Advertentie
carrière / Nieuws

Existentiecrisis Binnenlandse Zaken

Bij Haagse topambtenaren staat Binnenlandse Zaken te boek als het meest instabiele en kwetsbare departement. Er zou sprake zijn van een identiteitscrisis na de uitkleding van het ministerie. Professor Roel Nieuwenkamp tekende het op uit de mond van enkele secretarissen en directeuren-generaal die hij interviewde voor zijn boek Schaduwpolitici, bontkragen en blokkendozen.

14 februari 2014

Binnenlandse Zaken staat bij Haagse topambtenaren te boek als het meest instabiele en kwetsbare departement. Er zou sprake zijn van een identiteitscrisis na de uitkleding van het ministerie. 

Professor Roel Nieuwenkamp tekende het op uit de mond van enkele secretarissen en directeuren-generaal die hij interviewde voor zijn boek Schaduwpolitici, bontkragen en blokkendozen. Over de stabiliteit van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) bestaan volgens hem de meeste twijfels. ‘Het huidige BZK is een wonderlijk bedrijfsverzamelgebouw geworden. De kans dat dat het in deze vorm de volgende ronde overleeft, acht ik klein’, aldus een secretaris-generaal (sg) over de positie van BZK onder Rutte I.

Maar ook onder Rutte II is de positie van het departement er volgens de ambtelijke top niet veel beter op geworden. ‘Het nieuwe BZK veroorzaakt dilemma’s, want het aparte is dat het oude moederdepartement is opgeheven. Doordat de ‘as’ veiligheid en openbaar bestuur bij BZK is ondergebracht, zie je het ministerie in een soort identiteitscrisis komen: ‘’Waar gaan we nu nog over?’’’

De identiteitscrisis – Nieuwenkamp spreekt ook wel van een existentiecrisis – bij BZK zou zijn ontstaan sinds de politie er is weggehaald en werd ondergebracht bij buurman Veiligheid en Justitie. De vrees is dat de bewindspersonen niet meer genoeg te doen hebben en dat het ‘te dun wordt’ als ook wonen er wordt weggehaald. ‘Wat hou je dan over bij BZK? Natuurlijk blijft de bedrijfsvoering van het rijk het klassieke BZK-werk. Maar de vraag is of die portefeuille groot genoeg is.’

Weeffout
De kans dat de portefeuille op termijn nog kleiner wordt, is aanzienlijk. Met stip op één op de lijst van potentiële ‘exitkandidaten’ staat volgens de topambtenaren bouwen/wonen/volkshuisvesting. Vrijwel zonder uitzondering geven ze aan dat het niet logisch is dat dit bij BZK is ondergebracht. Bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu zou het veel beter passen. Velen zien volgens Nieuwenkamp de combi van Wonen en Rijksdienst van minister Blok als een ‘weeffout’.

Onder topambtenaren gelden Algemene Zaken, Financiën, Defensie, Veiligheid en Justitie, Buitenlandse Zaken, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen als stabiele departementen. Echt hopeloos is de positie voor BZK volgens Nieuwenkamp echter niet. De rol zou wel eens belangrijker kunnen worden als gevolg van de voorgenomen centralisering van allerlei staffuncties.

Nieuwenkamp waarschuwt in zijn boek overigens voor al te veel verschuivingen en veranderingen. Er gaan niet alleen veel kosten mee gepaard, het brengt ook de continuïteit van beleidsvorming in gevaar. ‘Reorganisaties hebben effecten op het personeel. Het leidt tot onzekerheid, overleg met bonden en ondernemingsraden. Het zijn energieslurpende processen die enorm afleiden’, zegt Nieuwenkamp.

Natuurlijk, als er politiek/maatschappelijke redenen zijn om de boel te herschikken, moet het gebeuren. Maar het is volgens hem wel van belang een goede balans te vinden tussen enerzijds de legitieme politieke wensen tot herindelingen en anderzijds de legitieme ambtelijke wensen tot continuïteit en behoud van handelingskracht.

Het is volgens hem voor veel ambtenaren een ‘nachtmerrie’ om opnieuw een ‘stoelendans’ te moeten doen. Hij sluit echter niet uit dan er weer zo’n ronde in het verschiet ligt, ‘zeker niet omdat de kans bestaat dat er ooit vier of vijf partijen in een komend kabinet zullen deelnemen.’ Alleen al om numerieke redenen zijn dan meer bewindslieden nodig, met een nieuwe slopende ronde van herverkavelingen van dien.

Kleren
Een andere optie die meer geschikt zou zijn dan de zoveelste herindeling op rij is in de ogen van Nieuwenkamp – voormalig topambtenaar op het ministerie van Economische Zaken – het werken met zogeheten programmaministers. ‘Maar dan wel met kleren’, zegt de bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Daarmee bedoelt hij dat ze een eigen budget en eveneens eigen personeel hebben, omdat de ervaring leert dat een bewindspersoon zonder deze ‘kleren’ niet effectief kan zijn in de ministerraad. ‘Als een bewindspersoon niet een eigen budget heeft, krijg je op enig moment gesodemieter’, zegt hij.  

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie