Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Veel lekken, weinig bewijs

Zin en onzin van onderzoek naar uitlekken burgemeesterskandidaten.

03 september 2021
lekken.jpg

Het komt met enige regelmaat voor dat de naam van een burgemeesterskandidaat uitlekt. Niemand heeft dat natuurlijk gedaan. Hoe kan dat worden voorkomen? En hoe kunnen degenen die lekken toch worden aangepakt?

Teammanager Omgeving

Gemeente De Ronde Venen
Teammanager Omgeving

Beleidsadviseur Inkoop WMO en Jeugdzorg (Sociaal Domein)

Yacht
Beleidsadviseur Inkoop WMO en Jeugdzorg (Sociaal Domein)

Het gebeurde in Alkmaar. Het gebeurde in Kerkrade. In Den Haag. In Beekdaelen. Nijmegen. Den Bosch. Stichtse Vecht. Allemaal gemeenten waar de naam van een kandidaat-burgemeester vroegtijdig uitlekte. Het zijn maar enkele voorvallen in de laatste paar jaar – wie verder de geschiedenis induikt ontdekt nog vele andere voorbeelden.

Lekken is ‘zo oud als de weg naar Kralingen’, zegt advocaat Jan Blanken, die vaak is betrokken bij integriteitsonderzoeken bij de overheid. Hij herinnert zich dat vroeger, wanneer een gemeentesecretaris werd ontslagen, de raad een besluit moest nemen over de financiële consequenties daarvan. De burgemeester legde daar geheimhouding op en vertelde dat schending daarvan strafbaar was. ‘Vrijwel standaard stond het de volgende dag in de krant.’ Blanken, verbonden aan Capra Advocaten, benadrukt dat er rond burgemeestersbenoemingen keurige procedures bestaan en dat mag worden verwacht dat deze worden nageleefd. Geheimhouding heeft een belangrijk doel: de ene kandidaat mag niet over meer informatie beschikken dan de andere.

‘Maar het blijft mensenwerk. Er kunnen nog zoveel regels, controle en toezicht zijn, dan nog worden er bewust of onbewust fouten gemaakt.’ Hij hoort raadsleden – zeker de nieuwe – wel eens zeggen: ik wist niet precies wát ik moest geheimhouden. ‘Maar er wordt veel aandacht besteed aan integriteit, en geheimhouding is daar een onderdeel van. Ook mogelijke sancties behoren ze te kennen.’ Het verweer ‘ik wist niet van die regel en ik wist niet dat het zo zwaar wordt aangerekend’ vindt hij niet geloofwaardig.

Ook volgens Henk Bouwmans, directeur van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, worden gemeenteraden en vertrouwenscommissies goed voorgelicht over hun geheimhoudingsplicht. ‘Er zijn wel gemeenten waar onvoldoende tussen de oren zit dat het de raad is die bepaalt wie op gesprek komt en dat de raad de keuze maakt. Niet Den Haag, niet de commissaris van de koning. De raad stelt de Verordening Vertrouwenscommissie op, daarin staat ook wie er in zit – vaak fractievoorzitters – en dat de procedure geheim is. Iedereen wordt geacht te weten dat je niet mag lekken. Griffiers die het proces begeleiden, onderstrepen dat nog eens.’

Strafzaak

Wie lekt begaat een misdrijf, waarop een maximale gevangenisstraf staat van één jaar of een geldboete van maximaal 21.750 euro. Maar wíe heeft gelekt kan doorgaans niet worden achterhaald. Strafrechtelijke onderzoeken bloeden al snel dood, zo is de ervaring van Blanken. Dat wordt beaamd door strafrechtadvocaat Charles Starmans. ‘Het bewijs is moeilijk rond te krijgen. Niemand in de vertrouwenscommissie zal toegeven dat hij heeft gelekt.’

Starmans was raadsman van een van de twee verdachten die in 2014 lekten in de gemeente Stichtse Vecht. Ze brachten namen van kandidaten, de beraadslaging en de stemverhouding in de commissie naar buiten, en hoe kandidaten zich presenteerden tijdens het sollicitatiegesprek. Zelfs sollicitatiebrieven die weer bij de commissaris van de koning moesten worden ingeleverd werden achtergehouden. De een kreeg een werkstraf van 60 uur, de ander van 100 uur. ‘Mijn cliënt was eerder betrokken bij een drugszaak’, herinnert Starmans zich. ‘Tijdens dat strafrechtelijk onderzoek werd zijn telefoon getapt. Uit die gesprekken bleek dat hij over kandidaten had gesproken, maar dat was dus bijvangst. Anders kom je er heel moeilijk achter of iemand lekt.’

Wordt dat wel ontdekt, dan kunnen de straffen heel fors zijn. Dat merkte een wethouder van Den Bosch waar in 2017 een nieuwe burgemeester werd gezocht. De wethouder lekte de naam van de kandidaat die de vertrouwenscommissie op nummer één had gezet – twee keer zelfs: tijdens een wethoudersoverleg en later nog eens in een café, weer tegen collega-wethouders. Daarmee berokkende deze wethouder, aldus de rechtbank Oost-Brabant in de strafzaak, de integriteit van de benoemingsprocedure ernstige schade en deed hij afbreuk aan het op ordelijke wijze functioneren van het openbaar bestuur.

Ook bracht deze wethouder zijn collega-wethouders in een lastig parket door vertrouwelijke informatie met hen te delen. Dat de wethouder veel negatieve publiciteit over zich heen had gekregen, betekende volgens de rechtbank niet dat hij een lagere straf verdiende. Het Openbaar Ministerie eiste een geldboete van 1.000 euro, maar dat vond de strafrechter te weinig: die maakte er een taakstraf van 40 uur van.

Zoiets kan dienen als een voorbeeld, denkt Blanken. ‘Er wordt wel eens onderschat welke strafrechtelijke gevolgen lekken heeft. Je kan thuis worden gearresteerd, er kan een strafrechtelijk onderzoek komen, de strafzaak komt in de krant, de straf kan behoorlijk zijn. Daar schrikken ze wel van. De belangen om toch te lekken moeten dan wel heel groot zijn. Heb je dat ervoor over?’

Aangifte

Toch komt het meestal niet zo ver. Advocaat Heleen van Soest, die zich bij Vijverberg Advocaten & Adviseurs bezighoudt met ambtenarenrecht en integriteit, wijst erop dat lekken van namen een zogeheten klachtdelict is: zonder aangifte door de betrokken persoon zal de Rijksrecherche geen onderzoek beginnen. Ze kent genoeg strafrechtelijke procedures over schendingen van het ambtsgeheim, maar specifiek van een burgemeesterslek: die zijn vrij zeldzaam. ‘Mogelijk komt dat omdat de kandidaat wiens naam is gelekt laat weten geen aangifte te willen. Zo iemand wil al die extra publiciteit niet, die heeft er meer belang bij dat het klein blijft.’

Ook Bouwmans van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en co-auteur van Onder burgemeesters, kent nauwelijks echte onderzoeken naar lekken. Logisch, zegt hij: ‘Lekken is meer uitzondering dan regel.’ Dat het toch voorkomt, ligt aan het politiek speelveld waarin mensen er belang bij hebben bepaalde namen te laten vallen, ‘zelfs van mensen die niet eens formeel in de procedure komen. Bij een procedure zijn veel mensen betrokken en dan is het een wonder dat er zo weinig uitlekt.’

Als advocaat verricht Van Soest, net als Jan Blanken, feitenonderzoeken, maar in het geval van een burgemeesterslek vindt zij dat niet zo zinvol: advocaten hebben niet de bevoegdheden die het Openbaar Ministerie heeft, zoals het opvragen van telefoons en e-mails. Ze kunnen niet méér doen dan praten met mensen, die doorgaans niet uit de school klappen.

Van Soest wijst erop dat kandidaten zelf ook een rol kunnen spelen bij een lek. Wie solliciteert, wil wel eens iemand in de nieuwe organisatie bellen: wat speelt er, wat kan ik verwachten. ‘Degene die je te woord staat mag dat niet doorvertellen maar is daar mogelijk minder van bewust. De kans dat zoiets in de wereld komt is groter dan bij een vertrouwelijk stuk van de gemeenteraad waar een dikke stempel ‘geheim’ op staat.’ Volgens Van Soest is het belangrijk dat de vertrouwenscommissie duidelijk op de strikte regels wordt gewezen en op eventuele consequenties van lekken. ‘Het feit dat er weinig strafrechtelijke onderzoeken worden gedaan betekent niet dat dit nooit gebeurt. Dus benadruk dat een veroordeling altijd mogelijk is. Wie dat overkomt kan zijn verdere carrière wel op zijn buik schrijven.’

Reputatie

Strafzaak of niet, een gemeente waar is gelekt zal actie moeten ondernemen. Een gemeente kan de schade proberen te beperken door uitleg te geven over wat is gebeurd, adviseert Blanken. ‘Zwijgen heeft geen zin, het lek is al in de publiciteit geweest. Je kan de procedure en de regels nog eens toelichten en vertellen dat er onderzoek wordt gedaan, en: excuses aanbieden.’ De kandidaat wiens naam is gelekt kan het beste zelf met een verklaring komen, en tja – dan maar verder met z’n leven. ‘Vooral niet te veel aandacht vestigen op de kwestie. Aan de andere kant: je weet ook dat dit risico nu eenmaal bestaat als je kandidaat bent. Lekken gebeurt regelmatig, je weet dat er mensen zijn die zich mogelijk niet houden aan de geheimhouding. Het hoeft niet altijd een verrassing te zijn.’

Opperste discretie, dat is hét belangrijkste element in een wervingsproces voor een politieke benoeming, zegt reputatiedeskundige Paul Stamsnijder. Volgens de oprichter van de Reputatiegroep wordt een vertrouwenscommissie geacht sentimenten zoals draagvlak en acceptatie te laten meewegen, ‘maar het werkt averechts als daarin transparantie wordt aangebracht. Mensen om wie het gaat, komen daar al snel beschadigd uit. Wie niet goud heeft, dus zilver, is eigenlijk de verliezer. Wordt diens naam bekendgemaakt, dan kan zijn verdere carrière worden geschaad. Of het wordt op z’n minst erg ongemakkelijk.’

Als het gebeurt, zo is ook Stamsnijders advies, dan moet de gemeente de blunder ruiterlijk toegeven. ‘En principieel afkeuren dat dit is gebeurd én aangeven dat de lijntjes wat strakker worden aangetrokken zodat het niet nog een keer voorvalt.’

De kandidaat wiens naam is gelekt kan volgens Stamsnijder slechts ‘zouteloze statements’ uiten: ja, ik heb gesolliciteerd en ben het niet geworden. De redenen daarvoor liggen bij de vertrouwenscommissie.

Ook de gemeente waar een naam naar buiten is gebracht – per ongeluk of opzettelijk – kan reputatieschade oplopen. ‘De gemeenteraad wil de best mogelijke burgemeester en die krijg je met een heel zorgvuldige procedure. Wordt een naam bekend, dan kan dat worden uitgelegd als: de procedure is niet serieus genomen, jullie willen kennelijk niet de beste kandidaat. Zorgvuldigheid is van groot belang. Een lek leidt tot meerdere verliezers: de gemeente, de kandidaat wiens naam nu bekend is maar die het niet is geworden, de persoon die wel burgemeester is geworden en zelfs het ambt van burgemeester.’ Dat ambt is gebaat bij de hoogst mogelijke discretie, aldus Stamsnijder.

Degene wiens naam is gelekt, lijdt niet alleen reputatiepijn maar mogelijk ook schade. Zo verloor Ralf Krewinkel zijn baan. Als burgemeester van Heerlen solliciteerde hij in 2019 bij buurgemeente Kerkrade. Een journalist ving zijn naam op uit een besloten vergadering en bracht die naar buiten. In Kerkrade bleek Krewinkel niet op één te staan en omdat de Heerlense gemeenteraad verbolgen was over de sollicitatie, nam Krewinkel daar zijn ontslag. Van Soest: ‘Een kandidaat wiens naam is gelekt zou een civiele procedure kunnen starten als deze schade heeft ondervonden. Dat is bij mijn weten nog niet voorgekomen. Als zo iemand hier komt, zouden we toch de mogelijkheid van een civiele claim onderzoeken.’

Moreel appèl

In de benoemingsprocedure zijn ook andere veiligheidskleppen ingebouwd. Zo mogen leden van een vertrouwenscommissie niet op eigen houtje informatie achterhalen over een kandidaat. Voorkomen moet worden dat anderen, via de zoekgeschiedenis op hun computer, die naam dan ontdekken.

Die leden wéten ook dat zij niet mogen googelen, althans: ze worden geacht het te weten. Bouwmans (vereniging van raadsleden) geeft toe dat dit niet goed is te handhaven, met name omdat kandidaten ook op social media actief kunnen zijn. Bovendien wordt niet altijd bewust of met kwade opzet gelekt. Toeval kan een rol spelen: een journalist ziet eens een document in waarin een naam staat. Er kan ergens een microfoon openstaan – zoals in de zaak Krewinkel. Een kandidaat kan ook rondlopen in de gemeente waar hij gaat solliciteren en ook dat kan opvallen.

Een kwetsbaar element blijft dat de kring van mensen die de naam van een kandidaat kennen groter is dan alleen de leden van de vertrouwenscommissie of gemeenteraad. De gehele informatiestroom rond een benoeming loopt via de commissaris van de koning. Die verzamelt en deelt alles over de kandidaat, wat publiekelijk te vinden is en wat niet publiekelijk is. Wie solliciteert in een andere provincie dan waar hij woont, krijgt bovendien te maken met twee commissarissen en een burgemeester: de commissaris bij wie moet worden gesolliciteerd vraagt informatie over de kandidaat aan de commissaris van de provincie waar de kandidaat woont. Die legt dat verzoek neer bij de burgemeester van de woonplaats van die kandidaat. Die burgemeester stelt zelf een pakketje aan informatie samen, of hij laat dat doen door een ambtenaar. Zo zijn er buiten de benoemingcommissie ook anderen die een kandidaat kennen. Ondertussen gaan journalisten ook op zoek, wat volgens Bouwmans in de grotere steden makkelijker is dan in kleine gemeenten: wie was elders burgemeester, wie is toe aan een promotie, wie verlaat de Tweede Kamer en heeft een nieuwe stoel nodig. Door slim te vragen komen er altijd wel namen bovendrijven.

Bouwmans, nuchter: ‘Je kunt de benoemingsprocedure niet zo inrichten dat het nooit voorkomt dat een naam wordt gelekt. Ik ben er geen voorstander om het met nog meer regels verder dicht te timmeren.’ Daarom is het misschien verstandiger om te wijzen op de ethische kant, zegt advocaat Blanken. ‘Strikte procedures, goede voorlichting, controle, handhaving, sancties – niets lijkt te helpen. Maar wat een klein beetje kán helpen – dat blijkt uit psychologisch onderzoek – is een moreel appèl doen op mensen in zo’n commissie. De Belastingdienst doet dat ook: mensen moeten verklaren dat ze hun aangifte naar waarheid invullen. Dat werkt kennelijk beter dan mensen wijzen op mogelijke sancties.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie