, loopt in ieder geval door tot 31 december 2020. Dat schrijft staatssecretaris Raymond Knops (BZK, CDA) in een Kamerbrief.
Het Bureau ICT-Toetsing (BIT), opgezet om (grote) ICT-projecten bij de overheid door te lichten en eventueel adviseren ermee te stoppen, loopt in ieder geval door tot 31 december 2020. Dat schrijft staatssecretaris Raymond Knops (BZK, CDA) in een Kamerbrief. Het besluit van de bewindsman is onder meer ingegeven door ‘een mogelijke braindrain van hoogwaardige ICT-kennis en expertise’. Knops verwacht eind 2019 een definitief besluit te nemen over de toekomst van het BIT.
Speculaties
Over de toekomst van het BIT wordt al langer gespeculeerd. Zo meldde de Strategische I-agenda Rijksdienst 2019-2021 van begin dit jaar dat de taken van het BIT op termijn zouden overgaan naar de departementale CIO. Het Ministerie van BZK liet gelijk weten dat een definintief besluit nog niet was genomen. Half februari liet de Vaste Kamercommissie BZK zich bijpraten door een groep ICT-deskundigen over de toekomst van het BIT. Chris Verhoef, hoogleraar informatica aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en wetenschappelijk adviseur van het BIT, liet bij die gelegenheid weten het geen goed idee te vinden om het BIT nu alweer op te heffen. ‘Daardoor verdwijnt opnieuw kennis bij de overheid, en die is juist hard nodig.’ Verhoef pleitte ervoor om het BIT permanent te maken. ‘Het BIT is geen oplossing, maar wel een hefboom.’
BIT-evaluatie
In de Kamerbrief gaat Knops kort in op de randvoorwaarden met betrekking tot de evaluatie van het BIT over de afgelopen twee jaar, tot aan het derde kwartaal van 2018. In het Instellingsbesluit voor het Bureau ICT-toetsing is vastgelegd dat de Toezichtsraad BIT periodiek rapporteert over de kwaliteit, onafhankelijkheid en effectiviteit van het BIT. Dit is de tweede evaluatie in zijn soort. In de brief uit de bewindsman zijn zorgen over de balans in de samenstelling van de interviewlijst, met name wat betreft het beperkt aantal geïnterviewden uit het veld zelf. ‘Met name voor de beoordeling van aspecten als de kwaliteit van BIT-toets trajecten en –rapportages, de bijdrage van het BIT aan de beheersing van ICT-projecten en de bijdrage van het BIT aan het bredere stelsel, had ik een bredere vertegenwoordiging van betrokkenen uit het veld wenselijk geacht.’
Toetsing
Knops komt niet met een inhoudelijke beleidsreactie op het evaluatierapport. Hij hecht er waarde aan om eerst de uitkomsten en aanbevelingen van de evaluatie breder te toetsen. Dat past, zo schetst de bewindsman, ook beter in de toezegging aan de Tweede Kamer om de beleidsdoorlichting van het BIT voor 2020 in de tijd naar voren te halen en af te ronden voor het einde van dit jaar. ‘Dit aanvullende onderzoek helpt ons bij de besluitvorming over de toekomst van het BIT.’
C. de Hart
Voorschoten