Advertentie

Fout begin democratie nieuwe stijl

In de herfst van 2014 vroeg senator Loek Hermans om de instelling van een staatscommissie die het parlementair stelsel moet gaan bekijken. Nu – twee jaar later – vragen de voorzitters van Eerste en Tweede Kamer aan premier Rutte om met die instelling voortgang te maken.

12 augustus 2016

In de herfst van 2014 vroeg senator Loek Hermans om de instelling van een staatscommissie die het parlementair stelsel moet gaan bekijken. Nu – twee jaar later – vragen de voorzitters van Eerste en Tweede Kamer aan premier Rutte om met die instelling voortgang te maken.

De beide Kamers hebben ingestemd met de overwegingen die door de senaat zijn geformuleerd. De opdracht is ruim en vaag. Alle aspecten en overwegingen die van belang zijn, moeten bij het onderzoek worden betrokken. De koers van de staatscommissie staat dus in het geheel niet vast en dat voorspelt weinig goeds. Van enig politiek commitment is geen sprake. En het ligt niet in de lijn der verwachting dat in het regeerakkoord van het nieuwe kabinet hier al knopen zullen worden doorgehakt, zodat er in ieder geval gewone parlementaire meerderheden zijn voor een aantal voorstellen.

De Kamers opteren voor een staatscommissie van deskundigen, terwijl er vanuit de Kamers een soort klankbord- of begeleidingsgroep moet worden gevormd. Ook deze vorm is weinig hoopgevend. Oud-senator en emeritus hoogleraar politicologie Joop van den Berg schrijft op de website van het Parlementair Documentatiecentrum dat dit format een ‘waarborg voor ellende’ is. Letterlijk: ‘Een commissie van alleen deskundigen is gratuit, omdat elk politiek commitment ontbreekt. Zo’n commissie riskeert daardoor het terrein te worden van intellectuele ijdelheden (zoals ook de commissie-Thomassen) en dus van totale verdeeldheid. Zij maakt een goede kans tot niets te leiden, zoals ook met de commissie- Thomassen is gebeurd.’

Dit is de spijker op zijn kop. Wil het wat worden met de herziening van het parlementaire stelsel, dan moet worden gewerkt met een staatscommissie die kan rekenen op een zware politieke dekking en waarin de politieke leiders het voortouw nemen, terwijl deskundigen in de tweede lijn deze buitengewone staatscommissie kunnen voeden en begeleiden. Precies het omgekeerde dus van wat nu wordt beoogd. Premier Rutte zou het lef moeten hebben om af te wijken van de wensen van de beide Kamers en af te stevenen op een bijzondere en daardoor doeltreffende werkwijze.

Er is ook nog een andere reden om te kiezen voor een onorthodoxe weg. De door de Eerste Kamer aangereikte overwegingen raken de grondslagen van het Nederlandse regeerstelsel. Het gaat dus om veel meer dan het parlementaire stelsel alleen. Er moet perspectief worden geschapen voor een democratie nieuwe stijl en dat vereist een aanpak en een benadering die in alles afwijken van het bloedeloze voorstel dat nu voorligt. Indien nu al mocht blijken dat er geen breed draagvlak is voor de wens tot vernieuwing van onze parlementaire democratie, dan kan het genomen initiatief beter meteen naar de prullenmand worden verwezen.

Onze parlementaire geschiedenis kent vele staatscommissies die politieke vernieuwing voorstelden, maar stuk zijn gelopen op weigerachtige politieke meerderheden. De enige keren dat het wel is gelukt, zoals bij de politieke uitruil in 1917 (onderwijsvrijheid en algemeen kiesrecht) en bij de dualisering in 2002, was er een zwaar politiek commitment van een regeringscoalitie. Zonder dat gaat het niet en het is dus duidelijk wat er nog moet gebeuren om succesvol te kunnen zijn.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie