Advertentie

‘Synchroniseer ruimtelijke planning’

Het Rijk moet het voortouw nemen bij ruimtelijke plannen, menen de Vrom-raad en Raad voor Verkeer en Veiligheid. ‘Rol gemeente en provincie is ondergeschikt.’

22 mei 2009

De rijksoverheid moet volgens de Vrom-raad veel nadrukkelijker de regie nemen bij ruimtelijke ontwikkelingen in stedelijke gebieden. Waar mogelijk moet aansluiting worden gezocht bij reeds aanwezige spoorverbindingen en autowegen.

 

De raad vindt dat het Rijk voorkeurslocaties moet aanwijzen waar stedelijke functies kunnen worden geconcentreerd. Bedrijven of instellingen die zich buiten zo’n gebied vestigen, draaien in de visie van de adviesraad zelf op voor benodigde investeringen in infrastructuur.

 

De rol van provincies en gemeenten moet bij ruimtelijke vraagstukken ondergeschikt zijn aan die van de centrale overheid, vindt de Vrom-raad. ‘Het rijk moet primair de maat slaan’, zegt voorzitter Henry Meijdam in een toelichting op het deze week verschenen rapport Acupunctuur in de hoofstructuur. ‘Als het Rijk heeft besloten, kunnen de ontwikkelingen neerdalen in provinciale structuurvisies en gemeentelijke bestemmingsplannen. Dat is de logische volgorde.’

 

Volgens Meijdam gebeurt het nog te vaak dat gemeenten bestemmingsplannen vaststellen die strijdig zijn met de heersende beleidsopvattingen bij hogere overheden. Dit is een gevolg van het feit dat de besluitvorming niet logisch op elkaar aansluit. Daarom bepleit de Vrom-raad ‘een synchronisatie van planvorming, waarbij nationale, provinciale en lokale ruimtelijke plannen volgtijdelijk worden vastgesteld’. Het rijk zou daarbij de agenda moeten opstellen. Wettelijke herzieningstermijnen van verschillende ruimtelijke plannen moeten op elkaar worden afgestemd.

 

Meer dan tot nu toe het geval is geweest, moet volgens de Vromraad bij stedelijke uitbreidingen aansluiting worden gezocht bij bestaande auto- en spoorwegen. Meijdam noemt Almere en West- Friesland (Hoorn, Enkhuizen) als voorbeelden van plekken waar de infrastructuur is ‘achtergebleven’ bij de toename van het aantal inwoners.

 

De Vrom-raad beklemtoont dat de uitwisselbaarheid tussen spoor- en wegvervoer moet worden vergroot. ‘Als je je alleen richt op verbetering van de weginfrastructuur óf op openbaar vervoer, werkt het niet. Je moet de netwerken met elkaar verknopen. De vrijheid van vervoerskeuze moet centraal staan’, meent Meijdam.

 

Automobilisten moeten daarom gemakkelijker op de trein kunnen stappen, en omgekeerd. Zonodig moeten nabij treinstations extra afslagen op snelwegen worden aangelegd. Verder moeten er goede parkeervoorzieningen komen bij stations. Vooral in de Randstad moet fors worden geïnvesteerd in het spoor.

 

Knooppunten

 

Volgens de Vrom-raad zijn er nog altijd veel knooppunten van auto- en spoorwegen waar het voor de reiziger onaantrekkelijk is om over te stappen. Zo heeft de raad plekken geïnventariseerd waar een afstand van maximaal anderhalve kilometer zit tussen een station en een afrit van de snelweg. Hiervan zijn er verspreid over Nederland 72 geteld, maar op slechts elf van de betrokken stations stopt een intercity of sneltrein. Om auto en trein bij elkaar te brengen, is bij de overheid is een ‘ontkokerde’ manier van werken nodig, meent de adviesraad.

 

De Vrom-raad presenteerde zijn rapport deze week samen met de Raad voor Verkeer en Waterstaat (RVW), die op zijn beurt het advies De Randstad altijd bereikbaar het licht liet zien. Beide rapporten zijn geschreven vanuit de veronderstelde noodzaak om de Randstad overeind te houden als economische topregio. De twee adviesraden zijn het in veel opzichten met elkaar eens.

 

‘De essentie is dat de overheid zich bij haar beleid moet richten op de reiziger’, zegt voorzitter Geert Jansen van de Raad voor Verkeer en Waterstaat. ‘Daar komt dan ook bestuurspsychologie bij kijken. Gaat het in Nederland nou eindelijk lukken om over de grenzen van de eigen overheid heen te kijken?’ De RVW bepleit in zijn rapport ‘bestuurlijke innovatie’.

 

Jansen: ‘Het is een gemeenschappelijk belang dat de kwetsbaarheid van de vervoersnetwerken wordt verminderd. Het accent moet liggen op de doorstroming. Het kan niet zo zijn dat een wegverbinding urenlang is versperd door een gekantelde vrachtauto. Als reiziger moet je dan kunnen uitwijken en provinciale en gemeentelijke wegen benutten als omleidingsroute.’

 

Volgens Jansen moeten het Rijk, provincies en gemeenten daarom beter samenwerken bij ontwerp, aanleg en beheer van wegen. ‘Waarom zou je daarvoor niet een regionale autoriteit in het leven roepen?’

 

Net als de Vrom-raad, ziet de Raad voor Verkeer en Waterstaat een cruciale rol weggelegd voor de centrale overheid. ‘Als het gaat om bereikbaarheid, heb je het over boven-lokale en bovenregionale belangen. Daar mag de minister een forse rol in spelen.’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie