Advertentie
carrière / Nieuws

Ambtenaren het vroegst met pensioen

Uit nieuwe CBS-cijfers blijkt dat de verschillen in de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers tussen de bedrijfstakken kleiner worden.

15 mei 2023
Pensioen - Ciao!
Shutterstock

Van alle beroepsgroepen zijn het de ambtenaren die er voor kiezen het vroegst met pensioen te gaan. Gemiddeld vinden zij het na 65 jaar en één maand wel mooi geweest.

Senior beleidsadviseurs

Gemeente Alphen aan den Rijn
Senior beleidsadviseurs

Griffier

Necker in opdracht van Gemeente Land van Cuijk
Griffier

Openbaar bestuur

Dat blijkt uit cijfers van het CBS over 2022. In het openbaar bestuur was de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers in 2022 met 65,1 jaar het laagst, gevolgd door de zorg en het onderwijs. In de landbouw, bosbouw en visserij was de pensioenleeftijd van werknemers met 66,6 jaar het hoogst, gevolgd door overige (zakelijke) diensten en handel.

Langer door

Vergeleken met 2006 werken ambtenaren wel veel langer door. Gingen ze toen gemiddeld voor hun 60e met pensioen – 59,9 jaar om precies te zijn –, inmiddels hebben ze vijf jaar en twee maanden vastgeplakt aan hun werkzame bestaan. Werknemers in de sector energievoorziening stelden in diezelfde periode hun afscheid nog langer uit. Waar zij in 2006 met 58,4 jaar afzwaaiden, in 2022 deden ze dat pas op een leeftijd van 65,5: ruim zeven jaar later.

Voor het eerst was in alle bedrijfstakken de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers hoger dan 65 jaar. Uit de nieuwe CBS-cijfers blijkt dat de verschillen in de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers tussen de bedrijfstakken kleiner worden. In 2006 bedroeg het verschil tussen de bedrijfstakken met de hoogste en de laagste pensioenleeftijd ruim 4 jaar, in 2012 was dat 2,5 jaar en in 2022 nog maar 1,5 jaar.

Gemiddelde: 65,8

Vorig jaar gingen in totaal 84.000 werknemers met pensioen, 12 procent minder dan een jaar eerder. Zij waren gemiddeld 65 jaar en 8 maanden oud. De pensioenleeftijd was 3 maanden hoger dan in 2021 en vrijwel even hoog als in 2020.

Iets minder dan de helft van de werknemers die in 2022 met pensioen gingen, was jonger dan de AOW-leeftijd. Die was in dat jaar 66 jaar en 7 maanden. Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar, daarna is deze stapsgewijs verhoogd. Tussen 2002 en 2006 waren circa 9 op de 10 werknemers die met pensioen gingen, jonger dan de AOW-leeftijd. Vanaf 2007 ging een steeds kleiner deel eerder dan de AOW-leeftijd met pensioen.

Kortere werkweek

In 2022 gaf het merendeel van de werknemers van 45 tot 65 jaar aan dat zij onder bepaalde omstandigheden bereid zijn om langer door te werken. 45- tot 55-jarigen staan hier meer voor open dan 55- tot 65-jarigen: respectievelijk 85 en 73 procent van hen wil eventueel tot een hogere leeftijd doorwerken. 

Veruit de meest genoemde voorwaarde om de loopbaan langer voort te willen zetten, is de mogelijkheid om minder te kunnen werken. Ook het kunnen doen van lichter werk, en de mogelijkheid dat stoppen financieel onaantrekkelijker wordt, zijn relatief vaak genoemd.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie