Rotterdam boos over Barendrechts azc

De gemeente Rotterdam is niet blij met een plan van buurgemeente Barendrecht om een opvanglocatie voor asielzoekers, statushouders en Oekraïense vluchtelingen te openen vlakbij de gemeentegrens. 'Het plan van Barendrecht is de facto een plan voor een Rotterdams azc, omdat deze locatie in alle opzichten vooral aan onze stad en voorzieningen gebonden is', schrijft burgemeester Aboutaleb in een brief aan de gemeenteraad.

Grote druk

Het beoogde terrein voor het azc valt binnen de gemeentegrenzen van Barendrecht, maar ligt tegen de Rotterdamse wijk Lombardijen aan. Dat is 'onwenselijk', schrijft Aboutaleb namens het Rotterdamse college. 'Er wordt met dit plan onvoldoende rekening gehouden met de gevolgen voor de aangrenzende kwetsbare wijk Lombardijen.' Er zou een te grote druk ontstaan op de voorzieningen in de wijk, zoals scholen en zorg.

Geen concreet plan

Het zou gaan om een opvanglocatie voor vijfhonderd asielzoekers en tweehonderd flexwoningen voor Oekraïense vluchtelingen en statushouders. Dat heeft het Rotterdamse college althans 'informeel ambtelijk vernomen'.

De gemeente Barendrecht benadrukt echter dat het op dit moment slechts bezig is met het verkennen van de mogelijkheden voor een azc. 'Van een concreet plan met daarbij behorende aantallen is nog geen sprake', laat een woordvoerder weten.

Geen uitwisseling

Aboutaleb stelt bovendien dat Barendrecht niet heeft overlegd met de gemeente Rotterdam over het potentiële azc. 'In de brief van het college van Barendrecht aan haar gemeenteraad staat dat men over de ontwikkeling in gesprek is met het COA en de gemeente Rotterdam. Dit is niet juist. We zijn door de gemeente Barendrecht slechts geïnformeerd over de mogelijkheid om op de genoemde locatie tijdelijke huisvesting te realiseren. Er is geen sprake geweest van uitwisseling van argumenten over en weer.'

Ook daar denkt Barendrecht anders over. 'Wij hebben op verschillende niveaus, ook bestuurlijk, gesproken over deze verkenning', laat de gemeente weten. 'Gesprekken over de verkenning en de uitkomsten willen we graag voortzetten.'